Veiligheidsinstructies
2.3 Gevaren bij brand, explosie en noodgevallen
2.2.6
Vallende onderdelen
Let bij een montage op hoogte op vallende onderdelen, kabels of stekkers.
2.2.7
Knelgevaar en snijgevaar
Let bij de montage op bewegende onderdelen en uitstekende kabels en bouten.
Het bowdenkabelsysteem van het kabelmanagement staat constant onder veerkracht.
2.2.8
Letselgevaar bij hete oppervlakken
Na het openen van de deur aan de voorzijde kunt u in contact komen met hete oppervlakken.
Dit betreft bijv. het gebied rond de Cu-rails. Begin ten minste 10 minuten na het uitschakelen
van de dispenser pas met de werkzaamheden als alle hete oppervlakken zijn afgekoeld.
2.3
Gevaren bij brand, explosie en noodgevallen
Brandveiligheid en explosiebeveiliging
Bewaar en gebruik in de buurt van de dispenser geen licht ontvlambare vloeistoffen die
ontvlambare dampen produceren, bijv. benzine of ethanol. Een elektrostatische lading of de
bij het laden ontstane warmte kan licht ontvlambare vloeistoffen op een explosieve manier
ontsteken.
Gevaren door een brand
Verlaat in geval van brand de gevarenzone. Gebruik de dispenser niet in geval van brand.
Onvoldoende ventilatie
Onvoldoende vrije ventilatieruimte leidt tot oververhitting van componenten en zelfs tot
brand en rookontwikkeling. Brand kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bovendien wordt de verwachte levensduur van de ingebouwde componenten door te hoge
temperaturen aanzienlijk korter.
14
Bedieningshandleiding, 10/2023, A5E53217129-AB
Dispenser