Inspectie van de machine
• Bedien deze machine niet voordat de inspecties en functie-
controles zijn uitgevoerd zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van
deze handleiding.
• Bedien deze machine niet voordat service en onderhoud zijn
uitgevoerd in overeenstemming met de vereisten voor onder-
houd en inspectie zoals aangegeven in de service- en onder-
houdshandleiding van de machine.
• Verzeker u ervan dat alle veiligheidsinrichtingen naar behoren
werken. Wijziging van deze inrichtingen is een overtreding
van de veiligheidsregels.
WAARSCHUWING
WIJZIGINGEN AAN EEN HOOGWERKER MOGEN UITSLUITEND MET VOORAFGAANDE
SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN DE FABRIKANT WORDEN UITGEVOERD.
• Bedien geen enkele machine wanneer de veiligheids- of
instructieplaatjes of stickers ontbreken of onleesbaar zijn.
• Controleer de machine op wijzigingen van de oorspronkelijke
onderdelen. Verzeker u ervan dat eventuele wijzigingen door
JLG zijn goedgekeurd.
• Vermijd ophoping van vuil op de vloer van het platform. Houd
schoenen en de vloer van het platform vrij van modder, olie,
vet en ander glibberig materiaal.
3123851
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN
1.3
BEDIENING
Algemeen
• De bediening van de machine vereist uw volledige aandacht.
Breng de machine volledig tot stilstand voordat u apparatuur
gebruikt, bijvoorbeeld een mobiele telefoon, een radioverbin-
ding, enzovoort, die uw aandacht van veilige bediening van
de machine zal afleiden.
• Gebruik de machine nooit ergens anders voor dan om perso-
nen, hun gereedschap en uitrusting te vervoeren.
• De gebruiker moet de capaciteiten van de machine en de
bedieningskenmerken van alle functies kennen alvorens de
machine te bedienen.
• Bedien nooit een defecte machine. Als een storing optreedt,
moet de machine worden uitgeschakeld. Stel de machine bui-
ten bedrijf en waarschuw de autoriteiten.
• U mag geen veiligheidsinrichtingen verwijderen, wijzigen of
buiten bedrijf stellen.
• Druk een bedieningsschakelaar of -hendel nooit met kracht
door de neutrale stand naar de andere kant. Zet de schakelaar
altijd eerst in neutraal en stop; zet de schakelaar daarna in de
stand voor de volgende functie. Bedien de schakelaars en hen-
dels langzaam en met gelijkmatige druk.
1-3