2.2.2.1
Voorspoelfase
De voorspoelfase dient voor het verwijderen van eventueel aanwezige gassen, voordat het
apparaat ingeschakeld wordt. In deze tijd (5 min) wordt de behuizing met het vijfvoudige van
het eigen volume doorgespoeld.
2.2.2.2
Bedrijfsfase
Na afloop van de voorspoelfase volgt de bedrijfsfase; hierbij wordt bij de modus
• Ex px met"compensatie van lekkageverlies" alleen nog de hoeveelheid
ontstekingsbeveiligingsgas aangevoerd, die nodig is om in vergelijking met atmosfeer en
meetgas een overdruk van ten minste 50 Pa (aanbevolen 5 hPa) te behouden.
• Ex px resp. Ex pz met "continue doorspoeling" het ontstekingsbeveiligingsgas met een
doorstroom van ≥ 1 l/min door de behuizing geleid. Tegelijkertijd wordt er een overdruk
van ten minste 50 Pa (aanbevolen 5 hPa) ten opzichte van de atmosfeer opgebouwd.
Als ontstekingsbeveiligingsgas moet, afhankelijk van de meetgassamenstelling, inert gas (bijv.
stikstof) of lucht gebruik worden. Afvoer van ontstekingsbeveiligingsgassen in de Ex-zone is
alleen toegestaan indien voorzien van een beveiliging tegen deeltjes of vonken.
2.2.3
Interne explosiebeveiliging
De interne explosiebeveiliging heeft betrekking op het meetgaspad (Containment System (CS))
in de analysator en de ontstekingsbeveiliging van het procesgas. Hierbij doen zich verschillende
gevallen voor:
• Niet brandbare meetgassen en gasmengsels onder de UEG:
Een vlamblokkade is niet nodig. Er moet echter voor gezorgd worden, dat het meetgas in de
CS ook te allen tijde onder de laagste explosiegrens blijft!
• Eventueel brandbare meetgassen:
Deze mogen in de gasanalysatoren CALOMAT 6F/CALOMAT 62F en OXYMAT 6F ingevoerd
worden, onder voorwaarde dat de in- en uitgangen voor meet- en referentiegas voorzien zijn
van vlamblokkering. De vlamblokkering dient te voldoen aan de veiligheidsvereisten voor
brandbare stoffen.
Voor het referentiegaspad van de OXYMAT 6F geldt het volgende:
een vlamblokkering is niet vereist, wanneer
ervoor gezorgd is, dat het referentiegas voor het inschakelen van het apparaat bewaakt
wordt.
De analysator ULTRAMAT 6F mag ook zonder vlamblokkering gebruikt worden.
• Vaak of altijd ontsteekbare gasmengsels:
Deze mogen niet ingevoerd worden!
• Meetgassen boven de bovenste explosiegrens:
Ze moeten in een bijzonder geval volgens een aparte vergunning na een oplevering op
locatie bij gebruik van inert gas als ontstekingsbeveiligingsgas beoordeeld worden.
Beknopte bedrijfshandleiding in overeenstemming met EN 61010-1 en EN 60079-0
Beknopte bedieningshandleiding, 09/2018, A5E45779389006-01
Veiligheidsinstructies
2.2 Analyseapparaten in explosieve zones
17