Inhoudsopgave
Advertenties
2.9 Reservestroombron aansluiten (optioneel)
De reservestroombron wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de fieldbusverbinding actief blijft, zelfs wanneer de
hoofdstroom van de lasstroombron wordt onderbroken. Wanneer de reservestroombron wordt gebruikt, worden alle
besturingsfuncties uitgeschakeld.
Technische vereisten voor reservestroombron
Kenmerk
Voedingsspanning
Minimale continue stroom
Uitgangsisolatie
Aangezien de reservestroombron niet is geïsoleerd van het normale systeempotentiaal van de RCM, moet een afzon-
derlijke stroombron worden gebruikt om te voorkomen dat verschillende circuitpotentialen met elkaar worden ver-
bonden.
Schakel de stroombron uit voordat u de reservestroombron aansluit.
Zie "Bovenkap RCM verwijderen en bevestigen" op pagina 33 voor aanwijzingen voor het verwijderen en aanbrengen
van de bovenkap van de RCM.
1.
Leid de kabel voor de reservestroombron door een kabelingang op de RCM. (Zie "Kabels naar RCM leiden" op
pagina 35 voor meer informatie over kabelingangen.)
2.
Sluit de draad aan op de aansluiting voor de reservestroombron (*) op het moederbord van de RCM.
© Kemppi
Waarde
24 V +- 10 %
2 A
SELV (Safety Extra Low Voltage)
Terminalpinnen:
1. Ingang reservestroombron +
2. Ingang reservestroombron +
3. Reservestroombron aarde
4. Reservestroombron aarde
48
AX MIG Welder
Gebruiksaanwijzing - NL
1921900 / 2339
Advertenties
Inhoudsopgave
