6.3.3 Aftappen van de brandstoftank
Houd vonken, vlammen of sigaretten uit de buurt.
2
1
1
6.4 Niet-periodiek onderhoud
6.4.1 Vervanging van de zekeringen
1. Zet de startsleutel in de stand "OFF".
2.
Verwijder het deksel van de zekeringhouder.
3. Identificeer de doorgebrande zekering.
4.
Vervang ze door een vergelijkbare zekering.
Stripzekeringen
Een ongeschikte zekering of een kortgesloten zekeringhouder kan oververhitting veroorza-
ken en de verklikkers, de stroomkring of de bekabeling beschadigen.
•
Als een zekering meteen doorbrandt nadat ze vervangen werd, wijst dat op een probleem in
de stroomkring. Neem contact op met uw dealer voor een diagnose en een reparatie.
6 Onderhoud door de bestuurder
GEVAAR
1. Laat de bovenstructuur draaien tot de aftapplug
onder de brandstoftank zich tegenover het blad
tussen de twee rupsen bevindt.
2. Verwijder het onderste deksel.
1 = Open
2 = Gesloten
3. Plaats een opvangbak voor de brandstofresten
onder de aftapkraan.
4. Verwijder de aftapplug om het water en het vuil
in de tank af te tappen. Zorg ervoor dat u niet
spat.
5. Zodra er zuivere brandstof begint uit te lopen,
plaatst u de aftapplug en het deksel stevig op hun
plaats terug.
Zekering voor algemene voeding
BELANGRIJK
www.duma-rent.com
133