Samenvatting van Inhoud voor Oshkosh Corporation JLG 400S
Pagina 1
Bedienings- en veiligheidshandleiding Originele instructies - Zorg dat deze handleiding te allen tijde bij de machine blijft. Giekhoogwerkermodellen 400S 400SJ Voorafgaand aan het serienummer 0300203770 3122518 ANSI April 3, 2018 ® Dutch - Operation and Safety...
Pagina 3
VOORWOORD VOORWOORD Deze handleiding is een zeer belangrijk hulpmiddel! Zorg dat de handleiding te allen tijde bij de machine blijft. Het doel van deze handleiding is om eigenaars, gebruikers, machinisten, verhuurders en huurders over alle voorzorgsmaat- regelen en essentiële bedieningsprocedures in te lichten die nodig zijn voor de veilige en juiste bediening van de machine. Gezien de voortdurende productverbeteringen behoudt JLG Industries, Inc.
VOORWOORD WAARSCHUWINGSSYMBOLEN EN WAARSCHUWINGSTERMEN Dit is het waarschuwingssymbool. Dit dient om u attent te maken op gevaren voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten op waar dit symbool bij staat om de mogelijkheid van ernstig of dodelijk letsel te voorkomen. GEVAAR LET OP DUIDT OP EEN MOGELIJK GEVAARLIJKE SITUATIE.
VOORWOORD Voor: WAARSCHUWING • het rapporteren van ongeluk- • informatie over normen en DIT PRODUCT MOET AAN ALLE VEILIGHEIDSPUBLICATIES VOLDOEN. NEEM CONTACT voorschriften OP MET JLG INDUSTRIES, INC. OF DE PLAATSELIJKE ERKENDE JLG-VERTEGENWOOR- DIGER VOOR INFORMATIE OVER VEILIGHEIDSPUBLICATIES DIE MOGELIJK VOOR DIT •...
Pagina 6
VOORWOORD REVISIELOGBOEK Oorspronkelijke uitgave - 8 juni 2005 Herzien - 14 oktober 2005 Herzien - 8 februari 2006 Herzien - 24 mei 2006 Herzien - 31 juli 2007 Herzien - 8 oktober 2008 - 5 november 2009 Herzien Herzien - 6 oktober 2011 Herzien - 25 mei 2012 - 18 september 2014...
Pagina 8
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK - PARAGRAAF, ONDERWERP PAGINA HOOFDSTUK - PARAGRAAF, ONDERWERP PAGINA STUREN ..........4-10 4.13 STOPZETTEN EN PARKEREN .
Pagina 9
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK - PARAGRAAF, ONDERWERP PAGINA HOOFDSTUK - PARAGRAAF, ONDERWERP PAGINA ONDERHOUD DOOR MACHINIST ....6-28 BANDEN EN WIELEN....... . . 6-39 Bandenspanning .
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK - PARAGRAAF, ONDERWERP PAGINA HOOFDSTUK - PARAGRAAF, ONDERWERP PAGINA Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten. – JLG Hoogwerker – 3122518...
Pagina 11
FIGUREN FIGUURNUMMER - TITEL PAGINA FIGUURNUMMER - TITEL PAGINA 2-1. Basisnomenclatuur ........2-4 4-9.
Pagina 12
FIGUREN FIGUURNUMMER - TITEL PAGINA FIGUURNUMMER - TITEL PAGINA 6-13. Schema voor smering en onderhoud door machinist - Deutz 2.9 ......... 6-26 6-14.
Pagina 13
TABELLEN TABELNUMMER - TITEL PAGINA TABELNUMMER - TITEL PAGINA Minimale veilige afstanden ......1-6 6-16 UCon Hydrolube HP-5046 .
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN HOOFDSTUK 1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN ALGEMEEN WAARSCHUWING Dit hoofdstuk beschrijft de voorzorgsmaatregelen die genomen HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DE IN DEZE HANDLEIDING VERMELDE VEILIGHEIDS- MAATREGELEN KAN LEIDEN TOT BESCHADIGING VAN DE MACHINE, ANDERE MATERI- dienen te worden voor een juist en veilig gebruik en onderhoud ELE SCHADE EN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL.
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Een machinist mag geen verantwoordelijkheid voor de bedie- Inspectie van het werkterrein ning van de machine aanvaarden voordat hij/zij voldoende • De gebruiker moet voorzorgsmaatregelen nemen om alle training heeft ontvangen van competente en bevoegde per- gevaren op het werkterrein te vermijden voordat en terwijl de sonen.
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN Inspectie van de machine BEDIENING • Bedien deze machine niet voordat de inspecties en functie- Algemeen controles zijn uitgevoerd zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van deze handleiding. • De bediening van de machine vereist uw volledige aandacht. Breng de machine volledig tot stilstand voordat u apparatuur •...
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Laat niemand aan deze machine knoeien of deze vanaf de • Personen onder de invloed van medicijnen of alcohol of die grond bedienen terwijl er personen op het platform zijn, last hebben van aanvallen, duizeligheid of verlies van behalve in noodgevallen.
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN van het platform. Houd altijd drie punten in contact met de Elektrocutiegevaren machine; gebruik bij het betreden en verlaten van de machine • Deze machine is niet geïsoleerd en biedt geen bescherming steeds twee handen en één voet of twee voeten en één hand. tegen contact met elektrische stroom.
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN Tabel 1-1. Minimale veilige afstanden Spanningsgebied MINIMALE AFSTAND (fase-fase) in meter (feet) 0 tot 50 kV 3 (10) Meer dan 50 kV tot 200 kV 5 (15) Meer dan 200 kV tot 350 kV 6 (20) Meer dan 350 kV tot 500 kV 8 (25) Meer dan 500 kV tot 750 kV...
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN • De minimale afstand kan worden verminderd indien er geïso- Gevaar voor kantelen leerde hekken zijn aangebracht om contact te voorkomen en • De gebruiker moet vertrouwd zijn met het oppervlak alvorens indien de hekken gespecificeerd zijn voor de spanning van de te rijden.
Pagina 22
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Overschrijd nooit de maximale belasting die op het platform • Bedien de machine niet bij een windsnelheid van meer dan staat aangegeven. Zorg dat alle ladingen binnen het platform 12,5 m/s (28 mph). Raadpleeg Tabel 1-2, Schaal van Beaufort blijven, tenzij toestemming is verkregen van JLG.
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN OPMERKING WICHTIG BEDIEN DE MACHINE NIET BIJ EEN WINDSNELHEID VAN MEER DAN 12,5 M/S (28 MPH). Tabel 1-2. Schaal van Beaufort (uitsluitend ter referentie) Windsnelheid Kracht Beschrijving Omstandigheden aan land 0-0,2 Kalm Kalm. Rook stijgt recht omhoog 0,3-1,5 Zwak Windrichting af te leiden uit rookpluimen...
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN Gevaar voor beknelling en botsing • Zorg dat ander personeel tijdens het rijden en zwenken op minstens 1,8 m (6 ft) afstand van de machine blijft. • Alle machinisten en grondpersoneel moeten een goedge- • Onder alle rijomstandigheden moet de machinist de rijsnel- keurde helm dragen.
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN SLEPEN, HIJSEN EN VERVOEREN ONDERHOUD • Laat nooit personen op het platform toe terwijl de machine Deze paragraaf bevat algemene veiligheidsmaatregelen die bij gesleept, gehesen of vervoerd wordt. het onderhoud van deze machine in acht moeten worden geno- men.
Pagina 26
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Ontlast altijd de hydraulische druk in alle hydraulische circuits • Gebruik de machine niet als aarde bij het lassen. alvorens hydraulische onderdelen los te maken of te verwijde- • Bij het uitvoeren van laswerkzaamheden of metaalverspaning, ren.
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN Gevaren van accu’s LET OP • Koppel de accu’s altijd los wanneer u onderhoud aan elektri- ACCUVLOEISTOF IS UITERST CORROSIEF. VERMIJD TE ALLEN TIJDE AANRAKING MET HUID EN KLEDING. SPOEL EEN PLAATS DIE ERMEE IN CONTACT IS GEKOMEN ONMIDDEL- sche onderdelen of laswerkzaamheden op de machine uit- LIJK AF MET SCHOON WATER EN ROEP MEDISCHE HULP IN.
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE HOOFDSTUK 2. VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE 2.1 TRAINING VAN HET PERSONEEL 6. De veiligste wijze om de machine te bedienen in de buurt van hoge obstakels, ander bewegend materieel, andere De hoogwerker is een apparaat waarmee personen worden ver- obstakels, verzakkingen, kuilen, steile hellingen.
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE 2.2 VOORBEREIDING, INSPECTIE EN ONDERHOUD OPMERKING WICHTIG JLG INDUSTRIES, INC. ERKENT IEMAND DIE DE JLG SERVICE TRAINING SCHOOL VOOR HET De volgende tabel bevat de door JLG Industries, Inc. vereiste BETREFFENDE MODEL VAN HET JLG-PRODUCT MET SUCCES HEEFT DOORLOPEN ALS EEN periodieke inspecties en periodiek onderhoud van de machine.
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Tabel 2-1.Inspectie- en onderhoudstabel Voornaamste Kwalificatie voor Type Frequentie Raadpleeg verantwoordelijkheid service Inspectie vóór het starten Elke dag vóór gebruik of Gebruiker of machinist Gebruiker of machinist Bedienings- en veiligheidshandlei- wanneer een andere machinist de bediening overneemt.
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Inspectie vóór het starten 7. Motorolievoorraad - Controleer of het motoroliepeil tot het merkteken “Vol” op de peilstok reikt en de vuldop vast zit. De inspectie vóór het starten moet alle volgende punten omvat- 8.
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Functiecontrole OPMERKING: Stap 4 is alleen van toepassing op machines vóór S/N 61718. Eerst worden op het grondbedieningsstation alle functies gecontroleerd die door deze bedieningselementen worden 4. Activeer, met behulp van een assistent die het indicator- bestuurd.
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE 6. Controleer bij het omhoog en omlaag brengen van de giek de regelaar vast. Haal uw voet van de voetschakelaar; of het systeem dat het platform automatisch rechtzet functi- de beweging moet stoppen.
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Functietest SkyGuard OPMERKING: Als de machine is uitgerust met zowel SkyGuard als Soft Touch worden functies niet omgekeerd, maar alleen Vanaf de platformconsole: gestopt. Test de SkyGuard-functie door de functies voor uitschuiven te OPMERKING: Let erop dat het blauwe zwaailicht, indien aanwezig, bedienen en vervolgens de SkyGuard-sensor te activeren.
Pagina 37
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Figuur 2-2. Dagelijkse inspectieronde - Blad 1 van 3 3122518 – JLG Hoogwerker –...
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Inspectieronde 3. Draaimechanisme – Zie opmerking bij inspectie. 4. Alle hydraulische cilinders – Geen zichtbare beschadiging; Begin de inspectieronde bij item 1, zoals aangegeven in het scharnierpennen en hydrauliekslangen onbeschadigd, schema.
Pagina 39
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE 14. Brandstofvoorraad – Vuldop vast, geen zichtbare beschadi- 18. Motorolievoorraad – Merkteken “Vol” op peilstok; vuldop ging van de tank of tekenen van lekkage. vast. 19. Geluiddemper en uitlaatsysteem – Zie opmerking bij OPMERKING: Vóór S/N 0300140365 werden blokkeerkleppen gebruikt.
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE BLOKKERING VAN OSCILLERENDE AS TESTEN 7. Activeer voorzichtig de zwenkhendel en zet de giek weer in de opbergstand (midden tussen de aangedreven wielen). (INDIEN AANWEZIG) Wanneer de giek in de opbergstand (het midden) staat, moeten de blokkeercilinders loslaten zodat het wiel op de OPMERKING WICHTIG...
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE HOOFDSTUK 3. BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE OPMERKING: Op de indicatorpanelen worden symbolen van verschillende vorm gebruikt om de ALGEMEEN machinist te wijzen op verschillende bedrijfssituaties die kunnen ontstaan. De bete- kenis van deze symbolen wordt hieronder toegelicht.
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Grondbedieningsstation 1. Platform draaien Hiermee kan het platform worden gedraaid wanneer deze Zie Figuur 3-1., Figuur 3-2., Figuur 3-3. en Figuur 3-4. schakelaar naar rechts of links wordt gezet. VOER DE CONTROLES EN INSPECTIES VÓÓR HET WERK VANAF HET GRONDBEDIENINGSSTATION UIT.
Pagina 43
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 1. Platform draaien 2. Opheffen automatisch rechtzetten platform 3. Niet gebruikt 4. Voeding/noodstop 5. Motor starten/hulpvoedingsschakelaar Motor starten/hulpvoedingsschakelaar/functie activeren. 6. Giek heffen 7. Urenteller 8. Keuzeschakelaar Platform/Grond 9. Zwenken 10. Giek in-/uitschuiven Figuur 3-1.
Pagina 44
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 1. Platform draaien 2. Opheffen automatisch rechtzetten platform 3. Niet gebruikt 4. Voeding/noodstop 5. Motor starten/hulpvoedingsschakelaar Motor starten/hulpvoedingsschakelaar/functie activeren. 6. Giek heffen 7. Urenteller 8. Keuzeschakelaar Platform/Grond 9. Zwenken 10. Giek in-/uitschuiven 11.
Pagina 45
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 1. Platform draaien 2. Opheffen automatisch rechtzetten platform 3. Gelede jib 4. Voeding/noodstop 5. Motor starten/hulpvoedingsschakelaar Motor starten/hulpvoedingsschakelaar/functie activeren. 6. Giek heffen 7. Urenteller 8. Keuzeschakelaar Platform/Grond 9. Zwenken 10. Giek in-/uitschuiven Figuur 3-3.
Pagina 46
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 1. Platform draaien 2. Opheffen automatisch rechtzetten platform 3. Gelede jib 4. Voeding/noodstop 5. Motor starten/hulpvoedingsschakelaar Motor starten/hulpvoedingsschakelaar/functie activeren. 6. Giek heffen 7. Urenteller 8. Keuzeschakelaar Platform/Grond 9. Zwenken 10. Giek in-/uitschuiven 11.
Pagina 47
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 5. Motor starten/hulpvoedingsschakelaar LET OP Motor starten/hulpvoedingsschakelaar/functie activeren. WANNEER DE MACHINE WORDT UITGESCHAKELD, MOET DE HOOFD/NOODSTOPSCHAKE- LAAR IN DE STAND “UIT” WORDEN GEZET OM TE VOORKOMEN DAT DE ACCU WORDT UIT- Om de motor te starten, moet de schakelaar GEPUT.
Pagina 48
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE OPMERKING: Wanneer de keuzeschakelaar Platform/Grond in de middelste stand staat, is de voe- LET OP ding naar beide bedieningsstations uitgeschakeld. Haal de sleutel eruit om te voor- komen dat de bedieningselementen worden geactiveerd. ZORG ERVOOR DAT ZICH GEEN PERSONEN ROND OF ONDER HET PLATFORM BEVINDEN TERWIJL DE GIEK WORDT BEDIEND.
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Indicatorpaneel grondbediening Zie Figuur 3-5., Indicatorpaneel grondbediening (vóór S/N 93233) en Figuur 3-6., Indicatorpaneel grondbediening (S/N 93233 tot heden) 1. Indicator Opladen accu Geeft aan dat er een probleem is met de accu of het laadcir- cuit en dat service nodig is.
Pagina 50
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 4. Indicator motorolietemperatuur (Deutz) Geeft aan dat de temperatuur van de motorolie, die ook dient als motorkoelvloeistof, abnormaal hoog is en dat ser- vice nodig is. 5. Indicator motorstoring (Alleen Ford vóór S/N 61718) Als een elektrische storing optreedt, gaat dit lichtje branden en blijft het branden totdat het probleem is verholpen.
Pagina 51
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 7. Indicator gloeibougies, wachten (diesel) 10. Indicator Motorluchtfilter Geeft aan dat de gloeibougies zijn ingeschakeld. De gloei- Geeft aan dat het luchtfilter vervuild is en vervangen moet bougies worden automatisch ingeschakeld met het ontste- worden.
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Platformstation WAARSCHUWING GEBRUIK DE OPHEFFUNCTIE VAN HET AUTOMATISCH RECHTZETTEN VAN HET PLATFORM Zie Figuur 3-7., Platformbedieningsconsole en Figuur 3-8., Platformbe- ALLEEN OM HET PLATFORM IETS HORIZONTALER TE ZETTEN. DOOR EEN VERKEERD dieningsconsole met rijrichting GEBRUIK KUNNEN DE LADING EN/OF DE PERSONEN OP HET PLATFORM VERSCHUIVEN OF Wanneer de machine vanaf het platform wordt gestart, moet...
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 5. Hulpvoeding 6. Brandstofkeuze (alleen bij motor voor twee soorten brand- stof ) (indien aanwezig) Hiermee wordt de elektrisch bediende pomp onder span- ning gezet. (De schakelaar moet ingeschakeld blijven zolang Benzine of LPG kan gekozen worden door de schakelaar in de hulppomp wordt gebruikt.) de betreffende stand te zetten.
Pagina 56
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 8. Rijden/sturen LET OP Hiermee kan voor- of achteruit worden gereden. Naar voren BEDIEN DE MACHINE NIET WANNEER DE SCHAKELAAR RIJSNELHEID/KOPPELKEUZE duwen om vooruit te rijden, naar achteren trekken om ach- OF FUNCTIESNELHEID WERKT WANNEER DE GIEK BOVEN DE HORIZONTALE STAND teruit te rijden.
Pagina 57
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE OPMERKING: Wanneer de giek boven de horizontale stand staat en de schakelaars Rijsnelheid/ 14. Voetschakelaar (niet afgebeeld) koppelkeuze of Functiesnelheid (of beide) op Hoog staan, worden de hoge functie- snelheden automatisch uitgeschakeld en blijft de machine op lagere snelheid wer- De voetschakelaar moet ingedrukt worden om de bedie- ningselementen op het platform te kunnen gebruiken.
Pagina 58
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 15. Opheffen rijrichting Indien uitgerust met zowel Soft Touch als SkyGuard werkt de schakelaar zoals Wanneer de giek over of voorbij de achterbanden in een van hierboven beschreven en kan de beide richtingen wordt gezwenkt, gaat de rijrichtingsindica- machinist het systeem overbruggen tor branden als de rijfunctie wordt gekozen.
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Indicatorpaneel platformbediening 2. Overbelasting platform (indien aanwezig) Duidt op overbelasting van het platform. Zie Figuur 3-9., Indicatorpaneel platformbediening en Figuur 3-10., Indi- catorpaneel platformbediening - met rijrichting. 1. Waarschuwingslampje en alarm van scheef- standindicator Dit oranje lichtje geeft aan dat het chassis op een helling staat.
Pagina 60
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 3. Capaciteitsindicator Geeft aan dat bij de huidige stand de maximumcapaciteit van het platform is bereikt. 4. Brandstofpeilindicator OPMERKING: Raadpleeg Brandstofreserve-/uitschakelsysteem in hoofdstuk 4 voor specifieke informatie. 1001107849 B 1. Scheefstand 7.
Pagina 61
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Geeft het brandstofpeil in de tank aan en biedt visuele alarmen 5. Activeringslichtje voor laag brandstofpeil. Hiermee wordt aangegeven dat de voetschakelaar is inge- drukt en dat de platformbediening kan worden gebruikt. Om het bedieningsstation te activeren, moet de voetschake- laar worden ingedrukt en moet er binnen zeven seconden een functie worden gekozen.
Pagina 62
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 7. Storingsindicator 9. Indicator Soft Touch (indien aanwezig) Op machines vóór S/N 61718 gaat het lichtje branden en Wanneer dit gele lichtje brandt, betekent dit dat de Soft klinkt er een alarm wanneer het krachtsysteem van de Touch bumper ergens tegen stoot.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING HOOFDSTUK 4. MACHINEBEDIENING BESCHRIJVING BEDIENINGSKENMERKEN EN BEPERKINGEN Deze machine is een zelfrijdende hydraulische hoogwerker uit- Inhoud gerust met een werkplatform op het uiteinde van een giek die Het heffen van de giek boven de horizontale stand en/of het geheven en gedraaid kan worden.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING Stabiliteit Wanneer deze machine, zoals deze oorspronkelijk is vervaar- PLATFORM 90 GRADEN digd door JLG Industries, Inc., binnen de nominale capaciteit DRAAIEN wordt bediend op een vlakke, stevige en horizontale onder- grond en overeenkomstig de instructies op de machine en in deze handleiding, vormt deze in alle standen van het platform een stabiele machine.
Pagina 65
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING TELESCOOP GIEK TELESCOPE BOOM VOLLEDIG UITGESCHOVEN HORIZONTAAL FULL Y EXTENDED HORIZONTAL DE MACHINE KANTELT IN DEZE RICHTING ALS HIJ OVERBELAST WORDT OF OP EEN HELLENDE ONDERGROND WORDT GEBRUIKT Figuur 4-2. Stand met de minste voorwaartse stabiliteit 3122518 –...
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING MOTORBEDIENING LET OP ALS DE MOTOR NIET DIRECT START, MAG DEZE NIET LANGDURIG GETORND WORDEN. ALS OPMERKING: De motor moet altijd eerst gestart worden vanaf het grond- DE MOTOR WEER NIET START, LAAT DE STARTMOTOR DAN 2-3 MINUTEN “AFKOELEN”. ALS bedieningsstation.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING 6. Zet de sleutel van de KEUZESCHAKELAAR op PLATFORM. Stopzetprocedure 7. Zet de voedings/noodstopschakelaar op het platform aan en druk de motorstartschakelaar naar voren totdat de motor LET OP start. ALS EEN STORING VAN DE MOTOR EEN NIET-GEPLANDE STOPZETTING NODIG MAAKT, MOET DE OORZAAK WORDEN BEPAALD EN VERHOLPEN VOORDAT HET WERK WORDT OPMERKING: De voetschakelaar moet worden losgelaten (omhoog VOORTGEZET.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING Brandstofreserve-/uitschakelsysteem • Eenmaal herstarten motor - Wanneer de motor wordt uit- geschakeld, is het toegestaan dat de machinist de voeding uit- en inschakelt en de motor eenmaal opnieuw start met OPMERKING: Raadpleeg de service- en onderhoudshandleiding samen ongeveer 2 minuten bedrijfstijd.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING RIJDEN WAARSCHUWING CONTROLEER DE ZWART/WITTE RICHTINGPIJLEN OP HET CHASSIS EN HET PLATFORMBE- Zie Figuur 4-3., Dwars op helling en recht op helling DIENINGSSTATION VOORDAT U GAAT RIJDEN. VERPLAATS DE RIJREGELAARS IN DE RICH- TING DIE OVEREENKOMT MET DE RICHTINGPIJLEN. WAARSCHUWING RIJD ALLEEN MET DE GIEK UITGESCHOVEN OF BOVEN DE HORIZONTALE STAND OP EEN VLAKKE, STEVIGE EN HORIZONTALE ONDERGROND.
Pagina 70
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING HORIZONTAAL RIJD DE MACHINE NIET RECHT OF DWARS OP HELLINGEN DIE DE WAARDE OVERSCHRIJDEN OP HET FABRIKANTENPLAATJE Figuur 4-3. Dwars op helling en recht op helling – JLG Hoogwerker – 3122518...
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING Vooruit en achteruit rijden. 6. Zet de schakelaars als volgt om hellingen op te rijden: Zet de Rijsnelheid/Koppelkeuzeschakelaar op “Hoog”. 1. Druk op de voetschakelaar terwijl de motor draait, zet de rij- OPMERKING: Voor een vloeiendere besturing wanneer u met geheel uit- hendel in de voorwaartse stand en houd hem daar zolang u geschoven giek rijdt, zet u de rijregelaar op “Langzaam”...
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING STUREN PLATFORM Druk de voetschakelaar in om de machine te sturen, druk op de Laden vanaf de grond linkerkant van de schakelaar om naar links te sturen, op de rechterkant om naar rechts te sturen. 1. Plaats het chassis op een vlakke, stevige en horizontale ondergrond.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING Platform rechtzetten GIEK WAARSCHUWING WAARSCHUWING ER BEVINDT ZICH EEN WAARSCHUWINGSLICHT (SCHEEFSTANDALARM) OP DE BEDIE- GEBRUIK DE OPHEFFUNCTIE VAN HET AUTOMATISCH RECHTZETTEN VAN HET PLATFORM NINGSCONSOLE DAT GAAT BRANDEN WANNEER HET CHASSIS OP EEN HELLING VAN 5 GRA- ALLEEN OM HET PLATFORM IETS HORIZONTALER TE ZETTEN.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING Hoofdgiek in/uitschuiven WAARSCHUWING Om de hoofdgiek in- of uit te schuiven, moet de in/uitschuif- VOORKOM EEN BOTSING EN LETSEL ALS HET PLATFORM NIET STOPT WANNEER EEN schakelaar van de hoofdgiek, geactiveerd met de voetschake- BEDIENINGSSCHAKELAAR OF HENDEL WORDT LOSGELATEN, DOOR UW VOET VAN DE laar, op In of Uit worden gezet en worden vastgehouden totdat VOETSCHAKELAAR TE HALEN OF DE MACHINE MET DE NOODSTOPSCHAKELAAR TE STOP- het platform de gewenste stand heeft bereikt.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING OPHEFFING MACHINEVEILIGHEIDSSYSTEEM (MSSO) 4.10 BEDIENING VAN SKYGUARD (ALLEEN CE) SkyGuard wordt gebruikt ten behoeve van een betere beveiliging van het bedieningspaneel. Wanneer de SkyGuard-sensor wordt De opheffing machineveiligheidssysteem (MSSO) geactiveerd, zullen de functies die in gebruik waren tijdens de wordt alleen gebruikt om de blokkering van bekrachtiging, omkeren of uitschakelen.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING 4.11 HULPVOEDING - MACHINES NIET UITGERUST MET 5. Zet de HULPVOEDINGSSCHAKELAAR AAN en houd deze vast. 6. Laat de hulpvoedingsschakelaar, de gekozen bedienings- schakelaar, hendel of regelaar en de voetschakelaar los. LET OP 7. Zet de voedings/noodstopschakelaar uit. WANNEER DE MACHINE MET HULPVOEDING WERKT, MAG ER NIET MEER DAN ÉÉN FUNC- TIE TEGELIJK WORDEN GEBRUIKT.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING 4.12 HULPVOEDING - MACHINES UITGERUST MET ADE 5. Bedien de bedieningsschakelaar, hendel of regelaar voor de gewenste functie en houd hem vast. 6. Laat de hulpvoedingsschakelaar, de gekozen bedienings- LET OP schakelaar, hendel of regelaar en de voetschakelaar los. WANNEER DE MACHINE MET HULPVOEDING WERKT, MAG ER NIET MEER DAN ÉÉN FUNC- TIE TEGELIJK WORDEN GEBRUIKT.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING 4.13 STOPZETTEN EN PARKEREN 4.14 VASTSJORREN EN HIJSEN 1. Rijd de machine naar een beveiligd gebied. Het gewicht van de machine is op het serienummerplaatje gestempeld. Als het plaatje ontbreekt of onleesbaar is, kunt u 2. Zorg dat de hoofdgiek geheel is ingeschoven en over de JLG Industries bellen of de afzonderlijke machine wegen om achteras (aandrijfas) is neergelaten, en dat alle toegangspa- het brutogewicht te verkrijgen.
Pagina 79
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING OPMERKING: Wanneer de machine over ruw terrein of een lange afstand wordt vervoerd, moet de giek met blokken en banden worden vastgezet wanneer het vaste gieksegment niet op zijn blok kan rusten. Hierdoor wordt vermeden dat de giek tijdens het vervoer op en neer springt en wordt mogelijke schade voorko- men.
Pagina 80
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING OPMERKING: Wanneer de machine over ruw terrein of een lange afstand wordt vervoerd, moet de giek met blokken en banden worden vast- gezet wanneer het vaste giekseg- ment niet op zijn blok kan rusten. Hierdoor wordt vermeden dat de giek tijdens het vervoer op en neer springt en wordt mogelijke schade voorkomen.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING BELANGRIJK HIJSINSTRUCTIES INSTRUCTIES VOOR VASTZETTEN 1. Zie de bedienings- en veiligheidshandleiding voor het bruto 1. Zet de giek in de opbergstand met vergrendelde draaischijf. gewicht (bij benadering) van de machine zoals deze 2. Verwijder alle losse voorwerpen van de machine. oorspronkelijk is gefabriceerd.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING 4.15 SLEPEN 3. Schakel de aandrijfnaven weer in door de uitschakeldop om te keren. (Zie Figuur 4-7.) WAARSCHUWING GEVAAR - VOERTUIG/MACHINE ONBESTUURBAAR. DE MACHINE HEEFT BIJ HET SLEPEN GEEN REMMEN. HET SLEEPVOERTUIG MOET DE MACHINE TE ALLEN TIJDE ONDER CON- UITSCHAKEL- TROLE KUNNEN HOUDEN.
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING 4.16 PLAATJES EN STICKERS Stickers zijn vervaardigd van een drukgevoelig hechtmateriaal en hebben een zelfklevende achterkant en een beschermlaag Lees alle plaatjes en stickers aandachtig. BEDIEN EEN MACHINE aan de voorkant. Verwijder de beschadigde sticker en maak de NIET WAAROP PLAATJES OF STICKERS MET WAARSCHUWINGEN ondergrond goed schoon voordat u een nieuwe sticker aan- OF INSTRUCTIES ONTBREKEN OF ONLEESBAAR ZIJN.
Pagina 84
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING Figuur 4-8. Plaats van stickers - Blad 1 van 4 4-22 – JLG Hoogwerker – 3122518...
Pagina 85
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING 400S 3 19 20 22 21 45 24 26 35 24 25 Figuur 4-9. Plaats van stickers - Blad 2 van 4 3122518 – JLG Hoogwerker – 4-23...
Pagina 86
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING VÓÓR VÓÓR VÓÓR Figuur 4-10. Plaats van stickers - Blad 3 van 4 4-24 – JLG Hoogwerker – 3122518...
Pagina 87
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING PLATFORM MET INGANG OPZIJ Figuur 4-11. Plaats van stickers - Blad 4 van 4 3122518 – JLG Hoogwerker – 4-25...
HOOFDSTUK 5 - NOODPROCEDURES HOOFDSTUK 5. NOODPROCEDURES ALGEMEEN OPMERKING WICHTIG NA IEDER ONGEVAL MOET U DE MACHINE GRONDIG INSPECTEREN EN ALLE FUNCTIES In dit hoofdstuk vindt u de stappen die u moet nemen in geval TESTEN, EERST VANAF HET GRONDBEDIENINGSSTATION EN DAN VANAF HET PLAT- van een noodsituatie tijdens het werk.
HOOFDSTUK 5 - NOODPROCEDURES Platform of giek zit boven vast OPMERKING: Er zijn geen functiecontroles van het MSSO-systeem nodig. Het JLG-besturingssysteem stelt een diagnostische sto- Als het platform of de giek boven in constructies of apparatuur ringscode in als de bedieningsschakelaar defect is. vastgeklemd raakt, moeten de personen op het platform in vei- ligheid worden gebracht voordat de machine wordt losgemaakt.
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST HOOFDSTUK 6. ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST INLEIDING BEDRIJFSSPECIFICATIES In dit hoofdstuk van de handleiding wordt aanvullende en nood- Tabel 6-1. Bedrijfsspecificaties - 400S vóór S/N 0300142870 zakelijke informatie aan de machinist gegeven voor een juiste bediening en correct onderhoud van deze machine.
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Motor Tabel 6-7. Specificaties Deutz TCD2.9L4 OPMERKING: Toerentaltoleranties zijn ± 100. Type Vloeistofgekoeld Tabel 6-6. Caterpillar 3024/C2.2 Aantal cilinders Boring 92 mm (3.6 in) Brandstof Diesel Slag 110 mm (4.3 in) Aantal cilinders Totale cilinderinhoud 2925 cm³...
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Tabel 6-9. Ford LRG-425 (benzine of twee soorten brandstof) Tabel 6-8. Deutz F3M1011F/F3M2011F/D2011L03 Type viercilinder, viertakt, vonkontsteking Brandstof Diesel Brandstof Benzine of benzine/LPG Aantal cilinders Boring 96 mm (3 in) Boring 94 mm (3.7 in) Slag 86,4 mm (3.4 in)
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Tabel 6-10. GM 3.0L Tabel 6-11. Isuzu 4LE1 Brandstof Benzine of benzine/LPG Brandstof Diesel Aantal cilinders Aantal cilinders Rempaardenkracht (rem-pk) bij max. toerental Benzine 83 hp bij 3000 omw/min Laag toerental 1000 75 hp bij 3000 omw/min Middelhoog toerental...
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Banden Tabel 6-13. Banden Maat Type Druk Gewicht 12x16.5 Luchtband 6,2 bar (90 psi) 58 kg (128 lb) 12x16.5 Met schuim- n.v.t. 149 kg (328 lb) plastic gevuld 14x17.5 Luchtband 6 bar (90 psi) 58 kg (128 lb) 14x17.5 Met schuim-...
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Hydrauliekolie cositeitsindex van 213. Het bedrijfstemperatuurbereik van deze olie is -18 °C tot +83 °C. Tabel 6-14. Hydrauliekolie Afgezien van de aanbevelingen van JLG is het niet raadzaam oliën Bedrijfstemperatuurbereik SAE- viscositeitskwaliteit van verschillende merken of soorten te mengen, aangezien deze hydraulisch systeem mogelijk niet dezelfde vereiste toevoegingen bevatten of een verge-...
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Gewichten die kritiek zijn voor de stabiliteit Tabel 6-20. Gewichten die kritiek zijn voor de stabiliteit Onderdeel Ford motor Deutz motor Platform van 8 ft (x 30 in) Platform van 6 ft (x 30 in) Platform van 5 ft (x 30 in) Platform van 4ft (x 30 in) Platform van 8 ft (x 36 in)
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Plaats van serienummers Linksachter op het frame is een serienummerplaatje bevestigd. Als het serienummerplaatje beschadigd is of ontbreekt, raadpleeg dan het serienummer van de machine dat links op het frame is gestem- peld.
Pagina 117
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST OMGEVINGS- AMBIENT AIR TEMPERATURE TEMPERATUUR 49 °C (120 °F) 120°F(49°C) NO OPERATION ABOVE THIS GEEN BEDRIJF BOVEN DEZE 43 °C (110 °F) 110°F(43°C) AMBIENT TEMPERATURE OMGEVINGSTEMPERATUUR 38 °C (100 °F) 100°F(38°C) 32 °C (90 °F) 90°F(32°C) 27 °C (80 °F)
Pagina 118
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST DOORRIJDEN BIJ EXTENDED DRIVING WITH HYDRAULIC OIL TANK HYDRAULIEKOLIETANK- TEMPERATURES OF 180° F TEMPERATUREN VAN 82 °C (82°C) OR ABOVE. (180 °F) OF HOGER 82 °C (180 °F) 180° F (82° C) (HYD.
Pagina 119
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST AMBIENT AIR OMGEVINGS- TEMPERATURE TEMPERATUUR 120 F(49 C) 49 °C (120 °F) NO OPERATION ABOVE THIS GEEN BEDRIJF ONDER DEZE 110 F(43 C) 43 °C (110 °F) AMBIENT TEMPERATURE OMGEVINGSTEMPERATUUR 100 F(38 C) 38 °C (100 °F) 90 F(32 C) 32 °C (90 °F)
Pagina 120
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST EXTENDED DRIVING WITH DOORRIJDEN BIJ HYDRAULIC OIL TANK HYDRAULIEKOLIETANK- TEMPERATURES OF 180° F TEMPERATUREN VAN 82 °C (82° C) OR ABOVE. (180 °F) OF HOGER 82 °C (180 °F) 180° F (82° C) (HYD.
Pagina 121
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST AMBIENT AIR OMGEVINGS- TEMPERATURE TEMPERATUUR 120°F(49°C) 49 °C (120 °F) NO OPERATION ABOVE THIS GEEN BEDRIJF ONDER DEZE AMBIENT TEMPERATURE OMGEVINGSTEMPERATUUR 110°F(43°C) 43 °C (110 °F) 100°F(38°C) 38 °C (100 °F) 32 °C (90 °F) 90°F(32°C) 80°F(27°C)
Pagina 122
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST EXTENDED DRIVING WITH DOORRIJDEN BIJ HYDRAULIC OIL TANK HYDRAULIEKOLIETANK- TEMPERATURES OF 180° F TEMPERATUREN VAN 82 °C (82°C) OR ABOVE. (180 °F) OF HOGER 82 °C (180 °F) 180° F (82° C) (HYD.
Pagina 123
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST AMBIENT AIR OMGEVINGS- TEMPERATURE TEMPERATUUR 49 °C (120 °F) 120 F(49 C) NO OPERATION ABOVE THIS GEEN BEDRIJF ONDER DEZE 43 °C (110 °F) 110 F(43 C) AMBIENT TEMPERATURE OMGEVINGSTEMPERATUUR 38 °C (100 °F) 100 F(38 C) 32 °C (90 °F) 90 F(32 C)
Pagina 124
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST EXTENDED DRIVING WITH DOORRIJDEN BIJ HYDRAULIC OIL TANK HYDRAULIEKOLIETANK- TEMPERATURES OF 180°F TEMPERATUREN VAN (82° C) OR ABOVE. 82 °C (180 °F) OF HOGER 82 °C (180 °F) 180° F(82° C) (HYD.
Pagina 125
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST AMBIENT AIR OMGEVINGS- TEMPERATURE TEMPERATUUR 49 °C (120 °F) 120°F(49°C) NO OPERATION ABOVE THIS GEEN BEDRIJF ONDER DEZE AMBIENT TEMPERATURE 43 °C (110 °F) 110°F(43°C) OMGEVINGSTEMPERATUUR 38 °C (100 °F) 100°F(38°C) 32 °C (90 °F) 90°F(32°C) 27 °C (80 °F)
Pagina 126
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST DOORRIJDEN BIJ EXTENDED DRIVING WITH HYDRAULIC OIL TANK HYDRAULIEKOLIETANK- TEMPERATURES OF 180° F TEMPERATUREN VAN 82 °C (82°C) OR ABOVE. (180 °F) OF HOGER 82 °C (180 °F) 180° F (82° C) (HYD.
Pagina 127
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST *CAT- en Perkins-luchtfilters bevin- den zich rechts aan de voorzijde van de motor. 12,19 8,9,13,14,15,24,25 OPMERKING: Item 2 niet afgebeeld Figuur 6-12. Schema voor onderhoud en smering door machinist - Alle behalve Deutz 2.9 en GM 3122518 –...
Pagina 128
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST OPMERKING: Item 2 niet afgebeeld Figuur 6-13. Schema voor smering en onderhoud door machinist - Deutz 2.9 6-26 – JLG Hoogwerker – 3122518...
Pagina 129
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 22,23 OPMERKING: Item 2 niet afgebeeld Figuur 6-14. Schema voor smering en onderhoud door machinist - GM 3122518 – JLG Hoogwerker – 6-27...
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST ONDERHOUD DOOR MACHINIST OPMERKING: Het is een goede gewoonte om tegelijkertijd alle filters te vervangen. OPMERKING: De volgende getallen komen overeen met die in Figuur 6- 1. Zwenklager - Inwendig kogellager 12., Schema voor onderhoud en smering door machinist - Alle behalve Deutz 2.9 en GM.
Pagina 131
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 3. Naaf van aandrijfwiel 5. Hydrauliekolie-vulfilter Smeerpunt(en) - peil/vulstop Inhoud - 0,5 l (17 oz) - 1/2 vol Smering - EPGL Interval - Peil elke 3 maanden of 150 bedrijfsuren controle- ren;...
Pagina 132
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 7. Aanzuigzeven 9. Olie verversen/filter vervangen - Deutz D2011 Smeerpunt(en) - 2 Interval - Elke 2 jaar of 1200 bedrijfsuren en tijdens verversen van hydrauliekolie verwijderen en reinigen 8. Olie en filter vervangen - Caterpillar Smeerpunt(en) - vuldop/opschroefelement (JLG onder- deelnr.
Pagina 133
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST MINIMUMPEIL, MINIMUM LEVEL, MINIMUMOLIE MINIMUM OIL HETE OLIE PEIL OIL HOT LEVEL MAXIMUM LEVEL, MAXIMUMPEIL, HETE OLIE OIL HOT MINIMUMPEIL, MINIMUM LEVEL, MAXIMUMOLIE MAXIMUM OIL KOUDE OLIE OIL COLD PEIL LEVEL MAXIMUMPEIL, MAXIMUM LEVEL, KOUDE OLIE...
Pagina 134
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 10. Olie verversen/filter vervangen - Deutz 2.9 L4 11. Olie verversen/filter vervangen - Ford Smeerpunt(en) - vuldop/opschroefelement (JLG onder- Smeerpunt(en) - vuldop/opschroefelement deelnr. 7014501) Inhoud - 8,9 l (2.4 gal) Inhoud - 4,25 l (4.5 qt) Smeermiddel - EO Smering - EO Interval - elk jaar of elke 600 bedrijfsuren...
Pagina 135
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 12. Olie en filter vervangen - GM 13. Olie en filter vervangen - Isuzu Smeerpunt(en) - vuldop/opschroefelement (JLG onder- deelnr. 7022111) Inhoud - motor 5,6 l (6 qt); met koeler 6,1 l (6.5 qt) Smering - EO Interval - Elke 3 maanden of 150 bedrijfsuren Opmerkingen - Peil dagelijks controleren/verversen zoals...
Pagina 136
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 16. Brandstofvoorfilter - Deutz D2.9 17. Brandstoffilter - Deutz D2.9 Smeerpunt(en) - vervangbaar element Smeerpunt(en) - vervangbaar element Interval – Water dagelijks aftappen; elk jaar of elke Interval - elk jaar of elke 600 bedrijfsuren 600 bedrijfsuren 6-34 –...
Pagina 137
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 18. Brandstofzeef - Deutz D2011 19. Brandstoffilter - Deutz D2011 Smeerpunt(en) - vervangbaar element Smeerpunt(en) - vervangbaar element Interval - elk jaar of elke 600 bedrijfsuren Interval - elk jaar of elke 600 bedrijfsuren 3122518 –...
Pagina 138
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 20. Brandstoffilter - Ford 22. Brandstoffilter (propaan) - GM-motor Interval - elke 3 maanden of 150 bedrijfsuren Smeerpunt(en) - vervangbaar element Opmerkingen - Filter vervangen. Raadpleeg Hoofdstuk 6.6, Interval - elk jaar of elke 600 bedrijfsuren Propaanbrandstoffilter vervangen 21.
Pagina 139
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 23. Elektronische drukregelaar (alleen LPG) 26. Radiateurkoeler Deutz 2.9 Interval - Elke 3 maanden of 150 bedrijfsuren Smeerpunte(en) – vuldop Opmerkingen - Olieresten aftappen. Raadpleeg Hoofdstuk Inhoud – 12,1 l (3.2 gal) 6.5, OLIERESTEN IN DE PROPAANREGELAAR AFTAPPEN Smeermiddel –...
Pagina 140
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 27. Luchtfilter 28. Luchtfilter - Deutz D2.9 Smeerpunt(en) - vervangbaar element Interval - elke 6 maanden of 300 bedrijfsuren, of zoals aan- gegeven door de conditie-indicator Smeerpunt(en) - vervangbaar element Interval - elke 6 maanden of 300 bedrijfsuren, of zoals aan- gegeven door de conditie-indicator Opmerkingen –...
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST BANDEN EN WIELEN • elk gat dat groter is dan 2,5 cm (1 in) in diameter • elke beschadiging aan de koorden in de hiel van de band Bandenspanning Als een band beschadigd is maar binnen de hierboven vermelde cri- De luchtdruk voor pneumatische banden moet voor veilige en teria valt, moet de band dagelijks worden gecontroleerd om zeker te juiste bedieningseigenschappen gelijk zijn aan de luchtdruk die...
Pagina 142
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST • Goedgekeurd voor toepassing door de bandenfabrikant (met inbegrip van pompdruk en maximale belasting ban- den) Vervang geen schuim- of ballastgevulde banden door luchtbanden, tenzij hiervoor specifiek door JLG Industries Inc. goedkeuring is ver- leend.
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Wielen vervangen Wielmontage Het is van het grootste belang dat de wielen met het juiste aanhaal- De velgen die op elk product zijn gemonteerd, zijn ontwikkeld aan moment worden vastgezet en vast blijven zitten. de hand van stabiliteitseisen zoals spoorbreedte, bandenspanning en laadcapaciteit.
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 2. Haal de moeren aan in onderstaande volgorde: 3. De moeren moeten stapsgewijs worden aangehaald. Haal de moeren in de aanbevolen volgorde aan volgens de momententabel. Tabel 6-22. Momententabel wielmoeren AANHAALVOLGORDE 1e fase 2e fase 3e fase...
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST OLIERESTEN IN DE PROPAANREGELAAR AFTAPPEN 4. Druk op de noodstopschakelaar wanneer de motor is afge- slagen. (VÓÓR S/N 0300109274) 5. Maak de elektrische aansluiting aan de LPG-brandstoftem- Tijdens normaalbedrijf kunnen er olieresten achterblijven in de peratuursensor in de extra brandstofpoort van de EPR los.
Pagina 146
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 6. Verwijder de borgklem voor de LPG-brandstoftemperatuur- sensor en verwijder de sensor van het regelaarhuis. OPMERKING: Vang in een bakje de olie op die nu vrij uit de regelaar stroomt. 7. Wanneer alle olie is afgetapt, plaatst u de LPG-brandstoftem- peratuursensor terug en sluit u de stekker aan.
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST PROPAANBRANDSTOFFILTER VERVANGEN Aanbrengen OPMERKING WICHTIG Verwijderen PLAATS EERST DE FILTERMAGNEET IN HET HUIS VOORDAT U EEN NIEUWE AFDICHTING 1. Ontlast de druk van het propaanbrandstofsysteem. Raad- AANBRENGT. pleeg Drukontlasting propaanbrandstofsysteem. 1. Breng de O-ringafdichting tussen de montageplaat en de 2.
Pagina 148
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 1. Elektromagnetische blokkeerklep 6. Afdichting 10. Filter 2. Montageplaat 7. Stekker 11. Brandstofinlaat 3. Afdichting huis 8. Brandstofuitlaat 12. Bevestigingsbout 4. Filtermagneet 9. O-ring 13. Ring 5. Filterhuis Figuur 6-16. Filtervergrendeling 6-46 –...
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST DRUKONTLASTING PROPAANBRANDSTOFSYSTEEM AANVULLENDE INFORMATIE De volgende informatie wordt conform de vereisten van de Euro- LET OP pese Machinerichtlijn 2006/42/EG verstrekt en is alleen van toe- HET PROPAANBRANDSTOFSYSTEEM WERKT BIJ EEN DRUK TOT MAXIMAAL 21,5 BAR passing op CE-machines.
Pagina 150
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 6-48 – JLG Hoogwerker – 3122518...