f
F
i
\
REMMEN
Bedrijfsrem en parkeerrem/noodrem
De bedrijfsrem wordt
in
werking
gesteld
met het
rempedaal.
Mocht
de
bedrijfsrem
door
te weinig luchtdruk niet
werken,
dan
kan
de parkeerrem als noodrem worden
ge-
bruikt. Door de
parkeerremhefboom
gelei-
delijk
naar achteren
te
bewegen,
wordt
de
wagen geleidelijk
afgeremd.
Wordt
vervol-
gens de hefboom iets opgelicht en
verder
naar
achteren geplaatst dan staat
de
hef-
boom
geblokkeerd
,
zodat
de
rem
op
het
trekkend
voertuig nu als
parkeerrem
fun-
geert,
het getrokken voertuig staat
hierbij
niet
geremd.
In
deze
stand brandt
de
contro-
lelamp op het instrumentenpaneel.
Uitlaatrem
Door
de
bedieningsknop van
de
uitlaatrem
in te
drukken,
wordt een klep in de
uitlaat
gesloten
en de
brandstoftoevoer
gestopt.
Daardoor
wordt een extra
remwerking
van
de
motor
verkregen. Tevens
wordt
een scha-
kelaar
gesloten,
waarmee de
eventueel
aan-
wezige
continu-rem
op
de
volgwagen
in
wer'
king wordt gesteld.
De
uitlaatrem is
vooral
bedoeld
voor langdurig
remmen,
bijvoor-
beeld
bij
het afremmen vanuit hoge
snelhe-
den op de vlakke weg en
bij afdalingen,
hier-
door
wordt de slijtage van de
bedrijfsrem
beperkt.
ry
A
740
STOPPEN
Motor afzetten
Breng het voertuig
tot stilstand.Zet
de
ver-
snellingshandel
in'neutraal'en
laat
de
motor enkele minuten stationair
draaien,
zodat deze kan afkoelen. Ook voor de
sme-
ring van de
turbocompressor is
het van be'
lang
de motor
nog enkele
minuten
te
laten
draaien alvorens hem
af
te
zetten.
De
motor kan op twee manieren worden af'
gezet:
U
it
laatrern
knop
i
ntrappen.
Motorstophandel uittrekken,
dit
handel
is
naast
de
parkeerremhefboom
te
vin-
den.
31