Functies van de Windows-printerdriver gebruiken
Als u afdrukt vanuit een softwareprogramma, zijn veel van de functies van het apparaat beschikbaar
vanuit de printerdriver. Raadpleeg de Help bij de printerdriver voor volledige informatie over de
beschikbare functies. In dit gedeelte worden de volgende functies beschreven:
●
Snelinstellingen maken en gebruiken
●
Watermerken gebruiken
●
Documentformaat wijzigen
●
Aangepast papierformaat instellen in de printerdriver
●
Verschillende papiersoorten en omslagbladen gebruiken
●
Een lege eerste pagina afdrukken
●
Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken
●
Kleuropties instellen
●
Het dialoogvenster HP Digital Imaging Options gebruiken
●
Het tabblad Services gebruiken
Opmerking
de bedieningspaneelinstellingen. De instellingen van het softwareprogramma hebben over het
algemeen voorrang op de instellingen van de printerdriver.
Snelinstellingen maken en gebruiken
Gebruik snelinstellingen om de huidige instellingen van de driver op te slaan, zodat u deze later opnieuw
kunt gebruiken. Snelinstellingen zijn beschikbaar op de meeste tabbladen van de printerdriver. U kunt
maximaal 25 snelinstellingen voor het afdrukken van taken opslaan.
Een snelinstelling maken
1.
Open de printerdriver (zie
2.
Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt gebruiken.
3.
Typ in het venster Snelinstellingen voor het afdrukken van taken een naam voor de
snelinstelling.
4.
Klik op Opslaan.
Snelinstellingen gebruiken
1.
Open de printerdriver (zie
2.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen voor het afdrukken van taken de snelinstelling
die u wilt gebruiken.
3.
Klik op OK.
70
Hoofdstuk 4 Afdruktaken
Instellingen in de printerdriver en het softwareprogramma overschrijven meestal
De printerdrivers
De printerdrivers
openen).
openen).
NLWW