OPNAMEFUNCTIES
38
NE
Night-Scope
In deze stand worden donkere voorwerpen of
gebieden nog lichter gemaakt dan ze al bij
goede, natuurlijk belichting zouden zijn. Het
beeld krijgt mogelijk een stroboscoopeffect
vanwege de lange sluitertijd.
1
Zet de aan/uit-knop op "M".
2
Druk op NIGHT. Hierdoor verschijnt de Night-
Scope-aanduiding "
● De sluitertijd wordt automatisch aangepast, waardoor
een 25 maal hogere gevoeligheid wordt bereikt.
● " " verschijnt naast "
automatisch wordt aangepast.
Night-Scope uitschakelen
Druk nogmaals op NIGHT. Hierdoor verdwijnt de
Night-Scope-aanduiding.
OPMERKINGEN:
● Als de stand Night-Scope actief is, kunnen de
volgende functies of instellingen niet worden
ingeschakeld en knippert of dooft de aanduiding
van die functies of instellingen:
• Bepaalde standen van "Programma AE met
speciale effecten" (
• "OPHELDEREN" in het menu CAMERA (
• "STABIEL" in het menu HANDMATIG (
● In de stand Night-Scope kan het lastig zijn om de
camcorder scherp te stellen. U kunt dit vermijden
door een statief te gebruiken.
Momentopnames (tijdens video-
opnames)
Deze functie biedt u de mogelijkheid op band
stilbeelden vast te leggen die lijken op foto's.
1
Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op "VIDEO".
2
Zet de aan/uit-knop op "M".
3
Stel "STIL/LANGZ" in op de gewenste stand.
(
blz. 31, 32) De indicator voor foto "
4
Druk op SNAPSHOT.
● U hoort het geluid van een sluiter.
● De aanduiding "PHOTO" verschijnt en er wordt
gedurende zes seconden een stilbeeld
opgenomen. Vervolgens wordt de camera weer in
de stand Opnamestand-by geplaatst.
● Het is ook mogelijk om tijdens het opnemen
momentopnames te maken. Gedurende ongeveer
zes seconden wordt de momentopname gemaakt,
waarna de normale opname wordt hervat.
● Momentopnames worden, ongeacht de positie
van de aan/uit-knop ("A" of "M"), altijd gemaakt in
de geselecteerde momentopnamestand.
".
" terwijl de sluitertijd
blz. 42).
blz. 32).
blz. 32).
" verschijnt.
Motordrivestand
Als u in stap 4 SNAPSHOT ingedrukt houdt,
krijgt u hetzelfde effect als wanneer u foto's zou
nemen met een motordrive. (Interval tussen
stilbeelden: ongeveer 1 seconde)
● De motordrivestand wordt uitgeschakeld wanneer
u "OPNEMEN OP" instelt op "
(
blz. 35)
Handmatig scherpstellen
Dankzij het Full Range AF-systeem kunt u
continu opnames maken gaande van close-up
(minimale afstand slechts 5 cm tot het
onderwerp) tot oneindig.
Of de camera echter ook goed scherpstelt, is
afhankelijk van de opnamesituatie. Gebruik in dit
geval de handmatige scherpstelling.
1
Zet de aan/uit-knop op
"M".
2
Druk op FOCUS. De
aanduiding voor
handmatig scherpstellen
verschijnt.
3
Druk op + of – om op
een onderwerp scherp te
stellen.
● Als u niet verder of
dichterbij kunt scherpstellen, gaat "
knipperen.
4
Druk op MENU. Het scherpstellen is voltooid.
Teruggaan naar automatisch scherpstellen
Druk tweemaal op FOCUS of stel de aan/uit-
knop in op "A".
In de hieronder beschreven situaties wordt
aanbevolen handmatig scherp te stellen.
● Als twee onderwerpen elkaar binnen hetzelfde
beeld overlappen.
● Als er te weinig licht is.*
● Als het onderwerp te weinig contrast heeft
(verschil tussen licht en donker), bijvoorbeeld een
vlakke, effen muur of een helderblauwe lucht.*
● Als een donker voorwerp nauwelijks zichtbaar is
op het LCD-scherm of in de zoeker.*
● Als een beeld hele kleine patronen of identieke,
zich herhalende patronen bevat.
● Als het beeld blootstaat aan zonnestralen of licht
dat weerkaatst via een grote hoeveelheid water.
● Als u een beeld met een contrastrijke achtergrond
filmt.
* De volgende waarschuwingen voor te laag
contrast knipperen:
/
".
Aanduiding
handmatig
scherpstellen
" of "
,
,
en
.
"