1. Schakelaar van het
stopcontact
Toerentalschakelaar
Met de toerentalschakelaar
toerental op 2 manieren veranderen. Tik op de
schakelaar om het toerental in stappen van 100 tpm
te verhogen of verlagen. Hou een zijde van de
schakelaar ingedrukt om de motor automatisch in
hoog of laag stationair te schakelen.
Aftakasschakelaar
De aftakasschakelaar heeft 2 standen:
en
(
). Trek de knop van de aftakasschakelaar
IN
STOP
uit om de messen van de maai-eenheid te activeren.
Druk de knop in om de messen van de maai-eenheid
te stoppen
(Figuur
11).
Toerentalregelaar laag/hoog
Met deze schakelaar
toerentalbereik vergroten voor het transport van
de machine. Om tussen het hoge en het lage
bereik te schakelen, moeten de maai-eenheden
omhooggebracht zijn, de aftakas en de cruisecontrol
uitgeschakeld zijn en het tractiepedaal in N
staan. De machine moet met lage snelheid rijden.
Opmerking:
De maai-eenheden werken niet en/of
kunnen niet omlaag worden gebracht vanuit de
transportstand als de schakelaar is ingesteld op het
hoge toerentalbereik.
Schakelaar van de cruisecontrol
Met de schakelaar van de cruisecontrol vergrendelt
u het pedaal zodat de gewenste grondsnelheid
behouden wordt
(Figuur
van de schakelaar om de cruisecontrol uit te
schakelen. Met de middelste stand van de schakelaar
wordt de cruisecontrol ingeschakeld en met de
Figuur 12
2. Schakelaar van de cruise
control
(Figuur
11) kunt u het
(
UIT
(Figuur
11) kunt u het
EUTRAAL
11). Druk op de achterzijde
voorzijde van de schakelaar kan de gewenste
rijsnelheid worden ingesteld.
Opmerking:
of het tractiepedaal in achteruit te zetten gedurende 1
seconde kunt u de cruise control uitschakelen.
Hefschakelaars
Met de hefschakelaars kunt u de maai-eenheden
omhoog en omlaag brengen
schakelaars naar voren om de maai-eenheden omlaag
g028454
te brengen en naar achteren om de maai-eenheden
omhoog te brengen. Druk bij het starten van de
machine en terwijl de maai-eenheden zich in de
stand omlaag bevinden op de hefschakelaar om de
maai-eenheden te laten zweven en te maaien.
Opmerking:
omlaag worden gebracht in het hoge toerentalbereik
en kunnen ook niet omhoog of omlaag worden
gebracht als u niet in de stoel zit terwijl de motor
loopt. Bovendien kunnen de maai-eenheden omlaag
worden gebracht met het contactsleuteltje in de stand
A
en u op de stoel.
AN
Lichtschakelaar
Druk op het onderste deel van de schakelaar
11) om de lampen in te schakelen. Druk op het
)
START
bovenste deel van de schakelaar om de lampen in te
schakelen.
Aansluitpunt
Het aansluitpunt
van optionele elektrische accessoires van 12 V.
1. Aansluitpunt
16
Ook door een rempedaal in te drukken
(Figuur
De maai-eenheden kunnen niet
Figuur 13
dient voor de aansluiting
Figuur 13
2. Zakhouder
11). Druk de
(Figuur
g036845