X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL INHOUD 1. Algemeen 1.1 Beschrijving van de apparatuur 1.2 X5 Power Source 400 en 500 1.3 X5 Wire Feeder 200 1.3.1 Draadhaspel en naaf (200) 1.3.2 Draadaanvoermechanisme 1.3.3 Handmatig functiepaneel 1.4 X5 Wire Feeder 300 1.4.1 Draadhaspels en naven (300)
Pagina 3
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.17 Lasprogramma’s verkrijgen 3. Bediening 3.1 Lassysteem voorbereiden voor gebruik 3.1.1 Koelunit en circulatiekoelvloeistof vullen 3.1.2 Het kalibreren van de laskabel 3.1.3 De spanningsmetingskabel gebruiken 3.2 Het X5 manueel functiepaneel gebruiken 3.2.1 Manueel functiepaneel: Instellingen 3.3 Het gebruik van het X5 automatisch functiepaneel...
Pagina 4
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 3.5.10 MAX Position-proces 3.5.11 MAX Speed-proces 3.5.12 Draadloze verbinding (WLAN) 3.5.13 Digitale lasprocedurespecificatie (dWPS) 3.5.14 WeldEye ArcVision 3.5.15 WeldEye met DCM 3.5.16 USB-back-up en herstel 3.5.17 USB bijwerken 3.5.18 Cyclustimer 3.6 Het gebruik van de afstandsbediening 3.7 Hefapparatuur...
X5 FastMig is ontworpen voor gebruik met de Flexlite GX MIG-laspistolen van Kemppi. X5 FastMig kan ook worden gebruikt voor MMA-lassen, gutsen en, met X5 Wire Feeder Auto/Auto+, X5 Wire Feeder 300 AP/APC of HD300 AP/APC, voor TIG-lassen. Let op,TIG-lassen vereist het gebruik van Flexlite TX TIG-lastoorts.
Pagina 6
X5 FastMig Auto apparatuur maakt ook automatisch 1-MIG lassen mogelijk, met extra lasprocessen als optie. X5 FastMig Puls apparatuur maakt ook automatisch 1-MIG en pulslassen mogelijk, met extra lasprocessen als optie. Meer informatie over de afzonderlijke X5 FastMig apparaten vindt u in het hoofdstuk "Beschrijving van de apparatuur" op de volgende pagina.
Gebruiksaanwijzing - NL 1.1 Beschrijving van de apparatuur X5 FastMig heeft verschillende opties voor stroombronnen en draadaanvoerunits waaruit u kunt kiezen. Het func- tiepaneel zit altijd vast aan de draadaanvoerunit. X5 FastMig ondersteunt de kalibratie van de laskabel zonder een extra spanningsmetingskabel.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Raadpleeg voor meer informatie over het installeren van de optionele accessoires de installatie-instructies die bij de apparatuur worden geleverd. APPARAATKENMERK Serienummer Het serienummer van het apparaat is gemarkeerd op de typeplaat of op een andere goed zichtbare plaats op het apparaat.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 1.2 X5 Power Source 400 en 500 Deze paragraaf beschrijft de structuur van de X5 Power Source 400 en de X5 Power Source 500-modellen. Voorzijde: Indicatorpaneel * Transporthandvat (niet bestemd voor mechanisch heffen) Vergrendelingsinterface aan voorzijde (voor vergrendeling bovenop de koelunit of op de wagen)
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Waarschuwing koelvloeistofcirculatie >> De led is groen wanneer de koelvloeistof normaal circuleert. >> De led is rood wanneer er een probleem is met de circulatie van koelvloeistof. Als de circulatie van de koelvloeistof geblokkeerd is, wordt het lassysteem uitgeschakeld door een thermische bevei- liging.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 1.3 X5 Wire Feeder 200 Deze paragraaf beschrijft de structuur van de X5 Wire Feeder 200 Manual. Houd de kappen van de draadaanvoerunit tijdens het lassen gesloten om het risico op letsel of een elektrische schok te beperken.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Binnenkant draadaanvoerunit (tussenkabelvak) Vergrendeling en deurtje van tussenkabelvak >> Het achterste deel van het deurtje werkt tevens als trekontlasting voor de kabel Slangconnector beschermgas Stuurstroomkabelconnector Stekker laskabel Montagesleuf koelvloeistofslang Zie "X5-tussenkabel" op pagina 30 en "Kabels installeren" op pagina 52 voor het installeren en aansluiten van de kabels.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Vergrendelingsarmen drukrol Uitgang doorvoerpijp. Zie "Aanvoerrollen installeren en vervangen" op pagina 76 voor het vervangen van de draadaanvoerrollen. Zie "Doorvoerpijpen installeren en vervangen" op pagina 79 voor het vervangen van de draadgeleidingsbuizen. 1.3.3 Handmatig functiepaneel Deze paragraaf beschrijft de bedieningselementen en de functies van de X5 draadaanvoerunit 200 Manual func- tiepaneel (X5 FP 200R).
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 1.4 X5 Wire Feeder 300 Deze paragraaf beschrijft de structuur van de X5 Wire Feeder 300 Manual, 300 Auto/Auto+ en 300 AP/APC. Er kunnen variaties optreden, afhankelijk van het model. Functiepaneel (en scharnierende afdekking van het functiepaneel) >>...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Binnenkant draadaanvoerunit (compartiment draadaanvoerunit) Draadhaspel >> Zie "Draadhaspels en naven (300)" op de volgende pagina voor meer informatie over de draadhaspels. Vergrendelde kap van draadhaspel Draadaanvoerrolmechanisme Draadin- en -doorvoerknop >> De lasdraad aanvoeren (terwijl de boog uit is).
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL X5 Wire Feeder 300 AP/APC/Auto+ : Aansluiting voor spanningsmeetkabel voor tussenkabel Zie "X5-tussenkabel" op pagina 30 en "Kabels installeren" op pagina 52 voor het installeren en aansluiten van de kabels. Als de ingebouwde rotameter voor gas is inbegrepen, bevindt deze zich ook in de kast met tussenkabels.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 1.4.2 Draadaanvoermechanisme Draadaanvoermechanisme van de X5 Wire Feeder 300: Aandrijfrollen en montagedoppen voor aandrijfrollen Vergrendelclip midden-doorvoerpijp Midden-doorvoerpijp Ingang doorvoerpijp Drukhandvaten Drukrollen en bevestigingspinnen drukrollen Vergrendelingsarmen drukrol Uitgang doorvoerpijp. Zie "Aanvoerrollen installeren en vervangen" op pagina 76 voor het vervangen van de draadaanvoerrollen.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Linker regelknop Rechter regelknop Schakelaarlogica selectieknop (2T/4T) Processelectie (MIG/MMA/gutsen) Homeknop (standaard lasmodus) Knop Lasdata Knop Instellingen Zie "Het X5 manueel functiepaneel gebruiken" op pagina 93 voor het gebruik van het functiepaneel. 1.4.4 Automatisch functiepaneel Deze paragraaf beschrijft de bedieningselementen en de functies van de X5 draadaanvoerunit 300 automatisch func- tiepaneel (X5 FP 300).
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Linker regelknop (met drukknopfunctie) Rechter regelknop (met drukknopfunctie) Selectie van geheugenkanalen (sneltoets) Zie de selectie (sneltoets) Zie de lasparameters (sneltoets). Zie "Het gebruik van het X5 automatisch functiepaneel" op pagina 101 voor het gebruik van het functiepaneel.
Pagina 24
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Het AP/APC-functiepaneel van de X5 Wire Feeder 300 aan de linkerkant en het AP/APC-functiepaneel van de X5 Wire Feeder HD300 aan de rechterkant: Linker regelknop (met drukknopfunctie) Rechter regelknop (met drukknopfunctie) Selectie van geheugenkanalen (sneltoets) Zie de selectie (sneltoets) Zie de lasparameters (sneltoets).
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 1.5 X5 Wire Feeder HD300 Deze paragraaf beschrijft de structuur van de X5 Wire Feeder HD300. Er kunnen variaties optreden, afhankelijk van het model. X5 Wire Feeder HD300: Functiepaneel (en scharnierende afdekking van het functiepaneel) >>...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Binnenkant draadaanvoerunit (compartiment draadaanvoerunit) Draadhaspelnaaf >> Zie "Draad installeren en vervangen (X5 WF HD300)" op pagina 72 voor meer informatie over de draadhaspel. Draadaanvoerrolmechanisme Gastestknop >> Test de beschermgasstroom en spoelt de gasleiding door. Draadin- en -doorvoerknop >>...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Binnenkant draadaanvoerunit (tussenkabelvak) Stekker laskabel Stuurstroomkabelconnector Aansluiting voor spanningsmeetkabel Slangconnector beschermgas Montagesleuf koelvloeistofslang Trekontlasting tussenkabel(aanpasbaar) Zie "X5-tussenkabel" op pagina 30 en "Kabels installeren" op pagina 52 voor het installeren en aansluiten van de kabels. Bij de X5 Wire Feeder HD300 gaat de deur van de draadaanvoerunitkast aan de zijkant open. Houd hier rekening mee wanneer u overweegt een dubbele draadaanvoeropstelling op een dubbele draaiplaat te installeren.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Zie "Doorvoerpijpen installeren en vervangen" op pagina 79 voor het vervangen van de draadgeleidingsbuizen. 1.5.2 Handmatig functiepaneel Deze paragraaf beschrijft de bedieningselementen en de functies van de X5 draadaanvoerunit 300 Manual func- tiepaneel (X5 FP 300R).
Pagina 29
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Het AP/APC-functiepaneel van de X5 Wire Feeder 300 aan de linkerkant en het AP/APC-functiepaneel van de X5 Wire Feeder HD300 aan de rechterkant: Linker regelknop (met drukknopfunctie) Rechter regelknop (met drukknopfunctie) Selectie van geheugenkanalen (sneltoets) Zie de selectie (sneltoets) Zie de lasparameters (sneltoets).
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 1.6 X5-tussenkabel De X5-tussenkabels zijn verkrijgbaar in verschillende lengtes en configuraties om te passen bij de set-up van uw appa- ratuur. Raadpleeg "Kabels installeren" op pagina 52 voor het installeren van de tussenkabel. Watergekoeld (PS = einde van de tussenkabel voor de stroombron, DA = einde van de tussenkabel voor de draadaanvoerunit.)
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Met spanningsmetingskabel en waterkoeling (PS = einde van de tussenkabel voor de stroombron, DA = einde van de tussenkabel voor de draadaanvoerunit.) Beschermgasslang Stuurstroomkabel Laskabel Koelvloeistofslang (uitgang/ingang, met kleurcodering) Koelvloeistofslang (uitgang/ingang, met kleurcodering) Trekontlastingsmof (aan stroombroneinde) Trekontlastingsmof (aan draadaanvoeruniteinde) Spanningsmetingskabel.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 1.7 X5-koelunit (optioneel) Voorzijde: Afdekkap koelunitcontainer Peilindicator koelvloeistof Vergrendelingsinterface aan voorzijde (voor vergrendeling op de wagen) Vergrendelingsinterface aan voorzijde (voor vergrendeling op de stroombron) Vergrendelingsinterface aan achterzijde (voor vergrendeling op de stroombron) Knop voor circulatie van de koelvloeistof >>...
Bij het installeren van de volledige set van apparatuur die is gestapeld als een toren – waterkoeler onderaan, stroom- bron in het midden en draadaanvoerunit bovenaan – moet u de apparatuur altijd installeren en vastzetten op een Kemppi-onderwagen die compatibel is met de X5 FastMig, of de apparatuur vastzetten aan andere geschikte steu- nen op locatie.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Vóór installatie • Maak uzelf bekent met en houd u aan de plaatselijke en landelijke vereisten betreffende de installatie en het gebruik van hoogspanningsapparatuur. • Controleer de inhoud van de pakketten en verzeker u ervan dat de onderdelen niet beschadigd zijn.
Sluit het apparaat niet aan op de netvoeding voordat de installatie is voltooid. Installeer de 3-fasestekker conform de vereisten van de X5 FastMig-stroombron en de locatie. Zie ook "Technische gege- vens" op pagina 167 voor specifieke technische gegevens voor de stroombron.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.2 Koelunit installeren (optioneel) De X5-koelunit moet worden geïnstalleerd door een bevoegde servicemedewerker. Benodigde gereedschappen: Verwijder de kleine stekkerafdekking van de achterzijde van de stroombron. Leid de aansluitkabels van de koelunit op een wijze dat deze gedurende de volgende stappen toegankelijk blijven.
De X5 FastMig heeft twee transportunitmogelijkheden: een wagen met 4 wielen en een rek voor gasflessen, en een wagen met 2 wielen zonder rek voor gasflessen. De X5 FastMig-apparatuur kan met of zonder de koelunit op de wagen worden geïnstalleerd.
Pagina 41
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Bevestig de koelunit aan de wagen met twee schroeven (M5x12) aan de voorzijde en twee schroeven (M5x12) aan de achterzijde. Installeer de stroombron bovenop de koelunit. Zie "Koelunit installeren (optioneel)" op pagina 37 voor instal- latiebijzonderheden.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.4 Draadaanvoerunit installeren met vaste plaat Deze paragraaf beschrijft de vaste installatie van de X5 Wire Feeder 300 (bovenop de stroombron). Voor een gestapelde installatie is extra ondersteuning vereist. Lees hier de installatieaanwijzingen: "Installatie" op pagina 34.
Pagina 44
Bevestig deze op hun plaats met de twee schroeven die meegeleverd zijn met het ver- grendelingsmechanisme (M6x40). Afhankelijk van uw X5 FastMig-opstelling zijn er twee opties voor de bevestigingsplaat aan de achterzijde ver- krijgbaar. Beide hebben een interface voor het trekontlastingsmechanisme van de tussenkabel, maar de langere fun- geert ook als een verbindingsbeugel voor de wagen.
Als de achterste bevestigingsplaat in dit stadium nog niet geïnstalleerd is, installeer deze dan samen met het draai- plateau. Afhankelijk van uw X5 FastMig-opstelling zijn er twee opties voor de bevestigingsplaat aan de achterzijde ver- krijgbaar. Beide hebben een interface voor het trekontlastingsmechanisme van de tussenkabel, maar de langere fun- geert ook als een verbindingsbeugel voor de wagen.
Pagina 47
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Zet het draaiplateau vast (samen met de achterste bevestigingsplaat) met de schroeven van de bovenkap van de stroombron (M6x30). Tip: Draai de bovenste plaat om toegang te krijgen tot de bevestigingsgaten in de onderste plaat.
Als de achterste bevestigingsplaat in dit stadium nog niet geïnstalleerd is, installeer deze dan samen met het draai- plateau. Afhankelijk van uw X5 FastMig-opstelling zijn er twee opties voor de bevestigingsplaat aan de achterzijde ver- krijgbaar. Beide hebben een interface voor het trekontlastingsmechanisme van de tussenkabel, maar de langere fun- geert ook als een verbindingsbeugel voor de wagen.
Pagina 50
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Zet het draaiplateau vast (samen met de achterste bevestigingsplaat) met de schroeven van de bovenkap van de stroombron (M6x30). Tip: om toegang te krijgen tot de bevestigingsgaten in de onderste plaat en om het draaiplateau te draaien,...
Pagina 51
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Schuif de draadaanvoerunit van voor naar achter, totdat de stang aan de achterzijde van de unit vergrendelt in het vergrendelmechanisme op het draaiplateau. Controleer of de voorzijde van de unit ook op zijn plaats is vergrendeld (aan de voorste rand van het draaiplateau).
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.7 Kabels installeren Sluit de tussenkabel eerst aan op de draadaanvoerunit en vervolgens op de stroombron. Zie "X5 Wire Feeder 200" op pagina 14, "X5 Wire Feeder 300" op pagina 18 of "X5 Wire Feeder HD300" op pagina 25 (afhankelijk van uw model draad- aanvoerunit) voor de beschrijvingen van de stekkers en hun locaties.
Pagina 53
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Bevestig de trekontlasting voor de kabel. >> X5 Wire Feeder 200: plaats de kabel op de nok in de draadaanvoerunit en zet de kabel vast door het deurtje dicht te doen en de sluitingen te vergrendelen.
Pagina 54
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL controleer of de uitzettende vergrendelingsknop goed vastzit en draai deze indien nodig aan: Tip: Extra bevestiging voor trekontlasting op X5 Wire Feeder 300 (schroef M6x16), optioneel: X5 Wire Feeder 300: sluit en vergrendel de kap van het kabelvak.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL De tussenkabel en de werkstukkabel aansluiten op de stroombron Bevestig de trekontlasting van de kabel (1) aan de bevestigingsplaat aan de achterzijde. Sluit de lasstroomkabel aan op de plusconnector (+) (2) op de stroombron. Sluit de werkstukkabel aan op de minconnector (-) (5) op de stroombron.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Alleen Puls+ stroombron: Als u de spanningsmetingskabel in gebruik hebt, sluit die dan aan op de connector (7) op de achterkant van de stroombron. Bij de meeste MIG/MAG-toepassingen en lasdraden wordt de lasstroomkabel van de draadaanvoerunit aangesloten op de positieve pool van de stroombron.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.8 Laspistool aansluiten X5 FastMig is ontworpen voor gebruik met de Kemppi Flexlite GX-laspistolen. Zie userdoc.kemppi.com voor de bedie- ningsinstructies voor Flexlite GX. Controleer altijd of de draadliner, de contacttip en het gasmondstuk geschikt zijn voor de laswerkzaamheden.
Afstandsbedieningen zijn optioneel. Om bediening op afstand mogelijk te maken, sluit u de afstandsbediening aan op de X5 FastMig-lasapparatuur. De afstandsbedieningsmodus kan ook worden ingesteld en aangepast in de instellingen van het functiepaneel ("AP/APC-functiepaneel: Apparaatinstellingen" op pagina 133 of "Manueel functiepaneel: Instel- lingen"...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.10 Draad installeren en vervangen (X5 WF 200) In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de draad en de haspel op de X5 Wire Feeder 200 installeert. Bevestig het laspistool aan de draadaanvoer voordat u de draadhaspel installeert.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Zet de draadhaspel op zijn plaats vast door de sluitknop in de gesloten positie te draaien. Stel indien nodig de haspelrem af door de schroef te draaien (met een inbussleutel) in het midden van het naaf- vergrendelingsmechanisme.
Pagina 63
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Vijl de punt van de lasdraad glad. Scherpe randen aan het uiteinde van het toevoegmateriaal kunnen de draadliner beschadigen. Zet de drukarmen los om de aanvoerrollen uit elkaar te bewegen. Leid het toevoegmateriaal door de ingangsbuis (a) en de middelste draaddoorvoerpijp (b) naar de uitgangsbuis (c), van waar het toevoegmateriaal naar het laspistool loopt.
Pagina 64
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Sluit de drukarmen, zodat de lasdraad tussen de aanvoerrollen wordt vastgeklemd. Zorg ervoor dat het toe- voegmateriaal in de groeven van de aanvoerrollen valt. Stel de druk van de aanvoerrollen af met de drukhevel. De druk is voor beide paren aanvoerrollen gelijk.
Pagina 65
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Druk op de knop voor draadin- en -doorvoer om de lasdraad in het laspistool in te voeren. Stop wanneer de draad de contacttip van het laspistool bereikt. >> Bij de X5 Wire Feeder 200 bevindt de knop voor draadin- en -doorvoer zich op het functiepaneel.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.11 Draad installeren en vervangen (X5 WF 300) In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de draad en de haspel op de X5 Wire Feeder 300 installeert. Bevestig het laspistool aan de draadaanvoer voordat u de draadhaspel installeert.
Pagina 67
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Om de naaf van de haspelrem te verwijderen, maakt u de spanknop van de haspelrem los in het midden van de rem en trekt u de remhelften uit elkaar. Om een nieuwe draadhaspel te installeren: Open de bovenkap van de draadaanvoerunit en de vergrendelingskap van de draadhaspel.
Pagina 68
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Bevestig de draadhaspel op zijn plaats door het vergrendelende deksel van de draadhaspel te sluiten. Om het toevoegmateriaal te installeren: Trek het uiteinde van de lasdraad uit de haspel en knip de vervormde delen af, zodat het uiteinde recht is.
Pagina 69
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Leid het toevoegmateriaal door de ingangsbuis (a) en de middelste draaddoorvoerpijp (b) naar de uitgangsbuis (c), van waar het toevoegmateriaal naar het laspistool loopt. Duw het toevoegmateriaal met de hand zo ver in het pistool dat de draad de draadliner bereikt (ongeveer 20 cm).
Pagina 70
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Stel de druk van de aanvoerrollen af met de drukhevel. De druk is voor beide paren aanvoerrollen gelijk. De schaalverdeling op het drukhandvat geven aan welke druk wordt uitgeoefend op de aanvoerrollen. Stel de druk van de aanvoerrollen af volgens de onderstaande tabel.
Pagina 71
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Zorg er vóór het lassen voor dat de lasparameters en -instellingen op het functiepaneel voldoen aan uw las- instelling. >> Zie "Het X5 manueel functiepaneel gebruiken" op pagina 93 en "Het X5 AP/APC-functiepaneel gebruiken" op pagina 117 voor meer informatie.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.12 Draad installeren en vervangen (X5 WF HD300) In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de draad en de haspel op de X5 Wire Feeder HD300 installeert. Bevestig het laspistool aan de draadaanvoer voordat u de draadhaspel installeert.
Pagina 73
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Stel indien nodig de haspelrem bij door aan de spanknop van de haspelrem in het midden van de haspelnaaf te draaien. Om het toevoegmateriaal te installeren: Trek het uiteinde van de lasdraad uit de haspel en knip de vervormde delen af, zodat het uiteinde recht is.
Pagina 74
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Leid het toevoegmateriaal door de ingangsbuis (a) en de middelste draaddoorvoerpijp (b) naar de uitgangsbuis (c), van waar het toevoegmateriaal naar het laspistool loopt. Duw het toevoegmateriaal met de hand zo ver in het pistool dat de draad de draadliner bereikt (ongeveer 20 cm).
Pagina 75
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL De schaalverdeling op het drukhandvat geven aan welke druk wordt uitgeoefend op de aanvoerrollen. Stel de druk van de aanvoerrollen af volgens de onderstaande tabel. Toevoegmateriaal Aanvoerrolprofiel Diameter lasdraad (mm) Instelling (x 100 N) Fe/Ss massief V-groef 0.8−1.0...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.13 Aanvoerrollen installeren en vervangen De hier beschreven installatiemethode is hetzelfde voor zowel de X5 Wire Feeder 200 als de X5 Wire Feeder 300. Er kunnen modelspecifieke variaties in het uiterlijk en de positionering optreden.
Pagina 77
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Trek de bevestigingspinnen van de drukrol eraf. Aan de bevestigingspinnen van de drukrollen zijn centrale assen bevestigd, terwijl de centrale assen van de aan- drijfrollen fungeren als aandrijfassen die rechtstreeks zijn bevestigd op het draadaanvoermechanisme/de motor.
Pagina 78
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Volg de eerdere stappen in omgekeerde volgorde om de draadaanvoerrollen te installeren. Lijn de snede aan de onderzijde van de aandrijfrollen uit met de pen van de aandrijfas. Breng de montagedoppen en bevestigingspinnen weer aan om de aandrijving en de drukrollen vast te zetten.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 2.14 Doorvoerpijpen installeren en vervangen Het draadaanvoermechanisme omvat drie doorvoerpijpen. Deze moeten worden vervangen wanneer de diameter van de lasdraad toeneemt of als het materiaal verandert. Wanneer u de uitgaande doorvoerpijp vervangt, moet het laspistool zijn ontkoppeld.
- Gebruik niet de volledige flesinhoud. - Gebruik altijd een gecertificeerde en geteste regelaar en debietmeter. Neem voor de keuze van het gas en de apparatuur contact op met uw plaatselijke Kemppi-dealer. Zonder gasfleswagen: plaats de gasfles op een geschikte, veilige plaats.
Pagina 82
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL >> Met de X5 Wire Feeder 300 bevindt de knop voor gastest zich op de draadaanvoerkast: >> Met de X5 Wire Feeder 300 HD bevindt de knop voor gastest zich op de draadaanvoerkast: Druk opnieuw op de gastestknop om de gasstroom te verstellen. Gebruik de ingebouwde rotameter of een externe debietmeter en regelaar voor meten en verstellen.
Gebruiksaanwijzing - NL 2.16 Overige optionele accessoires Naast de accessoires die in de installatiehoofdstukken zijn behandeld, heeft X5 FastMig ook verschillende andere opti- onele accessoires om het gebruik te vereenvoudigen en de laskwaliteit te verbeteren. Bij het installeren van de volledige set van apparatuur die is gestapeld als een toren, en tevens het gebruik van het draaiplateau voor de dubbele draadaanvoerunit of de balansarm, moet u altijd de bredere steunplaat voor de voor- ste roller gebruiken die is meegeleverd met de apparatuur.
Ophanging draadaanvoerunit voor zwenkarm (voor X5 WF HD300) De ophanging van de draadaanvoerunit voor de zwenkarm vereenvoudigt het lassen op plaatsen waar moeilijk het gehele X5 FastMig-lassysteem naartoe kan worden gebracht. Hang de draadaanvoerunit niet aan het handvat. Gebruik in plaats daarvan de ophangbeugel van de draad- aanvoerunit voor de zwenkarm.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Draaiplateau voor dubbele draadaanvoerunit (voor X5 WF 300) Met het draaiplateau voor een dubbele draadaanvoerunit kunt u twee draadaanvoerunits met één stroombron gebrui- ken. Adapter voor dubbele tussenkabel Met de adapter voor de dubbele tussenkabel kunnen twee draadaanvoerunits worden aangesloten op één stroombron.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Accessoirerek Het accessoirerek biedt plaats aan de kleine onderdelen en gereedschappen die nodig zijn voor het lassen. Het moet aan de kant van het lasapparaat worden geïnstalleerd. Verwarming voor draadaanvoer De kastverwarming van de draadaanvoerunit houdt de temperatuur op een hoger niveau om te voorkomen dat vocht in de kast condenseert.
Gebruiksaanwijzing - NL 2.17 Lasprogramma’s verkrijgen Het gebruik van lasprogramma's en Wise en MAX functies en processen is mogelijk met de X5 FastMig Auto- en Puls- systeemconfiguraties (zie "Algemeen" op pagina 5). WiseRoot+, WiseThin+ en MAX Position-processen vereisen een pulslassysteem (bij de Wise-processen is specifiek een Pulse+-stroombron vereist).
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 3. BEDIENING Controleer voor gebruik van de apparatuur of alle benodigde stappen voor de installatie zijn uitgevoerd volgens de instructies en in overeenstemming met de configuratie van uw apparatuur. Sluit het lasapparaat alleen aan op een geaard elektriciteitsnetwerk.
Als het lasapparaat langdurig niet wordt gebruikt, moet de primaire stekker uit het stopcontact worden getrokken. Koelunit voorbereiden Vul de koelvloeistofcontainer in de koelunit met koelvloeistof van Kemppi. Zie "Koelunit en circulatiekoelvloeistof vullen" op de volgende pagina voor instructies voor het vullen van de koelunit. Voor het lassen moet u de koelvloeistof door het systeem laten circuleren door te drukken op de koelvloeistofcirculatieknop op het voorpaneel van de koelunit.
Elke keer nadat u het laspistool hebt verwisseld, moet u op de koelvloeistofcirculatieknop drukken. 3.1.2 Het kalibreren van de laskabel Met X5 FastMig kan de weerstand van de laskabel worden gemeten met gebruik van de ingebouwde kabel- kalibratiefunctie zonder extra meetkabel. Deze kalibratiefunctie is alleen beschikbaar in de MIG-bedieningsmodus.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Druk op de knop van het menu Instellingen. Draai aan de regelknop om tussen de menuopties om te schakelen. Selecteer een menuoptie voor verstelling door te drukken op de regelknop. Draai aan de regelknop om de parameterwaarde te verstellen (of een andere instellingenwaarde).
Pagina 97
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Kratervulling AAN/UIT Wanneer met hoog vermogen wordt Standaard = UIT gelast, ontstaat meestal een krater aan het einde van de las. De kratervulling- - Tijd kratervulling Min./max. = 0,1 ... 5 sec, stap 0,1 sec...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Gemiddelden lasdata Zonder slopes / volledige las Met deze functie kan de gebruiker instel- Standaard = Zonder slopes len hoe de gemiddelden van de lasdata worden berekend: met of zonder de slope-fases bij het starten en stoppen van het lassen.
Hiermee wordt de tijdklok gereset. Taal Beschikbare talen Help >>> Het paneeldisplay toont de QR-code voor snelle toegang tot Kemppi Userdoc op een mobiel toestel. Foutlog * >>> Toont de foutcode, datum en tijd en een beknopte beschrijving van de fout.
3.3 Het gebruik van het X5 automatisch functiepaneel Het functiepaneel van de X5 Wire Feeder 300 Auto/Auto+ draadaanvoerunit en functiepaneel omvat uitgebreide moge- lijkheden en functies voor MIG-lassen met de optie voor het gebruik van de X5 FastMig en voor TIG (DC)- en MMA-lassen en -gutsen.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL >> Sneltoets voor de geheugenkanalenselectie >> Gewijzigde lasparameters kunnen snel worden opgeslagen in het actieve geheugenkanaal door de knop Geheu- genkanalen gedurende ca. 2 seconden ingedrukt te houden. Dit functioneert in iedere weergave. Knop Weergavemenu >>...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL >> Met de Wise-programma-eigenschappen wordt een overeenkomstige verstelling van de Wise-parameter weer- gegeven. Regelknopfuncties in startweergave Linker regelknop: • In MIG-modus: Aanpassing draadaanvoersnelheid • In 1-MIG-modus: Aanpassing draadaanvoersnelheid • In TIG/MMA-modus: Verstelling van lasstroom •...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Geheugenkanalen beheren Via het menu Acties worden de geheugenkanalen beheerd. Open het actiemenu door op de rechter regelknop te drukken. Draai de rechter regelknop voor het markeren van de gewenste actie. Selecteer de actie door te drukken op de rechter regelknop.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Lasparameters aanpassen Draai de rechter regelknop voor het markeren van de gewenste lasparameter. Druk op de rechter regelknop voor het selecteren van de lasparameter om deze te verstellen. Draai de rechter regelknop voor het verstellen van de waarde van de lasparameter.
Pagina 106
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Touch Sense Ignition AUTO/AAN Touch Sense Ignition zorgt voor een mini- male hoeveelheid spatten en stabiliseert de boog direct nadat die is ontstoken. Nastroom (Post current) -30 ... +30 De instelling Nastroom is van invloed op...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Kratervulling (Crater fill) AAN/UIT (ON/OFF) Wanneer met hoog vermogen wordt gelast, ontstaat meestal een krater aan het einde van de las. De kratervulling- functie verlaagt het lasvermogen/de - Tijd kratervulling (Crater fill time) 0.0 ... 10.0 sec., stap 0,1...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Upslope AAN/UIT (ON/OFF) Upslope is een lasfunctie die de tijd bepaalt, gedurende welke de lasstroom - Upslope startniveau 10 ... 100%, stap 1 aan het begin van de las geleidelijk wordt Standaard = 50 verhoogd tot het gewenste niveau. Het...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL DPulse-verhouding 10 ... 90%, stap 1 Hiermee stelt u het percentage van de dubbele pulstijd in, d.w.z. hoe lang de dubbele puls op het eerste pulsniveau is. Het tweede pulsniveau wordt bepaald in relatie tot de eerste niveau-instelling.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Pulsstroom % -10 … 15 %, stap 1 MAX Position pulsstroomaanpassing. Standaard = 0 Plaatdikte 3.0 ... 12,0 mm MAX Position plaatdikte-instelling. TIG-lasparameters De parameters die hier worden opgesomd, zijn beschikbaar voor verstelling met het TIG-proces.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Stroom 10 ... apparaat formaat A, stap 1 Stroomverstelling. Standaard = 50 A Hotstartniveau -30 ... +30 Lasfunctie die aan het begin van het las- Standaard = 0 sen een hogere of lagere draad- aanvoersnelheid en lasstroom gebruikt.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 3.3.6 Automatisch functiepaneel Instellingen Instellingen wijzigen Draai de rechter regelknop voor het markeren van de gewenste instellingenparameter. Druk op de rechter regelknop voor het selecteren van de instellingenparameter om deze te verstellen. Draai aan de rechter regelknop voor het selecteren van de instellingenwaarde.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL len en 10 gutskanalen hebben. Voor de ingelogde gebruiker worden het geheugenkanaal en de systeeminstellingen automatisch opgeslagen. Instellingen Parameter Parameterwaarde Omschrijving Gebruiker Huidige gebruiker Er is altijd een ingelogde gebruiker in het systeem. Wanneer een nieuwe gebruiker inlogt, wordt de vorige gebruiker auto- matisch uitgelogd.
Gebruik het lasprogramma dat overeenstemt met uw lasinstelling (bijv. lasdraad en gaseigenschappen). Het gebruik van de aanvullende lasprogramma's en de Wise en MAX-eigenschappen is mogelijk met de X5 FastMig- Auto apparatuur in de MIG-bedrijfsmodus. Pulsstroombron is vereist voor het proces MAX Position (optioneel) en Pul- se+-stroombron voor de processen WiseRoot+ (optioneel) en WiseThin+ (optioneel).
Pagina 115
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Ga naar de weergave Geheugenkanalen. (Raadpleeg "Automatisch functiepaneel Kanalen" op pagina 103 voor meer informatie.) Ga naar het actiemenu. Selecteer Kanaal aanmaken. >> Er wordt een filterweergave geopend. Alleen MIG: Gebruik de filteropties (bijv. materiaal, draadmateriaal of draaddiameter) om de lasprogramma's te zoe- ken die het beste geschikt zijn voor het doel.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Blader omlaag naar Opslaan als en selecteer dit om op te slaan. Selecteer de geheugenkanaalsleuf om op te slaan en bevestig. Wanneer u klaar bent, kunt u doorgaan naar de weergave Lasparameters om de lasinstellingen voor het nieuwe kanaal te verstellen of kunt u een nieuw kanaal aanmaken of teruggaan naar de weergave Kanalen.
3.4 Het X5 AP/APC-functiepaneel gebruiken Het functiepaneel van de X5 Wire Feeder 300 AP/APC draadaanvoerunit en functiepaneel omvat uitgebreide moge- lijkheden en functies voor MIG-lassen met de optie voor het gebruik van de X5 FastMig en voor TIG (DC)- en MMA-lassen en -gutsen.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Knop Weergavemenu >> Ga naar de weergaveselectie >> Als u lang op de knop drukt, gaat u terug naar de startweergave, of als u al in de startweergave bent, naar de als laatste gebruikte weergave.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Draadaanvoersnelheid (MIG) of stroom (TIG, MMA, gutsen) Actief lasproces Toegepaste apparaatinstellingen (bijv. afstandsbediening of tussenaanvoerunit) Lasspanning >> Bij 1-MIG wordt de fijnafstemming van de processpanning weergegeven. >> Met Wise/MAX-proces wordt een bijbehorende Wise/MAX-parameteraanpassing weergegeven. Configureerbare functie voor de rechter regelknop >>...
Pagina 120
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Ga naar het Weld Assist-scherm en selecteer 'Volgende' met de regelknop om te starten. Selecteer: >> Het soort lasnaad: stompe las / hoekverbinding / randnaad / stuiknaad / T-naad / buisnaad / buis+plaatnaad. >> De laspositie: PA / PB / PC / PD / PE / PF / PG >>...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Sla de aanbevolen lasinstellingen van Weld Assist op door 'Opslaan' te selecteren. Selecteer de geheugenkanaalsleuf om op te slaan. Eenmaal opgeslagen, kan de geheugenplaats in gebruik genomen worden door Gebruiken in Weld Assist te kie- zen, of later in de geheugenkanalen-weergave.
Pagina 123
De WPS-weergave toont de digitale WPS'en met een of meer laslagen die zijn toegewezen aan de lasser of het las- station in de Kemppi WeldEye-cloudservice. Om een dWPS in gebruik te nemen: Selecteer de gewenste dWPS om te bekijken en voor het selecteren van een laslaag door aan de rechter regelknop te draaien en op de rechter regelknop te drukken.
Pagina 124
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Kies een laslaag op de dWPS door aan de rechterregelknop te draaien en ga naar het actiemenu door op de rech- terregelknop te drukken. >> Het gekoppelde geheugenkanaal dat standaard is ingesteld, wordt benadrukt (in helder blauw) voor elke las- laag.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL De actieve WPS kan worden gedeactiveerd door 'Stoppen met gebruiken' te selecteren in het menu Laslaagacties van de WPS. Meer functiebeschrijvingen hier: >> "Digitale lasprocedurespecificatie (dWPS)" op pagina 147 >> "WeldEye ArcVision" op pagina 147 3.4.5 AP/APC-functiepaneel: Lasparameters De weergave Lasparameters omvat een start- en stopcurve voor het visualiseren en verstellen van de meest essentiële...
Pagina 126
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Lasparameters aanpassen Draai de rechter regelknop voor het markeren van de gewenste lasparameter. Druk op de rechter regelknop voor het selecteren van de lasparameter om deze te verstellen. Draai de rechter regelknop voor het verstellen van de waarde van de lasparameter.
Pagina 127
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Voorgas 0.0 ... 9,9 s, Auto, stap 0,1 Lasfunctie waarmee het beschermgas 0,0 = UIT begint te stromen, voordat de boog wordt ontstoken. Dit zorgt ervoor dat het metaal bij het begin van het lasproces niet in aanraking komt met lucht.
Pagina 128
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Kratervulling (Crater fill) AAN/UIT (ON/OFF) Wanneer met hoog vermogen wordt gelast, ontstaat meestal een krater aan het einde van de las. De kratervulling- functie verlaagt het lasvermogen/de - Tijd kratervulling (Crater fill time) 0.0 ... 10,0 s, Auto, stap 0,1...
Pagina 129
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Schakelaarlogica 2T, 4T, Powerlog (2 niveaus of 3 niveaus) Laspistolen kunnen verschillende bedie- ningsmodi voor de schakelaar hebben (schakelaarlogica). De meest gebruikelijke zijn 2T en 4T. In de 2 takt houdt u de scha- kelaar ingedrukt tijdens het lassen. In de 4...
Pagina 130
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Puls/DPulse lasparameters De hier vermelde parameters zijn beschikbaar voor aanpassing naast de MIG- en 1-MIG-lasparameters wanneer een X5-puls- stroombron is aangesloten. DPulse = dubbelpulsproces. Parameter Parameterwaarde Omschrijving Pulsstroom % -10 ... +15%, stap 1 De fijnafstemming van de pulsstroom ten opzichte van de stroom met puls- en DPulse-lasprocessen.
Pagina 131
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL MAX Position-parameters De hier vermelde parameters zijn specifiek voor het MAX Position-proces. Parameter Parameterwaarde Omschrijving MAX Position-frequentie -0.5 ... +0,5 Hz, stap 0,1 MAX Position-frequentie fijnafstemming. Standaard = 0 Pulsstroom % -10 … 15 %, stap 1 MAX Position pulsstroomaanpassing.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Gutsparameters De parameters die hier worden opgesomd, zijn beschikbaar voor verstelling met het gutsproces. Parameter Parameterwaarde Omschrijving Stroom 10 ... apparaat formaat A, stap 1 Stroomverstelling. Standaard = 50 A Hotstartniveau -30 ... +30 Lasfunctie die aan het begin van het las-...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 3.4.8 AP/APC-functiepaneel: Apparaatinstellingen Instellingen wijzigen Draai de rechter regelknop voor het markeren van de gewenste instellingenparameter. Druk op de rechter regelknop voor het selecteren van de instellingenparameter om deze te verstellen. Draai aan de rechter regelknop voor het selecteren van de instellingenwaarde.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL len en 10 gutskanalen hebben. Voor de ingelogde gebruiker worden het geheugenkanaal en de systeeminstellingen automatisch opgeslagen. Instellingen Parameter Parameterwaarde Omschrijving Gebruiker Huidige gebruiker Er is altijd een ingelogde gebruiker in het systeem. Wanneer een nieuwe gebruiker inlogt, wordt de vorige gebruiker auto- matisch uitgelogd.
Pagina 135
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Draad terugtrekken UIT/AAN Dit is een functie om de draad auto- matisch terug te trekken. Als de boog is gedoofd, wordt de draad teruggetrokken - Vertraging draad terugtrekken 2...10 s, stap 1 om de veiligheid te verhogen. De gebrui-...
MAX Cool (optioneel), WiseRoot+ (optioneel) en WiseThin+ (optioneel). Het gebruik van de aanvullende lasprogramma's en de Wise en MAX-eigenschappen is mogelijk met de X5 FastMig- Auto apparatuur in de MIG-bedrijfsmodus. Pulsstroombron is vereist voor het proces MAX Position (optioneel) en Pul- se+-stroombron voor de processen WiseRoot+ (optioneel) en WiseThin+ (optioneel).
Pagina 137
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Gebruik de filteropties (bijv. materiaal, draadmateriaal of draaddiameter) om de lasprogramma's te zoeken die het beste geschikt zijn voor het doel. De bedieningsmodus die is ingesteld in het paneel Instellingen bepaalt voor welk hoofdlasproces de programma's worden getoond.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Blader omlaag naar Opslaan als en selecteer dit om op te slaan. Selecteer de geheugenkanaalsleuf om op te slaan en bevestig. Wanneer u klaar bent, kunt u doorgaan naar de weergave Lasparameters om de lasinstellingen voor het nieuwe kanaal te verstellen of kunt u een nieuw kanaal aanmaken of teruggaan naar de weergave Kanalen.
In deze paragraaf beschrijft enkele geavanceerde X5 FastMig-functies en -kenmerken en het gebruik ervan. Veel van de hier beschreven functies zijn optioneel en alleen beschikbaar met de X5 FastMig Auto- en Puls- systeemconfiguraties (zie "Algemeen" op pagina 5). Raadpleeg de functiespecifieke beschrijvingen voor meer infor- matie over elke functie en functie.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL finieerde stroomniveau wordt het eerste niveau gekozen). Schakel de boog tijdens het lassen op ieder niveau uit door de schakelaar lang ingedrukt te houden. Om Powerlog in gebruik te nemen, gaat u naar de Lasparameters van het functiepaneel en selecteert u Powerlog als de schakelaarlogica.
>> Om het lasvermogen/de draadaanvoersnelheid te verstellen, moet u in het functiepaneel Startweergavedraaien aan de linker regelknop. >> Draai aan de rechter regelknop van het Startscherm van het functiepaneel om de lasspanning te finetunen. Ga voor meer informatie over Wise-producten naar www.kemppi.nl. 3.5.4 WisePenetration+-functie X5 WF Auto/Auto+ X5 WF AP/APC Bij standaard MIG/MAG lassen veroorzaken veranderingen in de uitsteeklengte een fluctuatie in de lasstroom.
De lasser merkt niets van de pulsen. De vorm en regeling van de stroom liggen dicht bij die van conventioneel sproeibooglassen. Ga voor meer informatie over Wise-producten naar www.kemppi.nl. 3.5.6 Pulslassen X5 PS Pulse/Pulse+ X5 WF Auto/Auto+ X5 WF AP/APC De voordelen van pulslassen zijn een hogere lassnelheid en neersmeltsnelheid vergeleken bij kortsluitbooglassen, een lagere warmte-inbreng vergeleken bij sproeibooglassen, een spatvrije druppelboog en een glad uiterlijk van de las.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL DPulse DPulse is een dubbelpuls MIG-/MAG-lasproces met twee afzonderlijke stroomniveaus. Het lasvermogen varieert tussen deze twee niveaus. De parameters van elk niveau worden afzonderlijk geregeld bij 5 FastMig. >> Om het DPulse-lasproces in gebruik te nemen, gaat u naar Geheugenkanalen en kiest u een beschikbaar DPulse-kanaal.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL >> Ga naar het Lasparametersscherm van het functiepaneel en kies deWiseThin+ om hem in gebruik te nemen. Eventueel kunt u naar de Geheugenkanalenweergave gaan en een nieuw geheugenkanaal maken met het WiseThin+-proces. >> Om de draadaanvoersnelheid in te stellen, draait u aan de linkerregelsknop wanneer u in het hoofdlasbeeld (Startweergave) bent.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL • AlMg & Ar (1,0 mm, 1,2 mm) MAX Position ondersteunt deze plaatdiktes: • 3...12 mm MAX Position maakt ook gebruik van andere lasprocessen (afhankelijk van het materiaal en het type uitrusting: • Fe en Fe MC: 1-MIG (met laag vermogen) en Puls-MIG (met hoog vermogen) •...
Pagina 146
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Voer de SSID (Service Set Identifier) van uw lokale draadloze netwerk in, bijv de naam van uw WLAN-netwerk. >> Gebruik de rechterregelknop om letters te selecteren. Voer uw WLAN-wachtwoord in. >> Gebruik de rechterregelknop om letters te selecteren.
Bij andere X5 FastMig-modellen is een extra Digital Connectivity Module (DCM)-apparaat vereist. DCM wordt recht- streeks aangesloten op de bedieningsstekker van de X5 FastMig met de kabels en adapters die worden meegeleverd met het DCM-apparaat. De DCM kan worden aangesloten op de bedieningsstekker van de draadaanvoerunit of van de stroombron.
3.5.16 USB-back-up en herstel X5 WF AP/APC Met deze functie kunnen de huidige lasparameters, geheugenkanalen en andere instellingen op een USB-geheugenstick worden opgeslagen. Deze kunnen later op dezelfde lasapparatuur of andere compatibele X5 FastMig-apparatuur wor- den hersteld. Schakel de lasapparatuur in.
(overeenkomstig het serie- nummer van de stroombron). Neem voor meer informatie over de beschikbare software en compatibiliteit contact op met uw plaatselijke Kemppi-vertegenwoordiger. Bij een dubbele draadaanvoerunitopstelling moet de update op beide draadaanvoerunits afzonderlijk worden uit- gevoerd.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 3.5.18 Cyclustimer X5 WF APC Cyclustimer is een lasfunctie die automatisch een enkele las of meerdere lassen van een vooraf bepaalde tijdsduur pro- duceert met een druk op de laspistoolschakelaar. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt om lasconsistentie te bereiken bij het maken van een enkele las (A) of een onderbroken las (B), of om eenvoudig schone hechtlassen te maken met een lage warmte-inbreng.
Gebruiksaanwijzing - NL 3.7 Hefapparatuur Houd u aan de veiligheidsmaatregelen als u de X5 FastMig-lasapparatuur moet optillen. Volg ook de ter plaatse gel- dende regelgeving. X5 FastMig-lasapparatuur kan als geheel alleen worden opgetild met een mechanische takel, als de apparatuur goed op de betreffende transportunit is bevestigd.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 4. ONDERHOUD Bij het bepalen en plannen van routinematig onderhoud moet u rekening houden met de gebruiksfrequentie van het lassysteem en de werkomgeving. Een correcte bediening van het lasapparaat en regelmatig onderhoud helpen onnodige uitval en defecten te voor- komen.
• Controleer de aanvoerrollen en het drukhandvat van de draadaanvoer. Reinig en smeer ze – indien nodig – met een kleine hoeveelheid lichte machine-olie in. Neem voor reparaties contact op met Kemppi via www.kemppi.nl of met uw dealer. Onderhoud laspistool userdoc.kemppi.com...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 4.2 Periodiek onderhoud Alleen gekwalificeerde servicemedewerkers mogen periodiek onderhoud uitvoeren. Alleen bevoegde elektriciens mogen elektrische werkzaamheden uitvoeren. Voordat u de dekplaat verwijdert, dient u de stroombron los te koppelen van het lichtnet en ongeveer twee minuten te wachten voordat u de condensator ontlaadt.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 4.3 Servicewerkplaatsen De Kemppi-servicewerkplaatsen voeren het onderhoud van lassystemen uit volgens de Kemppi-serviceovereenkomst. De belangrijkste aspecten in de onderhoudsprocedure in de servicewerkplaats zijn: • Reiniging van het apparaat • Onderhoud van de lasgereedschappen • Controle van de connectors en schakelaars •...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 4.4 Problemen verhelpen De opgesomde problemen en de mogelijke oorzaken zijn niet definitief maar suggereren een aantal typische situ- aties die kunnen optreden tijdens normaal gebruik van het lassysteem. Lassysteem: Probleem Aanbevolen handelingen Het lassysteem start niet op Controleer of de primaire kabel goed is aangesloten.
Pagina 161
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Ongelijkmatige en/of slechte laskwaliteit Controleer of het beschermgas niet op is. Controleer of de stroom van het beschermgas niet geblokkeerd Controleer of het gastype correct is voor de toepassing. Controleer de polariteit van het pistool/de elektrode.
Niet uitschakelen, laat de ventilatoren het apparaat mogen. afkoelen. Als de ventilatoren niet draaien, neem dan contact op met de serviceafdeling van Kemppi. Interne 24V-spanning is te De stroombron bevat een niet- Start de stroombron opnieuw op. Neem, als de fout laag werkende 24V-voeding.
Pagina 163
Als de ventilatoren niet draaien, neem dan contact op met de serviceafdeling van Kemppi. Koelvloeistof circuleert niet Geen koelvloeistof of circulatie is Controleer het vloeistofniveau in de koelunit. Con- geblokkeerd.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 4.6 Installeren en reinigen van de luchtfilter voor de stroombron Een optionele luchtfilter voor de stroombron kan apart worden aangeschaft. De luchtfilter wordt geleverd met een vaste behuizing die is ontworpen voor rechtstreekse montage op de luchtinlaat van de stroombron.
De eigenaar van het apparaat is verplicht het af te voeren apparaat aan te bieden bij een regionaal inzamelpunt volgens de aanwijzingen van de lokale overheid of die van een Kemppi-medewerker. Door deze Europese richtlijnen toe te pas- sen, levert u een bijdrage aan een beter milieu en handelt u in het belang van de volksgezondheid.
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 5. TECHNISCHE GEGEVENS Technische gegevens: • Zie "X5-stroombronnen" op de volgende pagina voor de technische gegevens van de X5-stroombron. • Zie "X5-draadaanvoerunits" op pagina 182 voor de technische gegevens van de X5-draadaanvoerunit. • Zie "X5-koelunit" op pagina 188 voor de technische gegevens van de X5-koelunit.
Pagina 174
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL X5 Power Source 400 MV Pulse+ X5 Power Source 400 MV Pulse+ Kenmerk Waarde Netaansluitspanning 220...230 V ±10% 3~50/60 Hz 380 ... 460 V ±10% Netkabel H07RN-F 6 mm² Ingangsstroom bij nominale 19 kVA maximale stroom Maximale voedingsstroom @ 220...230 V...
Pagina 175
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Buitenafmetingen L x W x H 750 x 263 x 456 mm Externe afmetingen ver- L x W x H 785 x 285 x 505 mm pakking Gewicht 43.5 kg Voedingsspanning voor hulp- 12 V, 48 V...
Pagina 176
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL X5 Power Source 500 X5 Power Source 500 Kenmerk Waarde Netaansluitspanning 380 ... 460 V ±10% 3~50/60 Hz Netkabel H07RN-F 6 mm² Ingangsstroom bij nominale 27 kVA maximale stroom Maximale voedingsstroom @ 380 ... 460 V 38 ...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 5.2 X5-draadaanvoerunits X5 Wire Feeder 200 Manual X5 Wire Feeder 200 Manual Kenmerk Waarde Voedingsspanning 48 V Voedingsstroom bij max. belasting 6,3 A Onbelast vermogen Onbelast vermogen met verwarming 30 W voor draadaanvoercompartiment Lasstroom 500 A...
Pagina 183
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Voedingsstroom bij max. belasting 6,3 A Onbelast vermogen Onbelast vermogen met verwarming 30 W voor draadaanvoercompartiment Lasstroom 500 A 100% 430 A Pistoolaansluiting Euro Draadaanvoermechanisme 4 rollen, één motor Diameter aanvoerrollen 32 mm Toevoegmateriaal 0,8 ... 2,0 mm 0,8 ...
Pagina 184
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Pistoolaansluiting Euro Draadaanvoermechanisme 4 rollen, één motor Diameter aanvoerrollen 32 mm Toevoegmateriaal 0.8 ... 2,0 mm 0.8 ... 2,0 mm MC/FC 0.8 ... 2,4 mm 0.8 ... 2,4 mm Draadaanvoersnelheid 0.5 ... 25 m/min Maximaal gewicht draadhaspel...
Pagina 185
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL Toevoegmateriaal 0.8 ... 2,0 mm 0.8 ... 2,0 mm MC/FC 0.8 ... 2,4 mm 0.8 ... 2,4 mm Draadaanvoersnelheid 0.5 ... 25 m/min Maximaal gewicht draadhaspel 20 kg Maximale diameter draadhaspel 300 mm Maximale druk beschermgas...
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 5.5 Slijtonderdelen draadaanvoerunit In deze paragraaf staat een overzicht van de aanvoerrollen en doorvoerpijpjes die zowel afzonderlijk als in sets ver- krijgbaar zijn. De sets met slijtonderdelen bevatten aanbevolen combinaties van aanvoerrollen en doorvoerpijpjes voor de gekozen lasdraadmaterialen en -diameters.
1-MIG- en pulsprocessen mogelijk te maken. Voor meer informatie over de beschikbare opties voor het X5 FastMig-lasprogramma en het installeren van de lasprogramma's alsmede de software-updates, neemt u contact op met uw lokale Kemppi-dealer of gaat u naar Kemppi.com. 1-MIG-werkpakket:...
Pagina 195
X5 FastMig Gebruiksaanwijzing - NL 1-MIG FC-CrNiMo Ar+18%CO2 Standaard 1-MIG FC-CrNiMo Ar+18%CO2 Standaard Pulse-werkpakket: Het Pulse-werkpakket bevat ook alle 1-MIG-werkpakket lasprogramma's. Lasprogramma Proces Toevoegmateriaal Draaddiameter Beschermgas Omschrijving Puls AlMg5 Standaard Puls AlMg5 Standaard Puls AlSi5 Standaard Puls AlSi5 Standaard Puls...