In het algemeen neemt de verbindingskwaliteit af bij communicatie tussen verschillende ruimten of
verdiepingen. Wijzig de locaties om dergelijke situaties te voorkomen.
• Controleer of zich geen bronnen van radiostoring in de buurt van de printer en de draadloze router
bevinden.
De draadloze verbinding gebruikt mogelijk dezelfde frequentieband als magnetrons of andere
bronnen van radiostoring. Probeer de printer en de draadloze router uit de buurt te houden van
dergelijke bronnen.
• Controleer of het radiokanaal van de draadloze router in de buurt ligt van het kanaal van andere
draadloze routers in de buurt.
Als het radiokanaal van de draadloze router dicht bij het kanaal van andere draadloze routers ligt,
kan de verbindingskwaliteit onstabiel worden. Zorg dat u een radiokanaal gebruikt dat geen storing
veroorzaakt met andere draadloze routers.
• Controleer of de printer en de draadloze routers naar elkaar toe zijn gericht.
De verbindingskwaliteit kan afhangen van de stand van de draadloze apparaten. Wijzig de stand
van de draadloze router en de printer om de beste kwaliteit te verkrijgen.
• Controleer of er geen andere computers zijn die toegang hebben tot de printer.
Als
wordt weergegeven in het resultaat van de meting, controleert u of er geen andere
computers zijn die toegang hebben tot de printer.
Als
nog steeds wordt weergegeven nadat u het bovenstaande hebt geprobeerd, voltooit u de meting
en start u IJ Network Tool opnieuw om de meting nogmaals uit te voeren.
7. Klik op Voltooien (Finish).
Opmerking
• Als er berichten worden weergegeven bij Algemene kwaliteit van de netwerkverbinding:
(Overall Network Performance:), verplaatst u het apparaat en de draadloze router, zoals
aangegeven op het scherm, om de prestaties te verbeteren.
242