(Drempel)
Stel de grens (de drempel) in waar zwart en wit worden gescheiden. Door het drempelniveau aan te
passen, kunt u de tekst in een document scherper maken en voorkomen dat tekst op de achterzijde van
het papier doorschijnt (wat vooral bij en gebeurt).
Drempel instellen
Aangepast (Custom)
U kunt een set met tintcurve- en drempelinstellingen voor de knoppen voor kleuraanpassing een naam
geven en deze set opslaan.
Selecteer Toevoegen/verwijderen... (Add/Delete...) in het keuzemenu. Wanneer bij Kleurenmodus
(Color Mode) een andere instelling dan Zwart-wit (Black and White) is opgegeven, wordt het
dialoogvenster Tintcurve-instellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Tone Curve Settings)
geopend. Wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White), wordt
het dialoogvenster Drempelinstellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Threshold Settings)
geopend.
Voer Naam instelling (Setting Name) in en klik op Toevoegen (Add). De naam wordt weergegeven in
Lijst met tintcurve-instellingen (Tone Curve Settings List) of Lijst met drempelinstellingen
(Threshold Settings List). Klik op Opslaan (Save) om op te slaan.
Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het in de Lijst met tintcurve-instellingen (Tone Curve
Settings List) of de Lijst met drempelinstellingen (Threshold Settings List) en klikt u op
Verwijderen (Delete). Klik op Opslaan (Save) om de instellingen op te slaan die worden weergegeven
in de Lijst met tintcurve-instellingen (Tone Curve Settings List) of de Lijst met
drempelinstellingen (Threshold Settings List).
U kunt de opgeslagen tintcurve- en drempelinstellingen ook toepassen op een voorbeeldafbeelding.
Selecteer hiervoor het opgeslagen item in het vervolgkeuzemenu.
Opmerking
• U kunt maximaal 20 items opslaan.
Standaard (Defaults)
Alle aanpassingen ongedaan maken (verzadiging/kleurbalans, helderheid/contrast, histogram en
tintcurve).
657