Mes(sen) van de
maai-eenheid controleren
en slijpen
Als u het maaimes controleert en een onderhoudsbeurt
geeft, moet u op twee plaatsen letten: de vleugel
en de snijrand. Zowel de snijranden als de vleugel
– dat is het deel dat naar boven steekt tegenover
de snijrand – zorgen ervoor dat het mes een goede
maaikwaliteit levert. De vleugel is belangrijk omdat
deze het gras rechtop zet zodat het gelijkmatig wordt
gemaaid. De vleugel zal tijdens gebruik langzaam
slijten. Naarmate de vleugel slijt, zal de maaikwaliteit
geleidelijk aan enigszins afnemen, ook al zijn de
snijranden scherp. De snijrand van het mes moet
scherp zijn zodat het gras wordt gemaaid en niet
wordt afgescheurd. De snijrand is kennelijk bot als
de punten van de grassprieten bruin zijn of kapot zijn
gescheurd. Slijp de snijranden om dit te verhelpen.
1.
Parkeer de machine op een egale ondergrond,
breng de maai-eenheid omhoog, stel de
parkeerrem in werking, zet het tractiepedaal
in de
NEUTRAALSTAND
. Zet daarna de motor uit en verwijder het
UIT
sleuteltje uit het contact.
2.
Controleer nauwkeurig de uiteinden van het
maaimes, in het bijzonder op de plaats waar
het platte en het gebogen deel samenkomen
(Figuur
125).
Opmerking:
Omdat het metaal dat het platte
en het gebogen deel van het mes verbindt,
kan wegslijten door zand en ander schurend
materiaal, moet u dit steeds controleren
voordat u de maaier gaat gebruiken. Als u een
slijtplek ontdekt
(Figuur
onmiddellijk vervangen.
en schakel de aftakas
125), moet u het mes
1. Snijrand
2. Gebogen deel
3.
Inspecteer de snijranden van alle messen en
slijp de snijranden als deze bot zijn of bramen
vertonen
(Figuur
Opmerking:
snijrand en behoud de oorspronkelijke snijhoek
om te zorgen dat het mes scherp blijft
126). Het mes blijft in balans als u evenveel
materiaal weghaalt van beide snijkanten.
1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen.
84
Figuur 125
3. Slijtage/groefvorming
4. Scheur
126).
Slijp alleen de bovenkant van de
Figuur 126
g004653
(Figuur
g000276