Resultaat
10.8.5
Materiaal
Voorwaarde
152
10
Onderhoud
10.8
Opties onderhouden
Reinig het ventiel met wasbenzine of spiritus en laat hem drogen.
Kan de vervuiling niet worden verwijderd: neem contact op met een gespecialiseerde werk‐
plaats of met de KAESER-servicedienst.
Motorlucht-afsluitventiel op vlotte werking controleren:
1. Controleer ventiel op overmatige slijtagesporen.
2. Controleer of de sluitklep van het ventiel gemakkelijk en volledig sluit.
Bij sterke slijtagesporen of functieproblemen: motorlucht-afsluitventiel laten vervangen.
1. Schuif het motorafsluitventiel op het flexibele slangstuk.
2. Zet de slangklem aan de motorkant vast.
3. Bevestig luchtaanzuigslang weer en draai schroefverbinding van de slangklem weer aan.
4. Sluit de kap.
5. Start de motor en schakel de machine naar LAST-bedrijf.
Motor gaat in LAST-bedrijf uit: motorlucht-afsluitventiel door gespecialiseerde werkplaats of
KAESER-servicedienst laten instellen.
Optie oe
Vloeistofophopingen binnen in de machine aftappen
De zogenaamde "Gesloten bodemplaat" draagt bij aan de bescherming van het milieu en voorkomt
dat bij lekkages bedrijfsvloeistoffen van de machine de bodem vervuilen.
Vloeistofophopingen in de carrosserie van de machine kunnen ook leiden tot corrosie of elektrische
problemen.
Vloeistofophopingen moeten zo snel mogelijk worden verwijderd om mogelijke storingen van de
machine te voorkomen.
Voor het aftappen van de vloeistof is de bodemplaat van de machine voorzien van onderhouds‐
openingen, die met stoppen afgesloten zijn.
Opvangbak
Reinigingsdoek
De machine is uitgeschakeld.
Machine moet horizontaal staan.
Machine is tegen wegrollen geborgd.
De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan.
De machine is afgekoeld.
De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend.
1. Plaats opvangbak op de betreffende onderhoudsopening(en).
2. Draai de stoppen uit de onderhoudsopeningen en verwijder ze.
Vloeistof loopt weg.
3. Reinig de stoppen en onderhoudsopeningen.
4. Sluit alle onderhoudsopeningen met stoppen af.
Carrosserie is afgedicht.
5. Verwijder verontreinigingen binnen in de machine met een reinigingsdoek.
Voer de opgevangen vloeistof en verontreinigde bedrijfsmiddelen volgens de geldende mili‐
eubepalingen af.
Bedrijfsvoorschrift
Bouwcompressor
M43
Nr.: 9_6943 24 NL