4.3 Controle van het motoroliepeil en bijvullen van het
reservoir
Op de bedrijfstemperatuur zijn de olie en de zone rond de peilstok heet.
Voorkom dat de hete olie of de onderdelen in contact komen met uw huid, om lichamelijk
•
Zodra het motoroliepeil toereikend is, sluit u de motorkap.
•
Kies de olie naargelang van de temperatuur. Start u de motor bij een temperatuur onder 0 °C,
gebruik dan SAE10W, SAE10W-30 of SAE15W-40, zelfs wanneer de temperatuur overdag
tot 10 °C stijgt.
4 Controles vóór het starten van de machine
1. Wacht tot de motor afgekoeld is.
2. Vergrendel de kap met de veiligheidspen.
3. Breng de motoroliepeilstok omhoog. (G)
WAARSCHUWING
letsel te vermijden.
4. Reinig de peilstok met een doek om alle olie-
resten te verwijderen.
5. Stop de peilstok in de daartoe voorziene buis.
6. Verwijder de peilstok. Het motoroliepeil moet
zich tussen peiltekens "H" en "L" bevinden.
•
Is het oliepeil lager dan peilteken "L", open
dan de vulopening en vul het reservoir bij tot
peilteken "H".
F = Zet de machine op een effen ondergrond.
•
Is het oliepeil hoger dan peilteken "H", verwij-
der dan de overtollige olie via de aftapplug (P).
Controleer vervolgens opnieuw het peil.
Aantekening
Laat de overtollige motorolie nooit op de
grond of op de weg lopen.
www.duma-rent.com
79