Gebruiksaanwijzing - NL 1. ALGEMEEN Deze handleiding beschrijft het gebruik van Kemppi's Master M 205 en 323 lasapparaten, ontworpen voor licht tot mid- delzwaar professioneel gebruik bij MIG/MAG-lassen. De lasapparaten Master M 205 en 323 bevatten zowel handmatige als automatische lasprocessen. Pulslassen is mogelijk met de Master M 205 (220...240 V).
>> Standaardapparaat met automatisch 1-MIG- en MAX Cool-proces. De Master M-modellen hebben een aandrijfmechanisme met 2 rollen. De maximale draadhaspeldiameter is 200 mm. Zie "Master M 205- en 323-apparaten" op de volgende pagina voor beschrijvingen van de Master M-onderdelen. Master M-koelunits •...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Slangconnector beschermgas Aan-uitschakelaar Netspanningskabel Vergrendelingsinterface aan achterzijde >> Voor vergrendeling bovenop de koelunit of op de wagen. Binnenin het draadaanvoercompartiment Gasregelklep voor het meten en afstellen van de gasstroom (alleen Master M 323) >>...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 1.2.1 Draadaanvoermechanisme Aandrijfrol en montagedop voor aandrijfrol Ingang doorvoerpijp Drukhandvat Drukrol en drukrolbevestigingspen Uitgang doorvoerpijp. Zie "Aanvoerrollen installeren en vervangen" op pagina 27 voor het vervangen van de aanvoerrollen. Zie "Doorvoerpijpjes installeren en vervangen" op pagina 29 voor het vervangen van de draaddoorvoerpijpjes.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 1.3 Master Cooler 05M-koelunit (optioneel) De koelunit is niet leverbaar voor de Master M 205 met 110...130 V voedingsspanning. Voorzijde Vergrendelingsinterface aan voorzijde >> Voor vergrendeling op de stroombron Afdekkap koelunitcontainer Koelvloeistof niveau-indicator Knop voor circulatie van de koelvloeistof >>...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 2. INSTALLATIE Sluit de apparatuur niet aan op de netvoeding voordat de installatie is voltooid. Het lasapparaat mag op geen enkele wijze worden gewijzigd, met uitzondering van wijzigingen en aanpassingen die worden behandeld in de aanwijzingen van de fabrikant.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 2.1 De netspanningsstekker van de stroombron installeren Alleen een bevoegd elektricien mag de installatie van de netvoedingskabel en -stekker uitvoeren! Sluit het apparaat niet aan op de netvoeding voordat de installatie is voltooid.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 2.2 Koelunit installeren (optioneel) De koelunit is niet leverbaar voor de Master M 205 met 110...130 V voedingsspanning. De koelunit moet worden geïnstalleerd door een bevoegde servicemedewerker. Benodigde gereedschappen: Verwijder de kleine stekkerafdekking van de achterzijde van de stroombron.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 2.3 Apparatuur installeren op wagen (optioneel) De Master M heeft twee transportunitmogelijkheden: een wagen met 2 wielen met een rek voor gasflessen T22M) en een wagen met 2 wielen zonder rek voor gasflessen (T32A).
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Bevestig de koelunit aan de wagen met twee schroeven (M5x12) aan de voorkant. Installeer het Master M-apparaat bovenop de koelunit. Raadpleeg "Koelunit installeren (optioneel)" op pagina 12 voor installatiebijzonderheden. Bevestig de transportgreep aan de wagen met een extra beugel en een schroef (M8x16).
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 2.4 Laspistool aansluiten Master M is ontworpen voor gebruik met de Kemppi Flexlite GX-laspistolen. Bedieningsinstructies voor de Flexlite GX kunt u vinden op userdoc.kemppi.com Controleer altijd of de draadliner, de contacttip en het gasmondstuk geschikt zijn voor de laswerkzaamheden.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een haspel van 200 mm installeert en vervangt. De haspelnaaf voor een haspel van 200 mm is in de fabriek geïnstalleerd op Master M 205- en 323-apparaten. Voor instructies over het installeren van een haspel van 100 mm, zie "Draad installeren en vervangen (100 mm haspel)"...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Pas indien nodig de remkracht van de haspel aan door aan de bevestiging van de haspelnaaf te draaien. Om het toevoegmateriaal te installeren: Trek het uiteinde van de lasdraad uit de haspel en knip de vervormde delen af, zodat het uiteinde recht is.
Pagina 22
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Maak de drukhendel los. Leid de lasdraad door de inganggeleidingsbuis (1) en in de uitganggeleidingsbuis (2), die de lasdraad naar het las- pistool voert. Duw de lasdraad met de hand zo ver in het pistool dat de draad de draadliner bereikt.
Pagina 23
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Sluit de drukhendel zodat de lasdraad tussen de aanvoerrollen wordt vastgeklemd. Stel de druk van de aanvoerrol af met de drukhevel. De schaalverdeling op de drukhendel geven aan welke druk wordt uitgeoefend op de aanvoerrollen. Stel de druk van de aanvoerrollen af volgens de onderstaande tabel.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 2.7 Draad installeren en vervangen (100 mm haspel) In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een haspel van 100 mm installeert en vervangt. Voor instructies over het instal- leren en vervangen van een haspel van 200 mm, zie "Draad installeren en vervangen (200 mm haspel)" op pagina 20.
Pagina 26
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Pas indien nodig de remkracht van de haspel aan door aan de bevestiging van de haspelnaaf te draaien. Voor het installeren van de lasdraad, zie "Draad installeren en vervangen (200 mm haspel)" op pagina 20.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 2.8 Aanvoerrollen installeren en vervangen Vervang de aanvoerrollen wanneer de diameter of het materiaal van de lasdraad verandert. Kies de aanvoerrollen vol- gens de tabellen in "Slijtonderdelen draadaanvoerunit" op pagina 71. Open de deur van de draadaanvoerunit Maak de drukhendel los.
Pagina 28
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Verwijder de aanvoerrollen. Volg de eerdere stappen in omgekeerde volgorde om de draadaanvoerrollen te installeren. Lijn de snede aan de onderzijde van de aandrijfrol uit met de pen van de aandrijfas. Breng de montagedop en bevestigingspen weer aan om de aandrijfrol en de drukrol vast te zetten.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 2.9 Doorvoerpijpjes installeren en vervangen Het aandrijfmechanisme bevat twee draad doorvoerpijpjes. Vervang deze wanneer de diameter of het materiaal van de lasdraad verandert. Kies de draad doorvoerpijpjes volgens het overzicht in "Slijtonderdelen draadaanvoerunit" op pagina 71.
- Bevestig het laspistool eerst aan het lasapparaat voordat u de gasfles installeert en test. Neem voor de keuze van het gas en de apparatuur contact op met uw plaatselijke Kemppi-dealer. Zonder gasfleswagen: plaats de gasfles op een geschikte, veilige plaats.
Pagina 31
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Open de gasfleskraan. Als de lasdraad is geïnstalleerd, laat u de drukarm van het aandrijfmechanisme los om draadaanvoer te voorkomen. Start de gasstroom met de gastestfunctie in de systeeminstellingen of door de laspistoolschakelaar in te drukken.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 3. BEDIENING Controleer voor gebruik van de apparatuur of alle benodigde stappen voor de installatie zijn uitgevoerd volgens de instructies en in overeenstemming met de configuratie van uw apparatuur. Het is verboden te lassen op plaatsen met een onmiddellijk brand- of explosiegevaar! De deur van het draadaanvoercompartiment moet tijdens het lassen gesloten blijven.
Als het apparaat langdurig niet wordt gebruikt, moet de netstekker worden losgekoppeld van de netspanning. Koelunit voorbereiden Vul de koelvloeistofcontainer in de koeler met Kemppi-koelvloeistof en ontlucht de koeler voor gebruik. Zie "Koelunit voorbereiden" op de volgende pagina voor instructies over het vullen en ontluchten van de koeler.
Gebruiksaanwijzing - NL 3.1.1 Koelunit voorbereiden De koeler vullen: Vul de koelunit met 20-40% koelvloeistof, bijvoorbeeld Kemppi-koelvloeistof. Open de dop van de koelunit. Vul de koelunit met koelvloeistof. Vul niet tot boven de max. markering. Sluit de dop van de koelunit.
Pagina 35
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Om de koelvloeistof te laten circuleren: Druk op de koelvloeistofcirculatieknop op het voorpaneel van de koelunit. Hierdoor wordt de motor geactiveerd, waar- door de koelvloeistof naar de slangen en het laspistool wordt gepompt.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 3.2 Het kalibreren van de laskabel De weerstand van de laskabel kan worden gemeten met behulp van de ingebouwde kabelkalibratiefunctie zonder een extra meetkabel. Deze kalibratiefunctie is alleen beschikbaar in de MIG-bedieningsmodus. Sluit de werkstukkabel aan op het lasapparaat en het werkstuk.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 3.3 Het functiepaneel gebruiken Het Master M-functiepaneel bevat eigenschappen en functies voor MIG-lassen met de optie om Master M ook te gebrui- ken voor TIG- en MMA-lassen. Algemeen Instellingenscherm Lasdisplay Aanduidingen (zie onderstaande tabel voor omschrijvingen van de symbolen) Knop geheugenkanalen (alleen MIG) >>...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 11. Rechter regelknop >> Afstelling en selectie. Aanduidingen Symbool Omschrijving Algemene melding Er is een fout opgetreden die u moet oplossen. Onderhoud / reparatie Stroombron Koelunit Indicator Hoge temperatuur (thermische overbelasting) VRD (Voltage Reduction Device, spanningsreductieapparaat): Witte VRD-symbool staat aan = VRD is aan Rode VRD-symbool knippert = er is een storing met VRD die het lassen hindert.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Geheugenkanaal (en instellingen voor lasdraad en beschermgas, indien gedefinieerd) Actief lasproces Toegepaste lasfuncties* Toegepaste schakelaarfunctie Draadaanvoersnelheid >> Het waardebereik wordt bepaald door het actieve lasprogramma, stap 0,1, standaard = 5,0 m/min. Stroom en spanning Dynamiek >>...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Lasprocessen kiezen Draai aan de rechter regelknop om het gewenste lasproces te selecteren. U kunt alleen kiezen uit lasprocessen die de ingestelde lasdraad- en beschermgascombinatie ondersteunen. Als u geen lasdraad en beschermgas hebt gedefinieerd, is alleen het handmatige MIG-proces beschikbaar. De instellingen van de lasdraad en het beschermgas kunnen op elk moment worden gewijzigd door de Weld Assist-knop lang inge- drukt te houden.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL >> Druk op de linker regelknop om tussen vermogensniveaus te wisselen. Tip: om Powerlog uit te schakelen en de 2T-schakelaarmodus te activeren, drukt u op de schakelaarmodusknop. 3.3.5 Functiepaneel: Weld Assist Weld Assist is een wizard-achtige functie voor de eenvoudige selectie van lasparameters. De functie begeleidt de gebrui- ker stap voor stap bij de keuze van de vereiste parameter.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Weld Assist geeft u aanbevelingen voor de volgende lasparameters: >> Draadaanvoersnelheid >> Stroom >> Spanning Bevestig de aanbeveling van Weld Assist voor lasparameters door de parameterwaarden op te slaan in een geheu- genkanaal.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Lasparameters Handmatige MIG- en 1-MIG-lasparameters De parameters die hier vermeld staan, zijn beschikbaar voor afstelling met de handmatige MIG- en 1-MIG-processen. Parameter Parameterwaarde Omschrijving Nastroom (Post current) -30 ... +30 De instelling Nastroom is van invloed op...
AAN/UIT (ON/OFF) schakelaar loslaat tijdens de kratervulling. Pulslasparameters (alleen Master M 205) Naast de MIG- en 1-MIG-lasparameters kunnen de hier vermelde parameters worden aangepast met het pulslasproces. Zie "Aanvullende richtlijnen voor functies en kenmerken" op pagina 48 voor meer informatie over de processen.
Pagina 46
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Selectie afstandsbediening Pistoolafstandsbediening Als Afstandsbed. AAN staat, wordt de afstandsbediening van het GXR10-las- pistool gebruikt voor het regelen van de draadaanvoersnelheid of geheu- genkanalen. Kabelkalibratie Starten/annuleren Informatie over de vorige kalibratie wordt (alleen MIG) ook weergegeven.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Apparaatgegevens Toont informatie over het apparaat en het gebruik ervan. Fabrieksinstellingen herstellen Resetten/Annuleren Herstelt fabrieksinstellingen. Let op dat Standaard = Annuleren de waarde van de boog- verificatieparameter ook wordt gereset. 3.3.8 Functiepaneel: Lasdata Na iedere las wordt een lassamenvatting kort getoond.
De spanning wordt berekend op basis van het gebruikte lasprogramma. Het proces is geschikt voor alle mate- rialen, beschermgassen en lasposities. 3.4.2 Pulslassen Pulslassen is mogelijk met de Master M 205 (220...240 V). Puls Pulslassen is een automatisch MIG-/MAG-lasproces waarbij de stroom pulseert tussen de basisstroom en de pulsstroom.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 3.4.4 Schakelaarlogicafuncties Schakel tussen de 2T- en 4T-modus door op de schakelaarmodusknop van het functiepaneel te drukken. Door in 2T op de schakelaar te drukken, wordt de boog ontstoken. Door de schakelaar los te laten, wordt de boog gedoofd.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 3.4.5 Cyclustimer Cyclustimer is een lasfunctie die automatisch een enkele las of meerdere lassen van een vooraf bepaalde tijdsduur pro- duceert met een druk op de laspistoolschakelaar. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt om lasconsistentie te bereiken bij het maken van een enkele las (A) of een onderbroken las (B), of om eenvoudig schone hechtlassen te maken met een lage warmte-inbreng.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 3.5 Laspolariteit aanpassen De laspolariteit moet aangepast worden voor TIG-lassen. Ook bij gebruik van sommige lasdraden moet de laspolariteit aangepast worden. Controleer de aanbevolen laspolariteit op de verpakking van de lasdraad. Ontkoppel de lasmachine van het elektriciteitsnet voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
Pagina 52
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Verwijder de bouten en ringen van de aansluiting. Koppel de kabels aan de polariteitsklemmen conform de aanbevolen polariteit. Plaats de ringen en bouten terug. Draai vast met een aanhaalmoment van 17 Nm. Plaats de rubberen beschermkappen terug.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 3.6 Master M-apparatuur optillen/hijsen Als een gasfles op de wagen is bevestigd, probeer dan NIET om de wagen op te tillen. Transportgreep: De transportgreep kan worden gebruikt voor mechanisch oplichten (alleen om te verplaatsen, niet om op te hangen) wanneer het apparaat niet op een koelunit of wagen is gemonteerd.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Wagen met 2 wielen: Zorg dat de lasapparatuur correct is vastgemaakt aan de wagen. Bevestig de takelhaak aan het hefpunt van de wagen. Til het apparaat niet op wanneer het op de T32A-wagen is geïnstalleerd.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 4. ONDERHOUD Bij het bepalen en plannen van routinematig onderhoud moet u rekening houden met de gebruiksfrequentie van het lassysteem en de werkomgeving. Een correcte bediening van het lasapparaat en regelmatig onderhoud helpen onnodige uitval en defecten te voor- komen.
• Controleer de draadaanvoerrollen en de drukhendel. Reinig en smeer ze – indien nodig – met een kleine hoe- veelheid lichte machine-olie in. Neem voor service contact op met Kemppi via www.kemppi.com of met uw dealer. Onderhoud laspistool userdoc.kemppi.com voor de instructies voor het Flexlite GX MIG-pistool.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 4.2 Periodiek onderhoud Alleen gekwalificeerde servicemedewerkers mogen periodiek onderhoud uitvoeren. Alleen bevoegde elektriciens mogen elektrische werkzaamheden uitvoeren. Voordat u de dekplaat verwijdert, dient u de stroombron los te koppelen van het lichtnet en ongeveer twee minuten te wachten voordat u de condensator ontlaadt.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 4.3 Servicewerkplaatsen De Kemppi-servicewerkplaatsen voeren het onderhoud van lassystemen uit volgens de Kemppi-serviceovereenkomst. De belangrijkste aspecten in de onderhoudsprocedure in de servicewerkplaats zijn: • Reiniging van het apparaat • Onderhoud van de lasgereedschappen •...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 4.4 Problemen verhelpen De opgesomde problemen en de mogelijke oorzaken zijn niet definitief maar suggereren een aantal typische situ- aties die kunnen optreden tijdens normaal gebruik van het lassysteem. Lasapparaat: Probleem Aanbevolen handelingen Het lasapparaat schakelt niet in.
Pagina 60
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Laskwaliteit: Probleem Aanbevolen handelingen Ongelijkmatige en/of slechte laskwaliteit Controleer of het beschermgas niet op is. Controleer of de stroom van het beschermgas niet geblokkeerd Controleer of het gastype correct is voor de toepassing.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 4.5 Foutcodes Als er een fout optreedt, geeft het functiepaneel een errorcode, naam en mogelijke oorzaak van de fout weer, samen met een voorgestelde handeling om het probleem te verhelpen. Fout Code Titel...
Pagina 62
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Koelvloeistof oververhit Te lange lassessie met hoog ver- Schakel de koelunit niet uit. Laat de vloeistof cir- mogen of hoge omge- culeren totdat de ventilatoren deze hebben vingstemperatuur. afgekoeld. Als de ventilatoren niet draaien, neem dan contact op met de serviceafdeling van Kemppi.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 4.6 Installeren en reinigen van de luchtfilter voor de stroombron (optioneel) Een optionele luchtfilter voor de stroombron kan apart worden aangeschaft. De luchtfilter wordt geleverd met een vaste behuizing die is ontworpen voor rechtstreekse montage op de luchtinlaat van de stroombron.
De eigenaar van het apparaat is verplicht het af te voeren apparaat aan te bieden bij een regionaal inzamelpunt volgens de aanwijzingen van de lokale overheid of die van een Kemppi-medewerker. Door deze Europese richtlijnen toe te pas- sen, levert u een bijdrage aan een beter milieu en handelt u in het belang van de volksgezondheid.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 5. TECHNISCHE GEGEVENS Technische gegevens: • Zie "Master M-apparaten" op de volgende pagina voor technische gegevens van het Master M-apparaat. • Raadpleeg "Koelunit Master Cooler 05M" op pagina 70 voor technische gegevens van de Master M 358-koelunit.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 5.1 Master M-apparaten Master M 205 GM Master M 205 205 GM Kenmerk Waarde Aansluitspanning 1~, 50/60 Hz 110...130 V ±10 % 220...240 V ±10 % 2.5 mm² Primaire kabel H07RN-F 6 kVA...
Pagina 67
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Vermogensfactor bij max. nomi- @ 230 V λ 0.99 nale stroom Rendement bij maximale nomi- @ 230 V η 84 % nale stroom Bedrijfstemperatuurbereik -20…+40 °C Temperatuurbereik voor opslag -40 ... +60 °C...
Pagina 68
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Master M 323 GM Master M 323 323 GM Kenmerk Waarde Aansluitspanning 3~, 50/60 Hz 220...230 V ±10% 380 ... 460 V ±10% 2.5 mm² Netkabel H07RN-F 13 kVA Ingangsstroom bij nominale maximale stroom Maximale voedingsstroom @ 220...230 V...
Pagina 69
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Rendement bij maximale nomi- @ 400 V η 87 % nale stroom Bedrijfstemperatuurbereik -20…+40 °C Temperatuurbereik voor opslag -40 ... +60 °C EMC-klasse 1,6 MVA Minimaal kortsluitingsvermogen van voedingsnetwerk Pistoolaansluiting Euro Draadaanvoermechanisme 2 rollen, één motor...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 5.3 Slijtonderdelen draadaanvoerunit In deze paragraaf staat een overzicht van de aanvoerrollen en doorvoerpijpjes die zowel afzonderlijk als in sets ver- krijgbaar zijn. De sets met slijtonderdelen bevatten aanbevolen combinaties van aanvoerrollen en doorvoerpijpjes voor de gekozen lasdraadmaterialen en -diameters.
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Aanvoerrollen In onderstaande tabel staat een overzicht met de beschikbare standaard aanvoerrollen. Standaard aanvoerrollen Diameter lasdraad Toevoegmateriaal Aanvoerrolprofiel* Code aandrijfrol Code drukrol (mm) Fe, Ss, Cu (Al, MC/FC) V-groef 0.8−0.9 W001047 W001048 W000675...
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL 5.5 Werkpakketten lasprogramma Werkpakketten met lasprogramma's bevatten een set standaard lasprogramma's om lassen met bijvoorbeeld auto- matische 1-MIG- en pulsprocessen mogelijk te maken. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke Kemppi-dealer of ga naar Kemppi.com.
Pagina 75
Master M 205, 323 Gebruiksaanwijzing - NL Pulswerkpakket (alleen Master M 205, 220...240 V): Het Pulse-werkpakket bevat ook alle 1-MIG-werkpakket lasprogramma's. Lasprogramma Proces Toevoegmateriaal Draaddiameter Beschermgas Omschrijving Puls AlMg5 Standaard Puls AlMg5 Standaard Puls AlSi5 Standaard Puls AlSi5 Standaard Puls...