•
Wanneer u de hendel loslaat, keert hij terug in de neutrale stand en worden de respectieve be-
wegingen stopgezet.
5.3.4 Bedieningsorgaan 3e hydraulische kring
5.3.5 Rijhendels en -pedalen
•
De rijhendels bedienen het rijden van de machine.
Alvorens de rijhendels te hanteren, moet u controleren of het blad in de normale of omge-
keerde stand staat. Het blad staat in de normale stand wanneer de rijmotor zich achte-
Indien het blad in de omgekeerde stand staat, moeten de rijhendels ook in omgekeerde
richting gehanteerd worden om vooruit of achteruit te rijden.
Normaal rijden
1 = Blad
D= Hantering van de graafschop
1
1= Bedieningshendel rechts
Deze schakelaar wordt gebruikt om het accessoire
te hanteren dat op de 3e hydraulische kring aanges-
loten is. 11 cf. Toepassing van de 3e hydraulische
kring, pagina 100
WAARSCHUWING
raan bevindt.
1 = Blad
5 Beschrijving van de bestuurdersplaats
Achteruitrijden
1
www.duma-rent.com
21