VISUELESCAN (GEHEUGENKANAAL) GEBRUIKEN
1 Druk op [MR] voor de Geheugen Terugroepen-stand.
2 Draai aan de Afstemknop of druk op [ ]/ [ ] om het
gewenste middelste geheugenkanaal te kiezen.
3 Druk op [F], [INFO] om de Visuelescan te starten.
•
Het zendontvangtoestel begint de 5 bovenste
geheugenkanalen en de 5 laagste geheugenkanalen
te scannen, en is gecentreerd op het gekozen
geheugenkanaal.
•
Het nummer en de frequentie van het huidige scan-
geheugenkanaal worden op de huidige werkingsband
weergegeven. Op de andere band wordt het
bijbehorende S-meterniveau van elk frequentiekanaal
weergegeven.
•
Om de scanfunctie de pauzeren, houdt u [MONI]
ingedrukt. Wanneer de Visuelescan is gepauzeerd,
dan zal de middelste frequentiebalk knipperen en kunt
u de frequentie controleren. Laat [MONI] los om met
de Visuelescan door te gaan.
4 Om de huidige scanfrequentie te veranderen, draait u aan
de Afstemknop of drukt u op [ ]/ [ ].
5 Om de Visuelescan te stoppen, drukt u op [F], [INFO].
Opmerkingen:
U kunt [PTT] (of [CALL] indien 1750 Hz is geprogrammeerd)
indrukken om tijdens de scanfunctie uit te zenden, indien de
frequentie binnen het uitzendbereik ligt. Het centraal geplaatste
balkendiagram knippert tijdens uitzenden.
Indien 11 of meer geheugenkanaal zijn opgeslagen, worden " s "
en " t " niet langer weergegeven.
Zelfs als de Fijnafstelling ON status is opgeslagen in het
geheugen, wordt de Visuelescan (Geheugenkanaal) opgestart.
GEHEUGENKANALEN BLOKKEREN
U kunt geheugenkanalen blokkeren die u liever niet tijdens de
Geheugenscan controleert.
1 Druk op [MR] voor de Geheugen Terugroepen-stand.
2 Draai aan de Afstemknop of druk op [ ]/ [ ] om het
geheugenkanaal te kiezen dat u wilt blokkeren.
3 Druk op [F], [MHz].
•
" " verschijnt rechts bovenaan het geheugen-
kanaalnummer, hetgeen betekent dat het kanaal
geblokkeerd is.
4 Om het geheugenkanaal te ontgrendelen, herhaalt u
stappen 1 – 3.
•
" " verdwijnt.
Opmerkingen:
De Programma scangeheugens (L0/U0 – L9/U9) en de
Prioriteitkanalen (Pr1 en Pr2) kunnen niet geblokkeerd worden.
Zelfs als een Geheugenkanaal is geblokkeerd kunt u de
Oproepscan {pagina 25} uitvoeren tussen het Oproepkanaal en
het Geheugenkanaal.
Als hetzelfde geheugenkanaal naar de A- en de B-band wordt
teruggeroepen, dan kunt u het kanaal niet blokkeren.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
DOORGAAN MET DE SCANFUNCTIE
Het zendontvangtoestel stopt de scanfunctie bij de frequentie
(of het geheugenkanaal) waar een signaal wordt gevonden.
Daarna gaat het met de scanfunctie door of stopt het met
scannen, op basis van de stand die u heeft gekozen.
•
Tijd-stand (standaard)
Het zendontvangtoestel blijft ca. 5 seconden lang op een
drukke frequentie (of een druk geheugenkanaal) hangen,
en gaat daarna door met scannen, zelfs als het signaal
nog steeds aanwezig is.
•
Draaggolf-stand
Het zendontvangtoestel blijft op de drukke frequentie (of
geheugenkanaal) staan, totdat het signaal verdwijnt. Er
bestaat een pauze van 2 seconden tussen het moment
waarop het signaal verdwijnt en de scanfunctie opnieuw
gestart wordt.
•
Zoekstand
Het zendontvangtoestel gaat naar een frequentie of
geheugenkanaal waar een signaal aanwezig is en stopt
daar.
Om de scanfunctiehervattingsmethode te wijzigen:
1 Druk op [MNU].
2 Draai aan de Afstemknop of druk op [ ]/ [ ] om Menu 1
(SCAN RESUME) te kiezen.
3 Druk op [ ] of op [MNU].
4 Draai aan de Afstemknop of druk op [ ]/ [ ] om "TIME"
te kiezen. (Tijd-stand), "CARRIER" (Draaggolf-stand) of
"SEEK" (Zoekstand).
5 Druk op [ ] of op [MNU] om de instelling op te slaan.
Druk anders op [ ] of op [PTT] om te annuleren.
7 SCANNEN
N-27