• Verbinding via een draadloze router
◦ Verbind het apparaat en uw apparaat via een draadloze router.
◦ De verbindingsmethoden hangen af van het type draadloze router.
◦ Als de verbinding tussen een apparaat en een draadloze router tot stand is gebracht en
Fi-pictogram) op het scherm van het apparaat wordt weergegeven, kunt u het apparaat via de
draadloze router met uw apparaat verbinden.
• Verbinding zonder een draadloze router
◦ Verbind het apparaat en uw apparaat zonder een draadloze router. Verbind een apparaat en uw
apparaat rechtstreeks via de toegangspuntmodusfunctie van uw apparaat.
◦ Als u in de toegangspuntmodus een verbinding tot stand brengt, is de internetverbinding mogelijk
niet meer beschikbaar. In dat geval kunnen webservices voor het apparaat niet worden gebruikt.
◦ Als u een apparaat dat via een draadloze router met internet is verbonden, verbindt met het
apparaat terwijl deze in de toegangspuntmodus staat, wordt de verbinding tussen het apparaat en
de draadloze router uitgeschakeld. In dat geval is het mogelijk dat de verbinding van het apparaat
automatisch overschakelt naar een mobiele gegevensverbinding. Dit is afhankelijk van uw
apparaat. Er worden mogelijk overdrachtkosten in rekening gebracht voor het met een mobiele
gegevensverbinding tot stand brengen van een internetverbinding.
◦ In de toegangspuntmodus kunt u maximaal vijf apparaten tegelijk verbinden. Als u een zesde
apparaat probeert te verbinden terwijl er al vijf apparaten verbonden zijn, wordt er een foutbericht
weergegeven. Als een foutbericht wordt weergegeven, verbreekt u de verbinding met een van de
verbonden apparaten die u niet gebruikt en configureert u de instellingen opnieuw.
Bij gebruik van Windows XP:
Directe verbinding (Windows XP)
USB-verbinding
Sluit het apparaat met een USB-kabel op een computer aan. Bereid een USB kabel voor.
Beperkingen
(Wordt weergegeven in een nieuw venster)
39
(Wi-