5
Inbedrijfstelling
Vóór de eerste inbedrijfstelling moeten de hierna beschreven bedieningsstappen
door een geschoolde arbeidskracht worden gecontroleerd en moet hoofdstuk 1.10
(Eisen en aanwijzingen aan het installatie-, onderhouds- en bedieningspersoneel)
worden gelezen.
Gereedschapslijst
Er is voor de installatie geen gereedschap nodig.
Hefapparaat aanslaan
WAARSCHUWING
Montage van de zuigplaat aan het hefapparaat
De zuigplaat en het bevestigingsmateriaal worden niet meegeleverd.
GEVAAR
GEVAAR
24/42
Afbreekgevaar door foutieve montage
Personen worden door omlaagvallende onderdelen verwond of gedood!
►
Het hefapparaat mag uitsluitend aan het inhangoog worden aangeslagen!
►
De toegestane draaglast van het transport- of hefmiddel (bv. kraan, kettingtakel,
voertuig op de bouwplaats, ...) en het hefgereedschap moet minimaal net zo groot
zijn als het eigen gewicht en de draaglast van het hefapparaat bij elkaar!
►
Het gebruikte transport- of hefmiddel en het hefgereedschap moeten in perfecte
staat verkeren!
Gevaar voor ongevallen door abusief inschakelen.
►
Hefapparaat vóór montage van de zuigplaat uitschakelen!
Gevaar voor ongevallen door ongeschikt bevestigingsmateriaal.
►
De zuigplaat moet door de klant afhankelijk van de last (oppervlak, dichtheid,
gewicht) worden ontworpen.
De klant verplicht zich ertoe om de stabiliteit en de houdkrachten afhankelijk van
het bereikbare vacuüm aan te tonen en de veiligheidsfactoren in acht te nemen.
Hierbij moet norm DIN EN 13155 in haar momenteel geldige versie als basis worden
genomen.
►
De zuigplaat moet met geschikt bevestigingsmateriaal worden gemonteerd.
•
2 schroefdraadstangen M12 – 4.6, lengte 247 mm
•
2 ringmoeren DIN 582 E – M12 – C15 verzinkt