Lees alvorens de machine te star-
ten zorgvuldig de volgende
gebruikershandleiding.
Waarschuwing!
Belangrijke en/of delicate hande-
lingen.
Handelingen die door de gebruiker
kunnen worden uitgevoerd.
Interventies die uitsluitend door
een installateur of een erkende
technicus mogen worden uit-
gevoerd.
FUNDAMENTELE
VEILIGHEIDSRE-
GELS
Installatie-,
elektriciteits-
tiewerkzaamheden moeten worden uitgevo-
erd door gekwalificeerd bekwaam personeel
met een adequate opleiding, dat ervaren is
en bekend is met de:
• veiligheids- en gezondheidsregels en -voor-
schriften;
• regels en voorschriften die van toepassing
zijn op het voorkomen van ongevallen;
• toepasselijke eisen en normen.
Dat bekwame personeel moet zijn werk
kunnen begrijpen en in staat zijn om poten-
tiële risico's vast te stellen en te voorkomen.
Het vervoer, de hantering, de inbedrijfstel-
ling en het onderhoud wordt uitgevoerd
door bekwame personen of personen die de
noodzakelijke opleiding hebben gevolgd en
instructies hebben gekregen met betrekking
tot hun werk en de risico's die onveilig werken
met zich meebrengt.
Neem tijdens de installatie, het onderhoud en
reparaties om veiligheidsredenen de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Altijd werkhandschoenen dragen.
• Niet blootstellen aan ontvlambare gassen.
• Geen voorwerpen op de roosters plaatsen.
Ervoor zorgen dat de unit geaard is.
VOOR DE INSTALLATIE:
Plaats de unit niet in een explosieve, corro-
sieve of vochtige omgeving, buiten of in zeer
stoffige ruimtes.
Installeer een veiligheidsschakelaar om
de stroomtoevoer naar het apparaat uit te
schakelen op een goed toegankelijke plaats
in de buurt van de unit of units.
De ruimte boven het verlaagde plafond moet
droog en goed beschermd zijn tegen vocht en
het binnendringen van vocht.
Neem om veiligheidsredenen tijdens de
installatie de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht:
• De unit moet altijd door twee mensen
gehanteerd worden. Langzaam ophijsen en
ervoor zorgen dat de unit niet valt.
en
repara-
• De hijsinstallatie en -werktuigen moeten
voldoende capaciteit hebben.
• Er mogen geen gebrekkige hijswerktuigen
en -installaties worden gebruikt.
• Touwen, riemen en gelijksoortige hijsin-
stallaties mogen niet in de knoop raken of in
contact komen met scherpe randen.
• Vorkheftrucks, hoogwerkers en kranen
moeten voldoende capaciteit hebben.
• Ladingen mogen niet boven personen
worden getild.
• De ventilatoren pas in werking stellen
zodra ze op de luchtbuizen zijn aangeslo-
ten.
• ZORG ER BIJ GEBRUIK VAN AANVULLENDE
HYDRONISCHE MODULES VOOR DAT DE HETE
VLOEISTOF ALTIJD CIRCULEERT, OM PROBLE-
MEN MET BEVRIEZING TE VOORKOMEN.
3
Nederlands