Onderhoud
10.2
Reinigen
Vuilvanger reinigen
Uiterlijk aan het einde van het interval voor de permanente ontgassingstijd dient de vuilvanger in de
ontgassingsleiding te worden schoongemaakt. De vuilvanger moet bovendien na de vulprocedure of
na langdurig gebruik worden gecontroleerd.
1.
Druk op de "Stop"-knop op het bedieningspaneel van de besturing.
–
Het apparaat werkt niet en de vacuümpomp wordt uitgeschakeld.
2.
Sluit de kogelkraan (1) die zich voor de vuilvanger (2) bevindt.
3.
Draai de kap met zeef langzaam eruit.
–
De restdruk in het buisstuk wordt afgebouwd.
4.
Trek de zeef uit de kap.
5.
Reinig de zeef met een zachte borstel en spoel die af met schoon water.
6.
Controleer de pakking op beschadigingen en vervang deze indien nodig.
7.
Plaats de zeef terug in de kap en schroef de dop samen met de zeef weer in de behuizing van de
vuilvanger (2).
8.
Open de kogelkraan (1) die zich voor de vuilvanger (2) bevindt.
9.
Druk op de "Auto"-knop op het bedieningspaneel van de besturing.
–
Het apparaat wordt ingeschakeld en de vacuümpomp werkt.
24 — Nederlands
Servitec Mini — 10.10.2022-Rev. C