6 progress
Einde-indicatielampje. Gaat branden onder de volgende omstandigheden:
• Als het afwasprogramma is voltooid.
• Als u het niveau van de waterontharder instelt.
• Wanneer u de geluidssignalen in- of uitschakelt.
• Als het apparaat een storing heeft.
Zoutindicatielampje. Gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld moet wor-
den.
Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren branden nadat u het reservoir
hebt bijgevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de werking van het appa-
raat.
1) Wanneer het zoutreservoir leeg is, gaat het bijbehorende lampje niet aan als er een afwasprogramma loopt.
Aan-/uit-toets
Druk op deze toets om het apparaat in of
uit te schakelen.
Programmalampjes A en B
Deze lampjes hebben ook een hulpfunctie
als u:
• Het niveau van de waterontharder instelt.
• De geluidssignalen in- en uitschakelt.
Programmakeuzetoets
Met deze toets kunt u:
• Een afwasprogramma selecteren.
• Het niveau van de waterontharder instelt.
• De geluidssignalen in- en uitschakelt.
• Een lopende afwasprogramma annule-
ren.
Instelmodus
Het apparaat moet in de instelmodus
staan voor de volgende bewerkingen:
• Het instellen en starten van een afwas-
programma.
• Het niveau van de waterontharder elek-
tronisch instellen.
• De geluidssignalen in- of uitschakelen.
Schakel het apparaat in. Het apparaat
staat in de instelmodus als:
• Alle programmalampjes uit zijn.
• Het eindindicatielampje knippert.
Schakel het apparaat in. Het apparaat
staat niet in de instelmodus als:
• Slechts één programma-indicatielampje
aan gaat.
– Annuleer het programma om terug te
keren naar de instelmodus. Zie hoofd-
stuk 'Een wasprogramma instellen en
starten'.
Indicatielampjes
1)
Geluidssignalen
U hoort onder de volgende omstandighe-
den geluidssignalen:
• Het afwasprogramma is voltooid.
• Het apparaat ondervindt een storing.
Fabrieksinstelling: aan.
De geluidssignalen uitschakelen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Houd de programmatoets ingedrukt tot-
dat het programmalampje (A) gaat knip-
peren en programmalampje (B) gaat
branden.
4. Druk direct weer op de programma-
toets.
Het programmalampje (A) gaat aan en
het programmalampje (B) begint te knip-
peren.
Na een paar seconden gaat het pro-
grammalampje (A) uit en gaat het eind-
lampje branden. Het programmalampje
(B) blijft knipperen.
5. Druk opnieuw op de programmatoets.
Het eindlampje gaat uit. De geluidssig-
nalen zijn uitgeschakeld.
6. Schakel het apparaat uit om te bevesti-
gen.
De geluidssignalen inschakelen:
1. Als u de geluidssignalen weer wilt in-
schakelen, volgt u stap (1) tot en met
(4). Het programmalampje (A) gaat uit
en het eindlampje gaat uit. Het pro-
grammalampje (B) blijft knipperen.
2. Druk nogmaals op de programmatoets.
Het eindlampje gaat branden. De ge-
luidssignalen zijn ingeschakeld.