Opmerking
• De instellingen blijven niet behouden als u schakelt tussen modi.
3. Stel
Instellingen voor invoer (Input Settings)
doel.
4. Klik op Voorbeeld (Preview).
Er worden voorbeelden van de afbeeldingen in het voorbeeldgebied weergegeven.
5. Stel de
Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
6. Stel het bijsnijdkader (scangebied) in en breng desgewenst afbeeldingscorrecties en
kleuraanpassingen aan.
Bijsnijdkaders aanpassen (ScanGear)
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Knoppen voor kleuraanpassing
7. Klik op Scannen (Scan).
Het scannen begint.
Opmerking
• Klik op
(Informatie) om een dialoogvenster te openen waarin u de huidige scan-instellingen
(documenttype en dergelijke) kunt controleren.
• Bij Status van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after
scanning) op het
tabblad Scannen (Scan)
de reactie van ScanGear opgeven.
in, afhankelijk van het document of het
in.
van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) kunt u
599