Start de werking met
▶
a Op het display verschijnen de instellingen.
8.4 Werking onderbreken
U kunt de werking onderbreken en weer hervatten.
Druk op
om de werking te onderbreken.
1.
Druk opnieuw op
2.
8.5 Functie instellen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, verschijnt het
menu op het display.
Om in de verschillende keuzemogelijkheden te bla-
1.
deren, over het display vegen.
Om in het menu en andere instelmogelijkheden
‒
te bladeren, naar rechts of links vegen.
Om in keuzelijsten te bladeren, omlaag of om-
‒
hoog vegen.
Om een functie te kiezen, op de functie in het dis-
2.
play drukken.
a Al naar gelang de functie verschijnen mogelijke in-
stelwaarden of andere opties waaruit kan worden
gekozen.
Om indien nodig een instelling terug te gaan, op
3.
drukken.
Om instelwaarden te wijzigen, de digitale instelring
4.
gebruiken:
Over de instelring vegen, al naar gelang de ge-
‒
wenste instelling rechts- of linksom.
Of op een bepaalde positie aan de instelring
‒
drukken.
De instelling met
5.
Start de werking met
6.
Wanneer de werking is beëindigd:
7.
Indien nodig kunt u verdere instellingen invoeren
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
Opmerking: Uw instellingen kunt u als "Favorieten"
opslaan en opnieuw gebruiken.
→ "Favorieten", Pagina 22
8.6 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Druk in het menu op "Verwarmingsmethoden".
1.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
2.
Druk op de temperatuur in °C of, afhankelijk van de
3.
verwarmingsmethode, op de instelstand.
Stel de temperatuur in met de instelring.
4.
Druk in het display op
5.
tuur te bevestigen.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken:
– → "Snel voorverwarmen", Pagina 16
– → "Tijdfuncties", Pagina 16
– → "Magnetron", Pagina 18
– → "Ventilatiefunctie 'Knapperig laagje'",
Pagina 20
Start de werking met
6.
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display staan de instelwaarden en de tijd
hoelang het programma al loopt.
Wanneer de werking is beëindigd:
7.
.
om de werking te hervatten.
bevestigen.
.
wanneer het ge-
om de ingestelde tempera-
.
Indien nodig kunt u verdere instellingen invoeren
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
Opmerking: De meest geschikte verwarmingsmethode
voor uw gerechten vindt u in de beschrijving van de
verwarmingsmethoden.
→ "Verwarmingsmethoden", Pagina 11
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
Op
drukken.
1.
Op
drukken.
2.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
3.
Stel de werking opnieuw in en start met
4.
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur te
allen tijde wijzigen.
Op het display op
1.
Op de temperatuur drukken.
2.
De temperatuur met de instelring wijzigen.
3.
Om de wijziging te bevestigen, op het display op
4.
drukken.
a De wijziging wordt overgenomen.
8.7 Informatie weergeven
In de meeste gevallen kunt u informatie bij de zojuist
uitgevoerde functie oproepen. Vele aanwijzingen ver-
schijnen automatisch, bijv. ter bevestiging of als oproep
of waarschuwing.
Op
"Info" drukken.
1.
a Informatie wordt gedurende enkele seconden weer-
gegeven.
Om bij veel inhoud in de aanwijzing te bladeren,
2.
over het display vegen.
Indien gewenst de aanwijzing met
3.
8.8 Warmhouden gedurende een langere
periode
U kunt met uw apparaat gerechten tot 24 uur warm-
houden, zonder dat het gedrag van het apparaat wij-
zigt. Gebruik de tijdfuncties en wijzig de basisinstellin-
gen.
Opmerking: Wanneer u de apparaatdeur tijdens het
gebruik opent, houdt het apparaat op met verwarmen.
Wanneer u de apparaatdeur sluit, verwarmt het appa-
raat verder. Om er zeker van te zijn dat het gedrag van
het apparaat tijdens bedrijf niet verandert, de apparaat-
deur pas na het verstrijken van de ingestelde tijd ope-
nen.
Basisinstellingen wijzigen.
1.
→ "Basisinstellingen", Pagina 23
De basisinstelling "Verlichting" naar "Altijd uit" wij-
‒
zigen.
De basisinstelling "standby-indicatie" in "Aan" wij-
‒
zigen.
De Bediening in essentie nl
wanneer het ge-
.
drukken.
verlaten.
15