2.
Draai de omloopkleppen 3 slagen linksom om
deze te openen en de vloeistof inwendig om te
laten leiden.
Opmerking:
Draai de klep niet meer dan 3
slagen los. Omdat de vloeistof wordt omgeleid,
kan de machine traag worden voortbewogen
zonder dat de transmissie wordt beschadigd.
Figuur 68
1. Omloopklep (2)
3.
Duw of sleep de machine vooruit.
Belangrijk:
Als u de machine moet duwen
of slepen in achteruit, moet u de set voor
achteruitslepen monteren (onderdeelnr.
136-3620).
4.
Wanneer de machine de gewenste locatie
bereikt heeft, sluit u de omloopklep. Draai de
klep vast met een torsie van 70 N·m.
De bevestigingspunten
bepalen
Opmerking:
Gebruik in de vier hoeken banden met
de juiste specificaties en CE-merk om de machine
vast te binden.
•
Aan beide zijden van het frame, bij het
bestuurdersplatform
•
Aan de achterbumper
g036666
g020510
52
Figuur 69
g208989