In plaats van EN ISO 13849-1 kan ook een vergelijkbare internationale norm worden
aangehouden.
2.2.4.2
Apparaatsoorten Ex px met continue doorspoeling resp. Ex pz met gebruik van het
Containment System
Bij gas-/luchtmengsels boven de UEG is bedrijfszekerheid van het Containment System niet
gewaarborgd conform norm EN/IEC 60079-2, omdat door lekkage (bijv. O-ringen) meetgas in de
tegen overdruk beveiligde behuizing kan vrijkomen. Deze vrijgave kan echter als begrensd
worden beschouwd. De maximale hoeveelheid die vrijkomt, ligt onder de 200 μl/min en wordt
gewaarborgd door de kwaliteitsbeveiligingsmaatregelen die de fabrikant met de analysator
heeft meegeleverd.
Na de voorspoelfase moet daarom een continue doorspoeling van de Ex p-behuizingen
plaatsvinden. U dient ervoor te zorgen dat door lekkage vrijgekomen meetgas dusdanig
verdund wordt, dat er geen ontsteekbaar gasmengsel kan ontstaan. De volumestroom van de
ontstekingsbeveiligde gassen werd daarom vastgesteld op 1 l/min; het overstijgt daarmee de
maximale hoeveelheid meetgassen die vrijkomen meer dan 100-voudig.
2.2.4.3
Apparaatsoorten Ex nR met dampbeveiligde behuizing
In apparaten met dampbeveiligde behuizing (beveiligingstype Ex nR) mogen alleen meetgassen
ingevoerd worden, waarvan de samenstelling onder de laagste explosiegrens (UEG) ligt.
Het invoeren van brandbare of incidenteel ontvlambare gasmengsels is niet toegestaan bij deze
Ex-beschermingsklasse!
De aansluitingen voor het ontstekingsbeveiligingsgas (spoelgas) moeten gasdicht afgesloten
worden!
2.2.4.4
Vereenvoudigde, met overdrukbehuizing beveiligde apparaten Ex pz voor gebruik in
Ex-zone 2
In vereenvoudigde, met overdrukbehuizing beveiligde apparaten (beveiligingstype Ex pz)
mogen brandbare gassen of gas-/luchtmengsels, waarvan de samenstelling incidenteel ook
boven de laagste explosiegrens (UEG) ligt, niet ingevoerd worden. Alleen als het apparaat met
een px-spoelinrichting bewaakt en gestuurd wordt, mogen gassen op basis van de definitie van
Ex-zone 1 in het meetgaskanaal worden gevoerd.
Het invoeren van vaak of altijd ontvlambare gasmengsels is niet toegestaan bij deze Ex-
beschermingsklasse!
De aansluitingen voor het ontstekingsbeveiligingsgas moeten gasdicht afgesloten worden,
wanneer voor het betreffende onderdeel geen ontstekingsbeveiligingsgas gebruikt wordt.
2.2.4.5
Apparaatsoorten Ex tc met tegen stof beveiligde behuizing.
In apparaten met stofbeveiligde behuizing (beveiligingstype Ex tc) mogen alleen meetgassen
ingevoerd worden, waarvan de samenstelling onder de laagste explosiegrens (UEG) ligt.
Het invoeren van brandbare of incidenteel ontvlambare gasmengsels is niet toegestaan bij deze
Ex-beschermingsklasse!
Beknopte bedrijfshandleiding in overeenstemming met EN 61010-1 en EN 60079-0
Beknopte bedieningshandleiding, 09/2018, A5E45779389006-01
Veiligheidsinstructies
2.2 Analyseapparaten in explosieve zones
19