Montage
Ga als volgt te werk:
•
Sluit het apparaat aan op de retourzijde van het installatiesysteem.
–
Hierdoor is gewaarborgd dat het apparaat in het toelaatbare druk- en temperatuurbereik
werkt.
•
Sluit het apparaat aan op een installatiesysteem met retourbijmenging of een evenwichtsfles
vóór het mengpunt.
–
Zo is de ontgassing van het water gewaarborgd in de hoofdvolumestroom "V" bij
temperaturen ≤ 60 °C.
OPGELET – schade door onjuiste aansluiting! Let op extra lasten die inwerken op het apparaat en die
ontstaan door de aansluitingen van buisleidingen of slangverbindingen naar het installatiesysteem.
Zorg dat de aansluitingen tussen apparaat en installatiesysteem gemonteerd zijn zonder spanningen.
Zo nodig de buisleidingen ondersteunen.
OPGELET – materiële schade door lekkage! Materiële schade aan het installatiesysteem door lekkage
aan de aansluitleidingen naar het apparaat. Gebruik aansluitleidingen met een geschikte weerstand
tegen de systeemtemperatuur van het installatiesysteem.
Ga als volgt te werk:
1
Monteer het apparaat aan de wand, zie hoofdstuk 6.4.3 "Hydraulische aansluiting" op pagina 16.
2
Breng de wateraansluitingen tussen apparaat en installatiesysteem tot stand, .
Opmerking!
Let bij montage op de bedienbaarheid van de armaturen en de toevoermogelijkheden van
de aansluitleidingen.
6.4.1
Montage van de afsluitkleppen
1
Afsluitklep met filterelement
2
Afsluitklep
3
Aansluitleiding
De aansluitleidingen (3, blauw) zijn in de
fabriek voorgemonteerd. Vóór de
wandmontage worden de afsluitkleppen (1) en
(2) (niet meegeleverd) door de klant op het
apparaat gemonteerd.
14 — Nederlands
Servitec Mini — 10.10.2022-Rev. C