Gedrag bij fouten en foutmeldingen
In geval van een fout voert het laadstation automatisch een foutdiagnose uit. Deze stuurt in
geval van een fout een of meerdere foutmeldingen naar het OCPP-backend en het SCB. De
foutmeldingen in het SCB bevatten daarbij zeer veel details en maken bij een service de
foutanalyses gemakkelijker.
Op het centrale touchscreen informeert het laadstation de eindgebruiker met de volgende
meldingen:
• Foutmeldingen in de modus volledig scherm:
– foutmelding "Nooduitschakeling werd geactiveerd" (Pagina 69)
– foutmelding "Laadstation buiten bedrijf" (Pagina 71)
• Foutmeldingen in het menu:
– foutmelding "Outlet buiten bedrijf" (Pagina 72)
– foutmelding "Laadkabel opnieuw insteken" (Pagina 73)
8.1
Foutmelding "Nooduitschakeling werd geactiveerd"
Om het laadstation in een gevaarlijke situatie onmiddellijk naar een veilige toestand te
verplaatsen, kan het laadstation worden uitgerust met een noodstopknop. Als deze wordt
bediend, dan verschijnt er op het display van het laadstation een foutmelding.
LET OP
Alleen DC-lastspanning wordt uitgeschakeld
Bij de nooduitschakeling wordt de DC-lastspanning uitgeschakeld. Die 230 V-hulpspanning
wordt niet uitgeschakeld.
Beschrijving
De noodstopknop en deurcontactschakelaar van het laadstation SICHARGE D en de dispenser
zijn in serie geschakeld. Wanneer een deur wordt geopend of een noodstopknop wordt
bediend, dan wordt de DC-lastspanning uitgeschakeld. Via meldcontacten op de
noodstopknop en de deurcontactschakelaars wordt in de besturing onderscheid gemaakt of
het om een nooduitschakeling of om onderhoud gaat.
Dispenser
Bedieningshandleiding, 10/2023, A5E53217129-AB
8
69