7 SCANNEN
Opmerkingen:
Het signaal dat op de B-band wordt ontvangen kan onderbroken
worden, omdat de Prioriteitscan de ontvanger op de B-band
gebruikt om de activiteiten op het prioriteitkanaal te controleren.
Wanneer een signaal op een Prioriteitkanaal wordt ontvangen
met een geprogrammeerde CTCSS- of DCS-code, dan wordt het
Prioriteitkanaal teruggeroepen, zelfs wanneer een verschillende
keuzetoon of -code werd gevonden. Het zendontvangtoestel
wordt opnieuw geactiveerd wanneer het signaal dezelfde
CTCSS-toon of DCS-code heeft.
Wanneer de Toonalarm functie {pagina 40} voor de B-band is
ingeschakeld, krijgt dit voorrang boven de Prioriteiscanfunctie. Dit
betekent dat het ontvangen signaal dan niet via de
Prioriteitkanaal kan worden beluisterd; ook kan er niet via de
Prioriteitkanaal worden uitgezonden.
Houdt [MONI] ingedrukt om de Prioriteitscanfunctie te pauzeren
wanneer het zendontvangtoestel geen prioriteitkanaal weergeeft.
Laat [MONI] los om met de Prioriteitscan door te gaan.
Indien u de Prioriteitkanaal wist {pagina 16}, wordt de
Prioriteitscan gestaakt.
Indien u, terwijl "Pr1" of "Pr2" knippert, een andere toets indrukt
dan de hieronder vermelde, verlaat het apparaat de
Prioriteitscan: [LAMP], [MONI], [A/B], [SQL], [BAL], [F] (1 s),
en [PTT].
Als u de Visuelescan {hieronder} uitvoert terwijl een Prioriteitscan
is geactiveerd, dan wordt de Prioriteitscan tijdelijk gepauzeerd.
INFORMATIEKANAALSCAN
De Informatiekanaalscan is ongeveer gelijk aan die voor de
Groepsscan. Het scant echter alleen Informatiekanalen.
1
Druk op [INFO].
•
Het laatste Informatiekanaal dat u heeft gebruikt, wordt
teruggeroepen.
2
Druk op [INFO] (1 s) om de Informatiekanaalscan te
beginnen.
3
Om de Informatiekanaalscan te stoppen, drukt u op
[INFO].
•
Indien nodig toetst u [A/B] om de B-band te selecteren
en vervolgens [VFO] of [MR] om een andere
frequentie (kanaal) op de B-band te kiezen.
Opmerking: Het zendontvangapparaat stopt de scanfunctie in alle
standen wanneer er een signaal wordt gevonden.
N-26
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
VISUELESCAN
Tijdens de ontvangst kunt u met de Visuelescan de frequenties
in de buurt van de huidige frequentie controleren. Visuelescan
geeft grafisch weer op welke manier frequenties binnen een
bepaald bereik worden gebruikt. U ziet 6 verschillende balken in
een grafiek voor elk frequentie- of kanaalpunt die de relatieve
S-meetapparaatniveaus weergeven.
De visuele scanfunctie controleert ±5 kanalen (frequenties),
en is gecentreerd op het huidige kanaal (frequentie). Zo wordt
in totaal de signaalsterkte van 11 kanalen (frequenties)
grafisch weergegeven.
Opmerkingen:
Wanneer u de Visuelescan op de A-band uitvoert, kan het
zendontvangtoestel het geluid weergeven. Als u de Visuelescan
echter op de B-band uitvoert, kan het zendontvangtoestel het
geluid niet weergeven. De S-meter geeft ook de signaalsterkte
niet weer.
Wanneer de VOX functie is geactiveerd, kunt u geen Visuelescan
uitvoeren.
Wanneer de Visuelescan is geactiveerd, functioneren de overige
scanfuncties.
VISUELESCAN (VFO) GEBRUIKEN
1 Kies de gewenste band voor de Visuelescan.
2 Druk op [VFO].
3 Draai aan de Afstemknop of druk op [ ]/ [ ] om de
gewenste middenfrequentie te kiezen.
•
Het zendontvangtoestel scant de bovenste
5 frequenties en de laagste 5 frequentie met de
huidige VFO-frequentiestap {pagina 37}.
4 Druk op [F], [INFO] om de Visuelescan (VFO) te starten.
•
De scanfrequentie wordt op de huidige werkingsband
weergegeven en het bijbehorende S-meterniveau van
elke frequentie verschijnt op het display van de andere
band.
•
Om de Scanfunctie te pauzeren, houdt u [MONI]
ingedrukt. Wanneer de Visuelescan is gepauzeerd,
dan zal de middelste frequentiebalk knipperen en kunt
u de frequentie controleren. Laat [MONI] los om met
de Visuelescan door te gaan.
5 Om de huidige scanfrequentie te veranderen, draait u aan
de Afstemknop of drukt u op [ ]/ [ ].
•
De weergegeven frequentie verandert en de cursor
wordt verplaatst.
6 Om de Visuelescan te stoppen, drukt u op [F], [INFO].
Opmerkingen:
U kunt [PTT] (of [CALL] indien 1750 Hz is geprogrammeerd)
indrukken om tijdens de scanfunctie uit te zenden, indien de
frequentie binnen het uitzendbereik ligt. Het centraal geplaatste
balkendiagram knippert tijdens uitzenden.
Als de Fijnafstelling AAN is, annuleert de Visuelescan de
Fijnafstelling en wordt de frequentie automatisch aan de
eerstvolgende beschikbare frequentie aangepast.