Zuigplaten / afdichtingslippen
•
Afdichtingslippen ten minste eens per week reinigen van aanhechtende voorwerpen en vuil zoals kleefstof, lijm en
spaanders, stof enz.
•
Rubberspons met perslucht en/of waterstraal of zeepsop reinigen.
•
Beschadigde of versleten zuigplaten (scheuren, gaten, golfvorming) onmiddellijk vervangen.
•
Zuigplaten altijd compleet vervangen!
Tip:
Door verwarming kan de schroefkoppeling van de zuigplaat beter worden
losgemaakt
Aansluiting van de zuigplaat bij inschroeven weer afdichten!
Veiligheidsvoorzieningen controleren
Controleer de veiligheidsvoorzieningen (zie hfdst. 2.6) aan het begin van elke werkploeg (bij onderbroken bedrijf), c.q.
één maal per week (bij doorlopend bedrijf).
Knipperlichtje controleren
Vacuümgenerering inschakelen.
Hefapparaat op een last met dicht, glad oppervlak zetten en last aanzuigen.
WAARSCHUWING
Als de onderdruk opgebouwd is, de afdichtingslip van de zuigplaat een beetje optillen om een lek te simuleren.
De onderdruk bij de manometer neemt af. Als de onderdruk onder -0,43 bar daalt, gaat het knipperlichtje branden.
WAARSCHUWING
Zuigslangen en -klemmen controleren
Controleer of alle zuigslangen en slangklemmen vastzitten, evt. vastdraaien.
Dichtheid controleren
Dichtheidscontrole om de maand uitvoeren.
1.
Zuigplaten op een dicht en glad oppervlak (bv. een metaalplaat) zetten.
2.
Vacuüm inschakelen.
3.
Last aanzuigen maar niet optillen (zie hfdst. 6.5).
38/42
Kans op verwondingen door omlaagvallende last, als de onderdruk uitvalt
De last kan bij de controle losraken en omlaagvallen.
►
Last uitsluitend aanzuigen, niet optillen!
Kans op verwondingen door omlaagvallende last
►
De vacuümschakelaar is af fabriek ingesteld en mag nooit worden omgezet.