Zie "Aandrijfrollen installeren" op pagina 59 voor meer informatie over het installeren van de aanvoerrollen.
Zie "Draadgeleidingsbuizen monteren" op pagina 54 voor informatie over het installeren van de draaddoorvoerpijpjes.
1.3.2 Randapparaatconnector draadaanvoerunit
In dit gedeelte worden de volgorde en functie beschreven van de pinnen in de randapparaatconnector die wordt
gebruikt voor het aansluiten van accessoires voor het laspistool.
A. Gereserveerd voor toekomstig gebruik
B. Gereserveerd voor toekomstig gebruik
C. Voeding (+24 V)
>> voor een botsingssensor met statusindicatielampjes
D. Ingang draadin- en -doorvoer
>> Voor de knop voor draadin- en -doorvoer van een laspistool
E. Ingang botsingssensor
>> voor een botsingssensor (alleen de pistoolsteunen T1 en T2 hebben een botsingssensor)
F. Uitgang contactsensor (+50... +200 V)
>> voor contactmeting met een gasmondstuk (controleer of uw pistool contactmeting met het gasmondstuk
ondersteunt)
G. Gereserveerd voor toekomstig gebruik
H. Aardevoorziening
>> Voor de knop voor draadin- en -doorvoer van een laspistool
>> voor een botsingssensor
I. Gereserveerd voor toekomstig gebruik
J. Gereserveerd voor toekomstig gebruik.
1.3.3 Stuurstroomkabelconnector van de draadaanvoerunit
In dit gedeelte worden de functie en de volgorde van de pinnen in de stuurstroomkabelconnector van de draad-
aanvoerunit beschreven.
© Kemppi
15
AX MIG Welder
Gebruiksaanwijzing - NL
1921900 / 2339