HA12CJ - HA32CJ - HA12CJ+ - HA32CJ+
A
- Voorwoord
2.1.3 - Risico op kantelen
Alvorens zich te positioneren en de machine in werking te stellen :
• Controleer dat het werkoppervlak de mogelijkheid heeft het
gewicht van de machine te dragen. Controleer het laadvermogen
van de dragende grond.
• Blijf op kades, stoepen, enz... alert op het omkeren van de
rijrichting. Controleer de rijrichting met behulp van de rode of
groene pijlen op het chassis en op de bedieningspost boven.
• Overschrijdt de maximale nominale capaciteit van de machine
niet. Deze is inclusief het gewicht van het materiaal en het aantal
toegelaten personen. Overschrijdt niet het aantal toegelaten
personen.
• Plaats de ladingen evenwichtig in het midden van de gondel.
• Verhoog de werkhoogte nooit door het gebruik van toebehoren
(ladder).
• Plaats geen ladder of stelling in de gondel of tegen eender welk
deel van deze machine.
• Gebruik de machine nooit wanneer de windkracht groter is dan de
toegelaten drempelwaarde.
• Vergroot nooit het oppervlak van de gondel (of het platform) dat
aan wind blootgesteld is. Dit is inclusief panelen, doeken .... Wees
u ervan bewust dat werken met materialen met een grote
oppervlakte ervoor zorgt dat de machine meer wind opvangt.
• Verhoog het platform nooit, of rijd nooit met een verhoogd
platform op een helling de steiler is dan de nominale helling van
de machine.
• Verrijd de machine niet over hellingen of verkantingen die steiler
zijn dan de toegelaten limieten.
• Vervang de belangrijkste onderdelen voor de stabiliteit van de
machnie nooit door een onderdeel dat niet hetzelfde gewicht of
dezelfde eigenschappen heeft.
• Gebruik de machine nooit met aan de reling of de mast
opgehangen materiaal of voorwerpen.
• Duw of trek nooit een object buiten de mand. Respecteer de
maximaal toegelaten laterale inspanning die in de prestatie-
eigenschappen vermeld staat.
• Gebruik de machine niet om een externe structuur te
ondersteunen.
• Gebruik de machine niet om te trekken of slepen.
12
4000827170
E 09.18
NL