HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
4.2
BEDIENINGSKENMERKEN EN BEPERKINGEN
VAN GIEK
Inhoud
Het heffen van de giek boven de horizontale stand met of zonder
lading op het platform is gebaseerd op de volgende criteria:
1. De machine staat op een vlakke, stevige en horizontale
ondergrond.
2. De last is binnen de door de fabrikant opgegeven nominale
ontwerpcapaciteit.
3. Alle machinesystemen werken goed.
4. De machine is zoals hij oorspronkelijk door JLG is uitgerust.
Stabiliteit
De stabiliteit van de machine is gebaseerd op twee (2) condities,
namelijk VOORWAARTSE en ACHTERWAARTSE stabiliteit. De
machinestand met de minste VOORWAARTSE stabiliteit is afge-
beeld in Figuur 4-1. en de stand met de minste ACHTERWAARTSE
stabiliteit is afgebeeld in Figuur 4-2.
WAARSCHUWING
OM VOORWAARTS OF ACHTERWAARTS KANTELEN TE VOORKOMEN, DE MACHINE NIET
OVERBELASTEN OF OP EEN HELLENDE ONDERGROND GEBRUIKEN.
4-2
4.3
MOTORBEDIENING
OPMERKING: De motor moet de eerste maal
altijd gestart worden vanaf de
grondbedieningsconsole.
Startprocedure
ALS DE MOTOR NIET DIRECT START, MAG HIJ NIET LANGDURIG GETORND WORDEN.
ALS DE MOTOR WEER NIET START, LAAT DE STARTMOTOR DAN 2-3 MINUTEN 'AFKOE-
LEN' . ALS DE MOTOR NA DIVERSE POGINGEN NIET START, RAADPLEEG DAN DE
MOTORONDERHOUDSHANDLEIDING.
OPMERKING: Alleen dieselmotoren: nadat de machinist
het contactslot heeft ingeschakeld, moet hij
wachten totdat het lampje van de gloeibou-
gie uitgaat voordat hij de motor gaat tornen.
LET OP
3123851