Opbouw en montage
5.6 Aansluiten van de dispenser
5.6
Aansluiten van de dispenser
5.6.1
Veiligheidsinstructies
De bouwer is verantwoordelijk voor de elektrische aansluiting van het laadstation en van de
dispenser. Sluit het gehele laadstation overeenkomstig de toepasselijke voorschriften (zoals
kabeldoorsnede, zekeringen, aardingsaansluitingen) aan.
Volg bij alle werkzaamheden aan het gehele laadstation de veiligheidsinstructies (Pagina 10),
de voorwaarden van DIN EN 50110‑1 voor het veilig werken met en aan elektrische
installaties of gelijkaardige toepasselijke lokale richtlijnen.
5.6.2
Hulpstroomvoeding aansluiten
Het laadstation SICHARGE D voorziet de bijbehorende dispensers via een afgezekerde
hulpstroomvoeding van de noodzakelijke 230 V-bedrijfsspanning. De aansluitklemmen in het
laadstation zijn beschreven in het schakelschema en in de bedieningshandleiding van het
laadstation SICHARGE D.
Aansluiting voor de hulpstroomvoeding
①
Afbeelding 5-12 Aansluitingen van de hulpstroomvoeding
Aders van de kabel voorbereiden
Om de afzonderlijke aders correct aan te sluiten moet u de afzonderlijke aders van de kabel
voorbereiden. Ga hierbij als volgt te werk:
52
aansluitklemmen -XD201
Bedieningshandleiding, 10/2023, A5E53217129-AB
Dispenser