5.2.2
Aanbevolen testmodule ULTRAMAT 6F
BI
Pluggen
2
Uitgang meetgaspad
4
Uitgang compensatiegaspad
Afbeelding 5-2
Testmodule voor dichtheidscontrole van het meetgaspad en het doorstroomde compensatiegaspad
(gebroken lijn) van de ULTRAMAT 6F
Installeer de testmodule als volgt:
1. Sluit de meetgasingang
2. Achter de meetgasuitgang
naaldafsluiter) met voldoende afdichting (V1) in de toevoerleiding voor het meetgas.
3. Achter het blokkeringsventiel V1, sluit u een drukregelaar aan met een meetbereik van 50
kPa en een instelling van 0,1 kPa.
4. Als het apparaat een doorstroomd compensatiegasaansluiting (
gaat u overeenkomstig te werk. Sluit de compensatiegasingang
controlemodule achter de compensatiegasuitgang
5.2.3
Uitvoer van de dichtheidscontrole
Ga als volgt te werk:
1. Open voorzichtig de naaldafsluiting. Hierdoor wordt er druk in het Containment System
opgebouwd.
2. Wanneer de controledruk bereikt is (zie de hierna volgende tabel), sluit u de naaldafsluiter
weer.
3. Wacht ca. 5 minuten. Tijdens deze periode vinden thermische compensatieprocessen plaats
in het apparaat. Tijdens controle mag de temperatuur van het meetgaspad niet veranderen!
4. Nu bepaalt u tijdens een periode van nog eens 5 minuten de drukwijziging Δp.
Het gaspad is voldoende dicht, wanneer de drukwijziging Δp na 5 minuten minder is dan de
vastgestelde controlewaarde in de volgende tabel.
Beknopte bedrijfshandleiding in overeenstemming met EN 61010-1 en EN 60079-0
Beknopte bedieningshandleiding, 09/2018, A5E45779389006-01
5.2 Dichtheidscontrole van het Containment System
M
Manometer (relatieve druk)
DR
Drukregelaar
V1
Blokkeringsventiel (lekkage <10
①
af met een plug
②
installeert u een passend blokkeringsventiel (bijv.
-6
kPa*l/s
③
④
,
, gebroken lijn) heeft,
③
af en installeer de
④
.
Inbedrijfstelling
51