Parkeren
Stel de
parkeerrem
met
behulp van
de
par-
keerhef
boom
in
werking.Zet
het
contact
uit
en
venruijder
de
contactsleutel.
Controleer
of
alle
dakluiken, ramen
en
bagageluiken
zijn gesloten en
sluit
vervolgens alle
portie-
ren van het
voertuig
af.
Attentie!
Als
het
voertuig op een helling
wordt
gepar-
keerd,
moeten
bovendien één
of
meer
van
de hierna genoemde voorzorgsmaatregelen
worden getroffen:
Leg
wielblokken voor
of
achter de
wie-
len.
-
Schakel
de
eerste
of de
achteruit
ver-
snelling
in.
Draai
de
voonruielen
zodanig,
dat
mocht
de
wagen
toch in
beweging
komen,
hij
niet de rijbaan op zal
rijden.
HET RIJDEN MET EEN
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK ALLISON AT
545
Deze
automatische versnellingsbak heeft
5
versnellingen
vooruit
en
1
versnelling
ach-
teruit.
De
bediening
van
de automatische
versnel-
lingsbak
vindt
plaats met een
schakelhan-
del op de
stuurkolom of
op een aparte
con-
sole.
32
Af
hankelijk
van
het
gebru
ik van het
voertuig
heeft
de
bediening
van de
automatische
ver-
snel
lingsbak
de
volgende keuzestanden:
-3standenDNR,
-
5
standen
1
2
D
N
R,
-7standen1234DNR.
De
keuzestanden
Stand
D
ln
deze
stand schakelt de
versnellingsbak
automatisch
alle
vooruitversnellingen
(af-
hankelijk
van
de rijsnelheid
en de
stand
van
het
gaspedaal) OP en weer
TERUG.
Stand
N
Dit
is
de neutrale stand
van de
versnellings-
bak.
Stand
R
In deze
stand
wordt
de achteruitversnelling
ingeschakeld.
Stand
1,
2,3
en
4
De keuzestanden zorgen ervoor
dat
de
ver-
snellingsbak,
af
hankelijk
van de
stand
1,
2,3
en
4 niet automatisch OPschakelt.
In
stand
1
wordt
alléén de eerste
versnelling
geschakeld.
f
n stand
2
kan de versnellingsbak
automa-
tisch
OPschakelen
tot en
met de
tweede
versnelling. Als
de
snelheid
van het
voertuig
weer
afneemt wordt automatisch
weer
TE-
RUGgeschakeld
naar de
eerste versnelling.
In
stand
3
vindt hetzelfde plaats als
in
stand
2
met
dat
verschil dat
de
versnellingsbak
nu
automatisch
OP-
en
TERUGschakelt tussen
de
eerste,
de tweede en de
derde
versnel-
ling.
ln
stand
4
vindt hetzelfde plaats als
in
stand
2
met
dat
verschil
dat de
versnellingsbak
nu
automatisch
OP-
en
TERUGschakelt tussen
de eerste, de tweede de derde en de
vierde
versnellin
g.
Deze
standen
zijn van
groot
belang
als
we
niet willen dat de
versnellingsbak
verder
OPschakelt, bijvoorbeeld bij het rijden
in de
bergen.
Starten
De
motor
kan alléén worden gestart, indien
de keuzestand
N
is ingeschakeld.
Bij
temperaturen lager dan
-15'C de
motor
starten en de
versnellingsbak
in de
keu-
zestand N gedurende ongeveer
10
minuten
bij
1000
motortoeren laten warmdraaien,
al-
vorens weg
te
rijden.