De belichting instellen
In de volgende situaties is het raadzaam
handmatig de belichting in te stellen:
● Als u filmt met omgekeerde belichting of als de
achtergrond te licht is.
● Als u filmt met een reflecterende natuurlijke
achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een
besneeuwde berg.
● Als de achtergrond erg donker is of als het
onderwerp licht is.
1
Zet de aan/uit-knop op "M".
2
Stel "p" in op "HANDMATIG". (
● De aanduiding voor de belichtingsinstelling
verschijnt.
3
Als u het beeld lichter wilt maken, drukt u op
+. Als u het beeld donkerder wilt maken, drukt u
op –. (maximaal ±6)
● De instelling +3 heeft hetzelfde effect als
achtergrondlichtcompensatie. (
● De instelling –3 heeft hetzelfde effect als het
instellen van "r" op "SPOTLICHT". (
4
Druk op MENU. Het instellen van de
belichting is voltooid.
De automatische belichting herstellen
Selecteer "AUTO" in stap 2. Of zet de aan/uit-
knop op "A".
OPMERKINGEN:
● Het is niet mogelijk om handmatig de belichting in
te stellen als tegelijk ook "r" is ingesteld op
"SPOTLICHT" of "SNEEUW" (
achtergrondlichtcompensatie is ingeschakeld.
● Als de aanpassing geen zichtbare
helderheidswijzigingen teweeg brengt, stelt u
"OPHELDEREN" in op "AUTOM". (
Net als de pupil van het menselijk oog, trekt het
diafragma in een goedverlichte omgeving samen
om te voorkomen dat er te veel licht binnenvalt.
In een donkere omgeving verwijdt het diafragma
zich om meer licht binnen te laten.
Gebruik deze functie in de volgende situaties:
● Als u een bewegend onderwerp filmt.
● Als de afstand tot het onderwerp verandert
(waardoor de grootte ervan op het LCD-scherm of
in de zoeker verandert), bijvoorbeeld als het
onderwerp zich van u verwijdert.
● Als u filmt met een reflecterende natuurlijke
blz. 31)
achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een
besneeuwde berg.
● Als u onderwerpen onder een spot filmt.
● Bij het inzoomen.
1
2
blz. 40)
● De aanduiding voor de belichtingsinstelling
verschijnt.
blz. 42)
3
scherm of de zoeker vult. Druk vervolgens
MENU meer dan twee seconden in. De
belichtingsinstellingsaanduiding en de
aanduiding " " verschijnen.
4
verandert in "
geblokkeerd.
De automatische diafragmaregeling
blz. 42), of als de
herstellen
Selecteer "AUTOM" in stap 2. Of zet de aan/uit-
knop op "A".
● De belichtingsinstellingsaanduiding en "
blz. 31, 32)
verdwijnen.
De belichtingsinstelling en het diafragma
blokkeren
Na stap 2, past u de belichting aan door op + of
– te drukken. Vervolgens blokkeert u het
diafragma in stap 3 en 4. Selecteer "AUTOM" in
stap 2 voor automatisch vergrendelen. De
belichting en het diafragma worden automatisch
geregeld.
OPNAMEFUNCTIES
Diafragmablokkering
Zet de aan/uit-knop op "M".
Stel "p" in op "HANDMATIG". (
Zoom in of uit totdat het onderwerp het LCD-
Druk op MENU. De aanduiding "
" en het diafragma wordt
39
NE
blz. 31)
"
"