4.10 STOPZETTEN EN PARKEREN
Stopzetten en parkeren
Om de machine stop te zetten en te parkeren, gaat u als volgt
te werk:
1. Rijd de machine naar een redelijk goed beveiligd gebied.
OPMERKING: Wanneer de machine 's avonds wordt geparkeerd op bevro-
ren grond, rijd de machine dan op planken zodat deze niet
aan de grond kan vastvriezen.
2. Parkeer de machine in de rijstand, met de giek neergelaten
over de achterkant, alle toegangspanelen en luiken gesloten
en vastgezet en de draaischijf vergrendeld.
3. Schakel de noodstopschakelaar op het platformbedienings-
station uit.
3123851
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
4. Schakel de noodstopschakelaar op het grondbedieningssta-
tion uit. Zet de keuzeschakelaar Platform/Grond in de mid-
delste stand (Uit) en verwijder de sleutel.
5. Plaats blokken voor en achter de rupsbanden.
6. Bedek het platformbedieningsstation zo nodig om de
instructieplaatjes, waarschuwingsstickers en bedieningsele-
menten tegen ongunstige omstandigheden te beschermen.
4-19