4.4
Meer informatie
4.4.1
Nr.: 9_6943 24 NL
4
Opbouw en werking
4.4
Bedrijfspunten en regeling
Het compressorblok wordt aangedreven door een verbrandingsmotor
In het compressorblok wordt koelolie ingespoten, Deze smeert de bewegende delen en dicht de
rotoren ten opzichte van elkaar en van het blokhuis af. Hierdoor ontstaat een directe koeling in de
compressieruimte, die een zeer lage bedrijfstemperatuur garandeert.
De koelolie wordt in de olieafscheiderketel
gekoeld. Ze stroomt door het oliefilter
druk van de machine houdt deze kringloop in stand. Zonder dat hiervoor een afzonderlijke pomp
nodig is. Een volautomatisch werkend thermoventiel
ratuur.
De perslucht wordt in de olieafscheidertank
nimumdruk-terugslagventiel
zorgt voor een minimale systeemdruk die nodig is om een constante koeloliestroom te garanderen.
De ingebouwde ventilator
componenten.
Bedrijfspunten en regeling
P+I-diagram zie hoofdstuk 13.2.
Bedrijfspunten van de machine
De machine werkt in volgende bedrijfspunten:
■
LAST
─
Het inlaatventiel is geopend.
─
De motor loopt met maximaal toerental.
─
Het compressorblok transporteert perslucht.
■
DEELLAST
─
Het inlaatventiel wordt met behulp van een regelventiel, de proportionele regelaar, volgens
de actuele behoefte aan perslucht traploos geopend en gesloten.
─
Het toerental en de belasting van de motor stijgen/dalen naargelang de persluchtbehoefte.
─
Het compressorblok transporteert perslucht.
■
NULLAST
─
Het inlaatventiel is gesloten.
─
De retourluchtklep wordt geopend en laat de in de olieafscheidertank aanwezige perslucht
naar het inlaatventiel stromen.
─
De perslucht wordt via het compressorblok, de olieafscheidertank en retourluchtklep naar
een gesloten circuit geleid.
─
De druk in de olieafscheidertank blijft constant.
─
De motor loopt met minimaal toerental.
■
STILSTAND (uitschakelen)
─
Het inlaatventiel wordt gesloten.
─
Het ontluchtingsventiel opent en de machine wordt ontlucht.
─
De motor komt tot stilstand.
Bedrijfsvoorschrift
Bouwcompressor
M43
van de perslucht gescheiden en in de oliekoeler
5
en daarna terug naar de plaats van inspuiting. De interne
21
ontdaan van koelolie en komt vervolgens via het mi‐
5
in de persluchtverdeler
37
zorgt bij gesloten carrosserie voor een optimale koeling van alle
28
.
15
regelt en optimaliseert de koelolietempe‐
19
. Het minimumdruk-terugslagventiel
10
20
37