Inhoudsopgave Over dit bedrijfsvoorschrift Gebruik van dit document ....................Bijkomende documenten ....................Auteursrecht ........................Symbolen en tekens ......................1.4.1 Waarschuwingen ....................1.4.2 Andere aanwijzingen en symbolen ..............Technische gegevens Typeplaatje ........................Overzicht opties ....................... 2.2.1 Olienevelaar ......................2.2.2 Terugslagfunctie ....................2.2.3 Brandstof-waterafscheider ..................
Pagina 4
Inhoudsopgave 3.4.3 Regelmatige tests van de machine laten uitvoeren en de ongevallenpreventievoorschriften respecteren........... Gevaren ........................... 3.5.1 Veilige omgang met de oorzaken van gevaarlijke situaties of toestanden ..3.5.2 Veilig gebruik van de machine ................3.5.3 Organisatorische maatregelen nemen ..............3.5.4 Gevarenbereiken ....................
Pagina 5
Inhoudsopgave 8.1.1 Starten ........................ 8.1.2 De machine laten warmlopen ................8.1.3 Uitschakelen ....................... Olienevelaar laten werken ....................Uitrusting voor lage temperaturen gebruiken ..............8.3.1 Defroster gebruiken .................... 8.3.2 Koelwater-voorverwarming ................. Slangoproller gebruiken ....................8.4.1 Slanghaspel (EU-uitvoering) gebruiken .............. Fouten herkennen en oplossen Ten grondslag liggende aanwijzingen ................
Lijst van afbeeldingen Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 9
Lijst van tabellen Tab. 1 De gevarencategorieën en hun betekenis .................. Tab. 2 Typeplaatje ..........................Tab. 3 Gecombineerd plaatje voor steunlast en opties ................. Tab. 4 Olienevelaar ..........................Tab. 5 Terugslagfunctie ......................... Tab. 6 Brandstof-waterafscheider ......................Tab. 7 Uitrusting voor lage temperaturen ..................... Tab.
Pagina 10
Lijst van tabellen Tab. 55 Storing “Na het uitschakelen stroomt er olie uit het compressorluchtfilter” ........ Tab. 56 Onderhoudswerkzaamheden na eerste inbedrijfstelling ............Tab. 57 Onderhoudsintervallen, regelmatige onderhoudswerkzaamheden ..........Tab. 58 Regelmatige onderhoudswerkzaamheden ................. Tab. 59 Regelmatige onderhoudswerkzaamheden opties ..............Tab.
➤ Geef altijd de gegevens van het typeplaatje op, wanneer u documenten wenst bij te bestellen. Auteursrecht Dit bedrijfsvoorschrift is auteursrechtelijk beschermd. Mocht u deze documentatie in meerdere exemplaren wensen, kan u zich steeds tot KAESER KOMPRESSOREN wenden. Wij verstrekken u graag inlichtingen over het juiste gebruik van de informatie. Symbolen en tekens 1.4.1...
Over dit bedrijfsvoorschrift Symbolen en tekens 1. GEVAAR! Hier staan de aard en de oorzaak van het dreigende gevaar! Hier staan de mogelijke gevolgen indien de waarschuwing niet wordt opgevolgd. Het trefwoord "GEVAAR" betekent dat het niet opvolgen van de waarschuwing levensgevaar‐ lijke of ernstige verwondingen tot gevolg heeft.
Technische gegevens Typeplaatje 2 Technische gegevens Typeplaatje Type en belangrijke technische gegevens vindt u op het typeplaatje van de machine. Het typeplaatje bevindt zich aan de buitenkant van de machine.(zie afbeelding in hoofdstuk 13.1). ➤ Vul hier de gegevens van het typeplaatje in als referentie: Kenmerk Waarde Identificatienummer voertuig...
Technische gegevens Overzicht opties ➤ De gemonteerde opties vindt u op het gecombineerde plaatje voor de steunlast en de opties. MATNR SERNR Gemonteerde opties: Hier staan de gegevens m.b.t. de steunlast van de machine. sa sb 02-M0277-PE Tab. 3 Gecombineerd plaatje voor steunlast en opties 2.2.1 Optie ea Olienevelaar...
Technische gegevens Overzicht opties 2.2.4 Optie ba Uitrusting voor lage temperaturen: ➤ Vul de overeenkomstige optie in het volgende overzicht in bij wijze van referentie: Optie Kenmerk Aanwezig? Uitrusting voor lage temperaturen: Tab. 7 Uitrusting voor lage temperaturen 2.2.5 Optie la Uitrusting voor plaatsen waar brandgevaar bestaat ➤...
Technische gegevens Machine (zonder opties) 2.2.8 Optie ta, tb, tc, te Verlichting ➤ Vastgestelde optie als referentie in het volgende overzicht invoeren: Optie Kenmerk Aanwezig? Zonder (stationair) Driehoeksreflector EG - 12 V, (7-polige contactdoos) USA - 12 V (DOT-conform) Tab. 11 Verlichting 2.2.9 Optie ua...
Technische gegevens Machine (zonder opties) Geluidsemissie Geluidsdrukniveau* [dB (A)] 82,0 * berekend op basis van het gegarandeerde geluidsniveau (richtlijn 2000/14/EG, basisnorm voor de meting van het geluidsniveau ISO 3744) overeenkomstig ISO 11203:1995 cijfer 6.2.3.d Tab. 14 Geluidsemissie 2.3.1.2 Geluidsdrukniveau De geluidsdrukwaarde voldoet aan de Amerikaanse (US) EPA-norm. Meetafstand: 7 m Geluidsdrukniveau Gegarandeerd geluidsdrukniveau* [dB(A)]...
Technische gegevens Onderstel Onderstel 2.4.1 Gewichten De opgegeven gewichten zijn maximumwaarden. Het exacte gewicht van de machine is af‐ hankelijk van haar uitrusting (zie typeplaatje van de machine). Kenmerk Type onderstel Stationair onderstel onderstel onderstel onderstel in de hoogte verstelbare −...
Technische gegevens Motor Kenmerken SIGMA FLUID Koeloliesoort S-460 Omschrijving ssiliconenvrije, minerale olie synthetische olie Toepassingsgebied Standaardolie voor alle toepassingen Standaardolie voor alle toepas‐ met uitzondering van de levensmidde‐ singen met uitzondering van de lenverwerking. levensmiddelenverwerking. Bijzonder geschikt voor machines met Bijzonder geschikt voor machi‐...
Technische gegevens Motor Kenmerk Waarde Olieverbruik in verhouding tot de verbruikte brand‐ circa 0,2 stof [%] Tab. 28 Motorgegevens 2.6.2 Aanbevolen olie De gebruikte motorolie moet voldoen aan de volgende classificaties: ■ ACEA, klasse E4, E7 ■ API, klasse CF, CI-4 De motor van de machine is bij levering gevuld met motorolie van viscositeitsklasse SAE 10 W / 40.
Technische gegevens Opties Kenmerk Waarde Teststroom [A] (volgens EN 50342) Tab. 31 Batterij Meer informatie Afhankelijk van de uitrusting van de machine is een groter batterijvermogen vereist. Zie hoofdstuk 2.7.2 Uitrusting voor lage temperaturen. Opties 2.7.1 Optie ea Olienevelaar Betekenis Temperatuurbereik [°C] Te vullen hoeveelheid [l] Speciaal smeermiddel voor...
Technische gegevens Opties 2.7.3 Optie ua Persluchtslang met slanghaspel Voor de optie persluchtslang met slanghaspel is de machine met een extra uitlaatventiel uitgerust. Benaming Uitlaatventiel Persluchtslang grootte ["] G 3/4 − aantal − lengte [m] − Tab. 36 Extra uitlaatventiel voor de persluchtslang Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Veiligheid en verantwoordelijkheid Fundamentele instructies 3 Veiligheid en verantwoordelijkheid Fundamentele instructies Deze machine is gebouwd volgens de recentste technische normen en de geldende veiligheids‐ technische regels. Toch kunnen er tijdens gebruik gevaarlijke situaties ontstaan: ■ Gevaar voor lichaam en leven van de gebruiker of derden. ■...
Veiligheid en verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid van de gebruiker Verantwoordelijkheid van de gebruiker 3.4.1 Neem de wettelijke voorschriften en de geldende regels in acht! Het betreft hier o.a. de in de nationale wetgeving omgezette Europese richtlijnen en/of de in het land van de gebruiker geldige wetten, veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften. ➤...
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren 1. GEVAAR! Het aanraken van spanningsvoerende componenten is levensgevaarlijk! ➤ Montage-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan elektrische componenten van de machine mogen alleen door een elektricien uitgevoerd worden. Dit geldt ook voor werk‐ zaamheden aan spanningsvoerende componenten! 2.
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren 3.5.1 Veilige omgang met de oorzaken van gevaarlijke situaties of toestanden Hier vindt u informatie over de omgangswijze met mogelijke gevaarlijke situaties die kunnen ont‐ staan uit de werking van de machine. Uitlaatgassen Uitlaatgassen van verbrandingsmotoren bevatten koolmonoxide. Dit is een reukloos en dodelijk gas.
Pagina 28
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren Minimumdrukterugslagventiel, veiligheids- en inlaatventiel staan onder sterke veerspanning. ➤ Ventielen niet openen of demonteren. Persluchtkwaliteit ➤ Adem perslucht nooit rechtstreeks in. ➤ Gebruik geschikte persluchtbehandelingsapparatuur als u de perslucht van deze machine wil gebruiken als ademlucht en/of voor de verwerking van voedingsmiddelen. ➤...
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren Werkingsproducten ➤ Vuur, open vlam en roken zijn ten strengste verboden. ➤ Veiligheidsvoorschriften tijdens de omgang met brandstoffen, olie, smeermiddelen, antivries‐ middel en chemische substanties in acht nemen! ➤ Contact met huid en ogen vermijden. ➤ Brandstof- of olienevel niet inademen. ➤...
Pagina 30
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren ➤ Als de machine met een kraan vervoerd wordt: neem dan de veiligheidsvoorschriften voor last‐ opname-installaties en hefwerktuigen in acht. ■ Tijdens het hijsen mag niemand zich in de gevaarszone bevinden. ■ Beweeg de machine na het optillen nooit over personen en woningen. ■...
Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsinrichtingen ➤ Gebruik machines die lucht uit de omgeving aanzuigen nooit zonder luchtfilter. Onderhoud ➤ Zorg ervoor dat de machine voor alle werkzaamheden uitgeschakeld, spannings- en drukloos ➤ Draag nauwsluitende, moeilijk ontvlambare kleding. Draag indien nodig aangepaste bescherm‐ kleding.
Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidstekens ➤ Veiligheidsvoorzieningen mogen niet gewijzigd, omzeild of buiten werking worden gesteld! ➤ Controleer regelmatig of de veiligheidsvoorzieningen nog betrouwbaar werken. ➤ Plaatjes, bordjes en tekens mogen niet verwijderd of onherkenbaar worden gemaakt! ➤ Zorg ervoor dat plaatjes, bordjes en tekens altijd goed herkenbaar zijn! Meer informatie Meer aanwijzingen over de veiligheidsvoorzieningen vindt u in hoofdstuk 4, paragraaf 4.5 Veiligheidstekens...
Pagina 33
Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidstekens Plaats Symbool Betekenis 320* Hard lawaai en olienevel! Beschadiging van het gehoor en verbranding tijdens het afblazen van het veiligheidsventiel. ➤ Draag gehoorbescherming en veiligheidskleding. ➤ Kap of deuren sluiten. ➤ Wees voorzichtig tijdens het werken. Hete oppervlakken! Verbrandingsgevaar door aanraking van hete onderdelen.
Veiligheid en verantwoordelijkheid In geval van nood Plaats Symbool Betekenis Zware verwondingen aan de hand door kneuzing of afrukken van ledematen door roterende componenten! ➤ Laat, bij het sluiten van de kap, de kap langzaam neer met bei‐ de handen. ➤...
Veiligheid en verantwoordelijkheid Garantie Vraag de veiligheidsfiche op betreffende de omgang met de koelolie KAESER SIGMA FLUID met vermelding van het juiste type. ➤ Bij contact met de ogen: Ogen grondig met veel lauwwarm water spoelen en onmiddellijk een arts raadplegen. ➤...
Opbouw en werking Carrosserie 4 Opbouw en werking Carrosserie De carrosserie is de buitenste opbouw van de machine boven het rijonderstel. In gesloten toestand vervult de carrosserie verschillende functies: ■ bescherming tegen weersomstandigheden ■ geluiddemping, ■ bescherming tegen aanraking ■ koelluchtgeleiding De veilige en betrouwbare werking van de machine is slechts gegarandeerd als de carrosserie ge‐...
Opbouw en werking Functieomschrijving van de machine Functieomschrijving van de machine Functieomschrijving van de machine (zonder opties). De positieaanduidingen komen overeen met het diagram van de buisleidingen en instrumenten (RI-diagram) in hoofdstuk 13.2. Fig. 4 Principieel ontwerp compressorluchtfilter vuilvanger inlaatklep thermoklep (olietemperatuurregelaar) compressorblok oliekoeler,...
Opbouw en werking Bedrijfspunten en regeltypen De lucht wordt uit de omgeving via het luchtfilter aangezogen en daar gereinigd. Vervolgens wordt ze in het compressorblok gecomprimeerd. Het compressorblok wordt aangedreven door een verbrandingsmotor. In het compressorblok wordt koelolie ingespoten. De olie smeert de beweeglijke delen en dicht de rotoren ten opzichte van elkaar en van de behuizing af.
Opbouw en werking Veiligheidsvoorzieningen 4.4.2 DEELLAST-regeling De sturing van de machine zorgt ervoor, dat de geproduceerde perslucht aan het werkelijke pers‐ luchtverbruik wordt aangepast. Opdat de bedrijfsoverdruk van de machine constant blijft, verandert het debiet continu binnen het regelbereik van de machine, onafhankelijk van de opgenomen pers‐ luchthoeveelheid.
Opbouw en werking Opties ■ Batterijvloeistof ■ Werktuigolie (optie) Onder de desbetreffende aftapschroeven van olieafscheidertank en oliekoeler, motoroliecarter, wa‐ terkoeler en brandstoftank zijn de desbetreffende onderhoudsopeningen in de bodemplaat met oliedichte stoppen afgesloten. Meer informatie Zie ook het volgende hoofdstuk: ■...
Opbouw en werking Opties 4.6.2.1 Optie ea, ba Machine met olienevelaar en uitrusting voor zeer lage temperaturen Is de machine met de beide opties gereedschapsolienevelaar (ea) en uitrusting voor zeer lage tem‐ peraturen (ba) uitgerust, dan verandert de positie van de olienevelaar. De olienevelaar moet in dat geval tussen de brandstoftank en de waterkoeler worden geplaatst.
Opbouw en werking Opties Zomerbedrijf: Als de omgevingstemperatuur meer dan 0 ℃ bedraagt, is het niet meer nodig om de stuurleidingen tijdens het starten en uitschakelen van de machine te voorzien van antivriesmiddel. Meer informatie Defroster inschakelen, zie hoofdstuk 8.3. 4.6.3.2 Koelwater-voorverwarming Het motorkoelmiddel kan worden voorverwarmd, zodat het starten met koude motor vlotter ver‐...
Opbouw en werking Opties 4.6.5 Optie ne Brandstof-waterafscheider Diesel en water bezitten een verschillende specifieke dichtheid. De dichtheid van water is groter dan die van diesel. Deze eigenschap wordt in de waterafscheider gebruikt voor het scheiden van water en diesel. Het water verzamelt zich altijd op de bodem van de transparante afscheidertank en kan daar handmatig worden afgetapt.
Opbouw en werking Opties Optie Naam Kenmerken US-onderstel ■ Onderstel met één as ■ Rubberveer-draaias ■ Steunen ■ Onbuigzame dissel ■ Zonder handrem EU ≙ Europa, US ≙ Verenigde Staten van Amerika Tab. 40 Overzicht onderstellen Meer informatie Voor aanpassen van het onderstel, zie hoofdstuk 6.3, voor maatschetsen van op de rijbaan verrijdbare machines, zie hoofdstuk 13.3.
Opstellings- en bedrijfsvoorwaarden Veiligheid 5 Opstellings- en bedrijfsvoorwaarden Veiligheid ➤ Vuur, open vlam en roken zijn ten strengste verboden. ➤ Tref maatregelen om te vermijden, dat tijdens het lassen onderdelen van de machine, brand‐ stof- of olienevel door vonken of door te hoge temperaturen in brand kunnen vliegen. ➤...
Pagina 47
Opstellings- en bedrijfsvoorwaarden Voorwaarden voor de opstelling 4. OPGELET! Brandgevaar door accumulatie van hitte en een hete uitlaat! Als de machine te dicht bij een plafond wordt opgesteld, kan de machine worden beschadigd als gevolg van de accumulatie van hitte. ➤...
Montage Veiligheid 6 Montage Veiligheid Hier vindt u veiligheidsaanwijzingen om montagewerkzaamheden op een veilige manier uit te voe‐ ren. Waarschuwingen staan altijd direct voor een handeling die mogelijke gevaren inhoudt. Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 1. Neem de aanwijzingen in hoofdstuk "Veiligheid en verantwoordelijkheid" in acht! 2.
Montage Onderstel aanpassen 6.3.1 Optie sa Trekinrichting verstellen Doel van de instellingen van de trekinrichting is de aanpassing van trekoog c.q. kogelkoppeling aan de hoogte van de aanhangerkoppeling van het betreffende trekkende voertuig. Daarbij moet het trekoog c.q. de kogelkoppeling horizontaal worden ingesteld. Met behulp van twee tandschijfscharnieren kunt u de aanpassing uitvoeren: ■...
Montage Onderstel aanpassen 5. Borgknevel aandraaien (vertandingen moeten in elkaar grijpen). 6. Trek de borgclip eruit. 7. Borgknevel losdraaien tot de vertanding in de tandschijfscharnier vrij is. 8. Noodzakelijke instelling van het tandschijfscharnier uitvoeren (let op horizontale positie). 9. Borgknevel aandraaien (vertandingen moeten in elkaar grijpen).
Pagina 51
Montage Onderstel aanpassen Fig. 10 In de hoogte verstelbare trekinrichting sb borgclip trekoog borgknevel kogelkoppeling tandschijfscharnier 1 borgprincipe borgclip tandschijfscharnier 2 oploopdemper disselboom handrem tussenstuk 1. OPGELET! Gevaar voor afklemmen! Er bestaat aanzienlijk gevaar voor het afklemmen van vingers in de afstelinrichting. ➤...
Montage Onderstel aanpassen 12. Steek de borgclippen erin. 13. Controleer de borgpositie van de borgclippen. De borgclippen moeten zo ver worden ingestoken, dat het been met de welving naar buiten over de omvang van de borgknevel schuift (beveiliging tegen eruit vallen), zie ook afbeelding Controleer vormsluiting ■...
Pagina 53
Montage Onderstel aanpassen 6.3.3.1 Optie sa Ombouw van een in hoogte verstelbare trekinrichting met trekoog door een kogelkoppeling Het al gemonteerde trekoog van de in hoogte verstelbare trekinrichting wordt vervangen door een kogelkoppeling. Fig. 11 Ombouw trekoog–kogelkoppeling (in hoogte verstelbare trekinrichting) trekoog tandschijfscharnier Borgclip...
Pagina 54
Montage Onderstel aanpassen ➤ Te gebruiken kogelkoppeling controleren op compleetheid. ➤ Procedure in grafisch overzicht in acht nemen. Trekoog demonteren 1. Beide borgclippen op posities verwijderen. 2. Borgknevel losdraaien en verwijderen. 3. Borgknevel maar 1–2 omdraaiingen losdraaien. 4. Zijstukken loswrikken, zodat de tandschijfscharnieren op posities los gaan.
Pagina 55
Montage Onderstel aanpassen Fig. 12 Ombouw trekoog–kogelkoppeling (in hoogte verstelbare trekinrichting met oplooprem) trekoog Trekstang Moer, zelfborgend Beugel schroeven vouwbalg Bus oploopdemper kogelkoppeling Oploopdemper ➤ Te gebruiken kogelkoppeling controleren op compleetheid. ➤ Procedure in grafisch overzicht in acht nemen. Trekoog demonteren 1.
Pagina 56
Montage Onderstel aanpassen 2. Beide schroeven losdraaien en verwijderen. 3. Trekoog van trekstang aftrekken. Kogelkoppeling monteren Voorwaarde Trekoog is gedemonteerd. Montagesituatie zoals in afbeelding 12, middelste grafiek, is weergegeven. Kogelkoppeling is compleet (beugel) aanwezig. 1. Indien nodig vouwbalg terugschuiven. 2. Bus van de oploopdemper in doorsteekpositie brengen: ■...
Pagina 57
Montage Onderstel aanpassen 6.3.3.3 Optie sd Ombouw van een niet in hoogte verstelbare trekinrichting met trekoog door een kogelkoppeling Fig. 13 Ombouw trekoog–kogelkoppeling (niet in hoogte verstelbare trekinrichting) trekoog moer, zelfborgend schroeven kogelkoppeling Huls trekstang ➤ Te gebruiken kogelkoppeling controleren op compleetheid. ➤...
Pagina 58
Montage Onderstel aanpassen 2. Indien nodig met de dunne metalen staaf bijstellen tot de boring op een rechte lijn ligt met de hulzen 3. Kogelkoppeling op de trekstang drukken. 4. Controleer of de beide boringen van trekstang en kogelkoppeling op een rechte lijn lig‐ gen.
Inbedrijfstelling Veiligheid 7 Inbedrijfstelling Veiligheid Hier vindt u veiligheidsaanwijzingen om de inbedrijfstelling op een veilige manier uit te voeren. Waarschuwingen staan altijd direct voor een handeling die mogelijke gevaren met zich meebrengt. Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 1. Neem de aanwijzingen in hoofdstuk “Veiligheid en verantwoordelijkheid” in acht! 2.
Inbedrijfstelling Aandachtspunten na langere opslag van de machine Afdeling zie hoofdstuk OK? ➤ Is de bandenspanning in orde? – Motor-BV = Bedrijfsvoorschrift van de motorfabrikant. Tab. 44 Controlelijst opstellingsomstandigheden Aandachtspunten na langere opslag van de machine ➤ Voordat de machine na een lange periode van opslag / stilstand in bedrijf wordt gesteld, moe‐ ten de volgende handelingen worden verricht: Periode Maatregelen...
Inbedrijfstelling Aandachtspunten bij koud weer (gebruik in de winter) Bedrijfsgereedheid van de machine: 1. OPGELET! Storing van de pneumatische regeling door invloed van kou! Schade aan de machine door kleine ijsdeeltjes in de sturings- en regelinrichtingen. ➤ Laat de machine bij nullast warmlopen om een perfecte regeling te garanderen. 2.
Inbedrijfstelling Aandachtspunten bij koud weer (gebruik in de winter) ➤ Let daarbij op de veiligheidsregels voor het omgaan met batterijen: ■ Sluit alleen batterijen aan die dezelfde nominale spanning hebben. ■ Machine en hulpvoertuig mogen elkaar niet raken. ■ Buig niet over de batterij tijdens het gebruik van een startkabel. ■...
Inbedrijfstelling Aandachtspunten bij koud weer (gebruik in de winter) Handeling Zie hoofdstuk Kogelkraan aan de defroster sluiten. Tab. 46 Checklist uitrusting voor lage temperaturen Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Bedrijf Starten en uitschakelen 8 Bedrijf Starten en uitschakelen Een folieblad met pictogrammen, direct onder het bedieningspaneel, verduidelijkt de procedure "Starten en uitschakelen", zie ook positie in volgende afbeelding. De schakelaar «sturing AAN» zit binnen in de machine, zie ook het pictogram Start Voorwaarde Er werkt geen personeel aan de machine Nadat de schakelaar «sturing AAN»...
Bedrijf Starten en uitschakelen 2. OPGELET! Beschadiging van het startmechanisme! De starter kan worden beschadigd als hij verkeerd wordt bediend. ➤ Als de motor nog loopt, mag er geen startschakelaar worden bediend. ➤ De startschakelaar mag niet langer dan 30 seconden gedraaid worden gehouden. ➤...
Bedrijf Olienevelaar laten werken Kap sluiten, eventueel met slot afsluiten. Optie ea Olienevelaar laten werken Fig. 17 Olienevelaar instellen olienevelaar doseerwiel afsluitventiel A – open B – gesloten Olietoevoer inschakelen: 1. Open afsluitventiel 2. Stel de hoeveelheid olie in d.m.v. de doseerknop Olietoevoer uitschakelen: ➤...
Bedrijf Uitrusting voor lage temperaturen gebruiken Voorwaarde Defroster is gevuld met antivriesmiddel Opvangbak voor antivriesmiddel is onder de overloop gezet (bij de opstelling van de machine let‐ ten op bodem met gevoelig oppervlak). Fig. 18 Defroster inschakelen positie afsluitventiel stuurleiding (bypassleiding) A –...
Bedrijf Slangoproller gebruiken 3. Stekker in aansluitbus steken. 4. Stekker in veiligheidswandcontactdoos (spanningsbron) steken. Resultaat Koelmiddel van motor wordt voorverwarmd. Meer informatie Positie van de aansluitbus op de machine, zie afbeelding 7. Optie ua Slangoproller gebruiken De machine is extra met een persluchtverlengslang uitgerust. Een slangoproller is voor de veilige bewaring van deze slang.
Bedrijf Slangoproller gebruiken 8.4.1.2 Machine zonder persluchtverlengslang gebruiken 1. Sluit de perslucht-afsluitkraan. 2. Koppel het persluchtwerktuig af. 3. Klap de zwengel op en rol de slang gelijkmatig en stevig op. 4. Draai de klemschroef vast. Slangtrommel is beveildigd tegen losgaan en onbedoeld afrollen van de slang. 5.
Fouten herkennen en oplossen Ten grondslag liggende aanwijzingen 9 Fouten herkennen en oplossen Ten grondslag liggende aanwijzingen Aan de hand van de volgende tabellen kunt u de oorzaken van fouten terugvinden en maatregelen vinden om de fouten te verhelpen. 1. Voer enkel maatregelen uit, die in dit bedrijfsvoorschrift staan! 2.
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen bij de motor Mogelijke oorzaak Maatregel Wie kan u verder helpen? Gespeci‐ KAESER Bedrijfs‐ aliseerde -service‐ voor‐ werk‐ dienst schrift plaats van de motor Aansluitingen en/of kabels van Vastmaken, indien nodig kabels – –...
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen bij de compressor 9.2.3 Controlelampje dooft niet. Mogelijke oorzaak Maatregel Wie kan u verder helpen? Gespeci‐ KAESER Bedrijfs‐ aliseerde -service‐ voor‐ werk‐ dienst schrift plaats van de motor Aansluitingen en/of kabels van Vastmaken, indien nodig kabels –...
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen bij de compressor 9.3.2 Bedrijfsdruk te laag Mogelijke oorzaak Maatregelen Wie helpt u verder? Gespeciali‐ KAESER Ser‐ seerde werk‐ vice plaats Proportionele regelaar ontregeld Membraan controleren, sproeier – of defect. reinigen, indien nodig proportio‐ nele regelaar laten vervangen.
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen bij de compressor 9.3.4 Machine wordt te heet Mogelijke oorzaak Maatregelen Wie helpt u verder? Gespeciali‐ KAESER Ser‐ seerde werk‐ vice plaats Ventilatorwiel machine defect. Schoepen of volledige ventila‐ – torwiel laten vervangen. Oliekoeleroppervlak vervuild.
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen bij de compressor 9.3.6 Na het uitschakelen van de machine stroomt er olie uit het luchtfilter van de compressor Mogelijke oorzaak Maatregelen Wie helpt u verder? Gespeciali‐ KAESER Ser‐ seerde werk‐ vice plaats Terugslagfunctie van de inlaat‐...
Onderhoud 10.1 Veiligheid 10 Onderhoud 10.1 Veiligheid Hier vindt u veiligheidsaanwijzingen om de onderhoudswerkzaamheden zonder gevaar uit te voe‐ ren. Waarschuwingen vindt u direct vóór een mogelijk gevaarlijke activiteit. Ten grondslag liggende veiligheidsaanwijzingen 1. Neem de aanwijzingen in hoofdstuk “Veiligheid en verantwoordelijkheid” in acht! 2.
Onderhoud 10.2 Onderhoudsplannen 1. WAARSCHUWING! Afwijkende gebruiks- en bedrijfsomstandigheden kunnen leiden tot slijtage en beschadigingen aan de machine! ➤ Onder ongunstige omgevingsomstandigheden (b.v. gebruik bij grotere stofbelasting) of bij zwaar gebruik moeten de onderhoudsbeurten frequenter worden uitgevoerd. ➤ Pas de onderhoudsintervallen aan in overeenstemming met de plaatselijke opstellings- en bedrijfsomstandigheden.
Onderhoud 10.2 Onderhoudsplannen Onderhoudsinterval Verkorte aanduiding alle 3000 bedrijfsuren A3000 Tab. 57 Onderhoudsintervallen, regelmatige onderhoudswerkzaamheden De onderstaande tabellen geven u een overzicht van de regelmatig noodzakelijke onderhouds‐ werkzaamheden. ➤ Voer de onderhoudswerkzaamheden tijdig uit in overeenstemming met de omgevings- en be‐ drijfsomstandigheden.
Pagina 79
Onderhoud 10.2 Onderhoudsplannen Componentengroep: Handeling Koelerslang en klemmen contro‐ Motor‐ leren. handlei‐ ding Koelmiddel verversen. 10.3.1 Motor‐ handlei‐ ding Brandstoftank vullen. Controleer brandstofleidingen Motor‐ en slangklemmen. handlei‐ ding Brandstofslangen en slangklem‐ Motor‐ men vervangen. handlei‐ ding Brandstofvoorfilter vervangen. 10.3.3 Filterpatronen brandstofvoorfilter 10.3.3 Motor‐...
Pagina 80
Onderhoud 10.2 Onderhoudsplannen Componentengroep: Handeling Compressor-luchtfilter vervan‐ 10.4.6 gen. Compressorolie verversen. 10.4.3 Compressoroliefilter vervangen. 10.4.4 Olieafscheiderpatroon in olieaf‐ 10.4.5 scheidertank vervangen. Onderstel/chassis/carrosserie: Bandendruk controleren. Stevige bevestiging kopbouten controleren. Onderhoud van het onderstel. 10.5 WA-FG Koppelingskop, scharnieren en WA–FG trekstang invetten. Controleer of de remblokken 10.5.5 versleten zijn.
Onderhoud 10.3 Motor 10.2.5 Onderhoudsschema opties ➤ Voer de onderhoudswerkzaamheden uit in overeenstemming met de volgende tabel: Optie: Handeling Optie ea – olienevelaar: Controleer het oliepeil in de olie‐ 10.6.1 WÖ–BA nevelaar. Optie ba – defroster: Gebruik in de winter: 10.6.2 Vloeistofpeil van defroster con‐...
Pagina 82
Onderhoud 10.3 Motor WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door heet koelmiddel!. Ernstig letsel door verbranding aan heet koelmiddel. ➤ Laat de machine afkoelen voordat zij wordt geopend. OPGELET Gevaar voor brandwonden als gevolg van koelmiddel dat antivriesmiddel bevat! ➤ Voorkom dat ogen en huid in contact kunnen komen met koelmiddel. Bij contact onmid‐ dellijk met stromend water spoelen.
Pagina 83
Onderhoud 10.3 Motor Het aandeel antivriesmiddel in het koelmiddel controleren: Het koelmiddel is een mengsel van zuiver water en anticorrosie-/antivriesmiddel. Omwille van een afdoende bescherming tegen corrosie en om het kookpunt te verhogen moet het koelmiddel het hele jaar door in het koelcircuit blijven. De maximaal mogelijke vorstbestendigheid wordt bereikt bij een antivriesmiddelgehalte van 55 %, aangezien vanaf die verhouding de vorstbestendigheid wordt aangetast en de warmteafvoer wordt verminderd.
Onderhoud 10.3 Motor 5. Koppel de batterij aan. 6. Start de motor en laat hem ongeveer 1 minuut in nullast draaien. 7. Motor uitschakelen. 8. Koelmiddelpeil controleren. Als het koelmiddelpeil in het koelmiddelbuffervat is gedaald: koelmiddel bijvullen. Koelmiddel aftappen: Om het lekken van bedrijfsvloeistoffen binnen in de machine tegen te gaan is de bodemplaat bij de aftapopening van de waterkoeler uitgevoerd met een extra oliedichte stop.
Pagina 85
Onderhoud 10.3 Motor Materiaal Perslucht voor het uitblazen Reserveonderdeel (indien nodig) Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine moet afgekoeld zijn. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend. Fig.
Onderhoud 10.3 Motor 4. Het stofafscheidingsventiel leegmaken: ■ Ventielzone over de afscheidingsgleuf samendrukken (openen de afscheidings‐ gleuf). ■ Stofafzettingen verwijderen. ■ Maak de gleuf schoon. 5. Luchtfilterelement reinigen Reiniging: ■ door kloppen (grof vuil) ─ herhaaldelijk kloppen van het front tegen de bal van de hand ■...
Pagina 87
Onderhoud 10.3 Motor GEVAAR Brandgevaar door zelfontbranding van brandstof! Zwaar letsel of overlijden na ontbranden en verbranding van brandstof zijn mogelijk. ➤ Vermijd open vlammen en wegspringende vonken op de plaats waar de machine is op‐ gesteld. ➤ Motor uitschakelen. ➤...
Pagina 88
Onderhoud 10.3 Motor Filterelement brandstofvoorfilter vervangen: Het filterelement moet volgens de onderhoudstabel worden vervangen. Voorwaarde De minkabel van de batterij is losgekoppeld! 1. Plaats lekbak onder brandstofvoorfilter. 2. Slangklem van de brandstofleiding bij deksel van filter losmaken. 3. Trek de brandstofleiding eraf. 4.
Onderhoud 10.3 Motor 10.3.3.1 Klemband van de brandstoftank controleren Materiaal Binnenzeskantsteeksleutel Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. Machine moet horizontaal staan. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine moet afgekoeld zijn. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend. De minkabel van de batterij is losgekoppeld! OPGELET Vervorming van de brandstoftank door te krachtig aandraaien van de sluitinrichting.
Pagina 90
Onderhoud 10.3 Motor Materiaal Schroefsleutel Opvangtank Reinigingsdoek Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. Machine moet horizontaal staan. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine moet afgekoeld zijn. De minkabels van de batterij zijn losgekoppeld. Fig.
Onderhoud 10.3 Motor 5. Klem de minkabels van de batterij vast. 6. Sluit de kap. Ruim vuile brandstof en met brandstof verontreinigde arbeidsmiddelen op volgens de milieu‐ voorschriften. Brandstofsysteem ontluchten Voorwaarde De minkabels van de batterij zijn aangekoppeld. ➤ Voor het ontluchten van het brandstofsysteem verwijzen wij naar ontluchtingsprocedure in hoofdstuk 10.3.3.
Pagina 92
Onderhoud 10.3 Motor Fig. 26 Motorolie vervangen sluitdop olievulopening oliedichte stop oliefilter oliecarter oliepeilstok olieaftapventiel motorblok Fig. 27 Detail olieaftapventiel oliecarter beschermkap olieaftapventiel slangtule Motorolie aftappen: Het oliecarter van de motor is met een olieaftapventiel uitgerust. Het olieaftapventiel is tussen de oliecarter en de koeler geplaatst. Olie aftappen gaat door het opschroeven van de slangtule op het olieaftapventiel.
Pagina 93
Onderhoud 10.3 Motor 5. Sluitdop olievulopening losdraaien en verwijderen. 6. Beschermkap losdraaien en verwijderen. 7. Schroef de slangtule op het olieaftapventiel. Motorolie loopt weg. 8. Slangtule losdraaien en verwijderen. Olieaftapventiel is weer gesloten. 9. Schroef de schroefdop weer vast. 10. Oliedichte stop weer plaatsen en vastdraaien. Ruim de opgevangen olie en met olie besmeurde werkmiddelen op overeenkomstig de mili‐...
Onderhoud 10.3 Motor 10.3.5 Motoroliefilter vervangen Materiaal Reserveonderdeel Gangbaar gereedschap Reinigingsdoek Lekbak Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De motor moet afgekoeld zijn. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend. OPGELET Verbrandingsgevaar door hete onderdelen en ontsnappende motorolie! ➤...
Onderhoud 10.3 Motor 10.3.6 Aandrijfriem controleren De levensduur van de aandrijfriem wordt beïnvloed door de riemspanning: ■ Een losse riem leidt tot riemslip, waardoor de riem wordt beschadigd en de motor mogelijk te warm wordt. ■ Te hoge riemspanning veroorzaakt een te hoge rekking van de riem en reduceert zodoende de levensduur.
Onderhoud 10.3 Motor Fig. 29 Riemspanning met de hand controleren toegestane indrukdiepte aandrijfriemen pijlrichting drukbelasting circa: 10 Kg schroef motorgenerator toelaatbare indrukdiepte: 7 – 9 mm motorgenerator bevestiging motorblok Riemspanning met meettoestel voor V-riem‐ Riemspanning met de hand controleren en na‐ spanning controleren en naspannen: spannen: 1.
Onderhoud 10.3 Motor 10.3.7.1 Veiligheid WAARSCHUWING Naar buiten stromend zuur kan brandwonden veroorzaken! ➤ Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen die bestand zijn tegen batte‐ rijzuur. ➤ Draag iets om de ogen en het gezicht te beschermen. ➤ Batterij niet kantelen. Uit ontluchtingsopeningen kan zuur stromen. ➤...
Pagina 98
Onderhoud 10.3 Motor Materiaal Poolvet Gedestilleerd water Reinigingsdoek Veiligheidshandschoenen Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine staat horizontaal. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine moet afgekoeld zijn. 1. Reinig behuizing en aansluitingen. 2.
Onderhoud 10.4 Compressor 10.3.7.3 Batterij demonteren en monteren Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine staat horizontaal. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine moet afgekoeld zijn. 1. WAARSCHUWING! De batterij kan barsten! Bij kortsluiting raken de batterijen sterk verhit en kunnen ze barsten.
Onderhoud 10.4 Compressor Fig. 31 Koelolieniveau controleren minimaal oliepeil olieafscheiderketel markering maximaal oliepeil olievuldop markering sluitschroef 1. Maak de sluitschroef van de olievuldop langzaam open en draai hem eraf. 2. Controleer of er olie in het reservoir zit. Wanneer u geen olie ziet: moet er koelolie bijgevuld worden. 3.
Onderhoud 10.4 Compressor 5. Controleer de pakking van de sluitschroef op beschadigingen. Beschadigde pakking: vervangen. 6. Sluit de vuldop af met de sluitschroef. 7. Klem de minkabels van de batterij vast. De machine in bedrijf stellen en laten proefdraaien: 1. Machine inschakelen en in nullast laten draaien tot de bedrijfstemperatuur is bereikt. 2.
Pagina 102
Onderhoud 10.4 Compressor Fig. 32 Vervang koelolie compressor olieafscheiderketel oliekoeler oliedichte stop oliedichte stop aftapschroef olieafscheidertank aftapschroef oliekoeler olievuldop combiventiel sluitschroef olievulopeningen oliefilter Koelolie vervangen: Om het lekken van bedrijfsvloeistoffen binnen in de machine tegen te gaan is de bodemplaat bij de betreffende aftapopening voor de olieafscheiderketel en oliekoeler uitgevoerd met extra oliedichte stoppen.
Onderhoud 10.4 Compressor De machine in bedrijf stellen en laten proefdraaien 1. Machine inschakelen en in nullast laten draaien tot de bedrijfstemperatuur is bereikt. 2. Aftapkranen sluiten. 3. Machine uitschakelen. 4. Wachten totdat de machine automatisch ontlucht is. Manometer geeft 0 bar aan! 5.
Onderhoud 10.4 Compressor 3. Afdichtvlakken met niet pluizige doek zorgvuldig reinigen. 4. Smeer de pakking van de nieuwe oliefilter licht in met olie. 5. Draai de oliefilter met de hand rechtsom vast. 6. Koeloliestand in olieafscheiderreservoir controleren. Koeloliepeil te laag: moet er koelolie bijgevuld worden. 7.
Pagina 105
Onderhoud 10.4 Compressor Fig. 34 Olieafscheider-patroon vervangen wartelmoer regelleiding bevestigingsschroef wartelmoer olieretourleiding deksel wartelmoer persluchtslang olieafscheiderpatronen vuilvanger dichting (o-ring) buis olieretourleiding Olieafscheiderpatroon vervangen: Reinig/vervang de vuilvanger wanneer de olieafscheiderpatroon wordt vervangen. Onderhoud vuilvanger, zie hoofdstuk 10.4.5.1. 1. Wartelmoer bij posities loszetten.
Pagina 106
Onderhoud 10.4 Compressor Optie ba Olieafscheiderpatroon vervangen: Voer het vervangen van de olieafscheiderpatronen met defrosteropbouw op dezelfde manier als hierboven beschreven uit. Leeg daarbij ook de defroster en zet bijbehorende schroefverbindingen los. Let op de stuurleidingen van de defroster bij het wegnemen van het deksel. 1.
Onderhoud 10.4 Compressor 1. Open de kap. 2. Draai de wartelmoer los en leg de olieretourleiding aan de kant. 3. Schroef de vuilvanger weer vast. 4. Verwijder zeef en o-ring en reinig ze. 5. Controleer zeef en o-ring op werking en slijtage. Bij gebrekkige werking: vervangen.
Onderhoud 10.4 Compressor Vervuilingsgraad luchtfilter controleren: Een filter moet onderhoud krijgen, wanneer de gele indicatiezuiger aan de binnenzijde van de vervuilingsindicator het gebied van de indicatieschaal met de rode achtergrond heeft bereikt. ➤ Controleer de vervuilingsindicator van de luchtfilter. De indicatiezuiger heeft het rode gebied van de indicatieschaal bereikt: Filterelement reinigen of vervangen.
Pagina 109
Onderhoud 10.4 Compressor Materiaal perslucht Water- of stoomstraaltoestel Voorwaarde De machine moet op een wasplaats met olieafscheider zijn opgesteld. De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine moet afgekoeld zijn. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend.
Onderhoud 10.5 Onderstel/chassis 10.5 Onderstel/chassis ➤ Neem de aanwijzingen in de volgende afzonderlijke handleidingen in acht: ■ “Onderhoudswerkzaamheden onderstel” ■ Bedrijfsvoorschriften van de fabrikant van het onderstel 10.5.1 Wielen controleren Na de eerste 50 km, na elke vervanging van de wielen en minstens om de zes maanden moet wor‐ den gecontroleerd of de wielen goed vastzitten, of ze zichtbare gebreken vertonen en of de ban‐...
Onderhoud 10.5 Onderstel/chassis Oploopinrichting smeren: Smeerpunten Optie Weergave Tab. 62 smeerpunten oploopinrichting Bij niet in hoogte verstelbare trekinrichtingen vallen de posities uit. 1. Alle smeernippels met smeerpistool smeren tot er vers vet uit de lagerpunten komt. 2. Alle vertandingen van de hoogteverstelling met zuurvrije olie oliën.
Onderhoud 10.5 Onderstel/chassis Materiaal Schroevendraaier Zaklamp Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine is losgekoppeld van het trekkende voertuig en staat veilig geparkeerd. Fig. 38 Dikte van de remvoeringen controleren Kijkgat Remvoering 1. Verwijder de stop uit het kijkgat. 2.
Onderhoud 10.6 Opties Fig. 39 Kapscharnieren invetten veerpoot vetpers kapscharnier smeernippel carrosserie De beide smeernippels van de kapscharnieren zijn alleen bij geopende kap toegankelijk. 1. Zet de spansluitingen van de kap los. 2. Open de kap 3. Zoek de beide smeernippels. 4.
Onderhoud 10.6 Opties Fig. 40 Onderhoud olienevelaar doseerwiel Oliereservoir sluitschroef met peilstok en geïntegreerde persluchtingang olietoevoerbuis uitgang werktuigolie olie-vuldop Peil werktuigolie controleren: Het oliepeil van de olienevelaar moet dagelijks worden gecontroleerd. 1. Open de kap. 2. Maak de sluitschroef van de olievuldop langzaam open en draai hem eraf. Aan de binnenkant van de olievuldop bevindt zich een oliepeilstok.
Pagina 115
Onderhoud 10.6 Opties Materiaal Antivriesmiddel (Wabcothyl) Reinigingsdoek Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine moet afgekoeld zijn. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend. GEVAAR Brand- en explosiegevaar als gevolg van mogelijke zelfontbranding van het antivriesmiddel! ➤...
Onderhoud 10.6 Opties 10.6.3 Optie la Vonkenvanger reinigen Om te voorkomen dat er gloeiende verbrandingsresten uit de uitlaatdemper komen moet ca. om de twee maanden de roetopeenhoping in de vonkenvanger worden verwijderd. Materiaal Geschikte rubberslang Tank om roet op te vangen Reinigingsdoek Veiligheidshandschoenen Veiligheidsbril...
Pagina 117
Onderhoud 10.6 Opties Resultaat Roet wordt met slang naar buiten geblazen en in de tank voor roet opgevangen. 1. Schakel de motor uit. 2. Verwijder slang en schroef de stop op de aftapstomp. Wij adviseren u de vonkenvanger een keer per jaar met perslucht schoon te blazen. Voer het opgevangen roet af volgens de milieuvoorschriften.
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.1 Let op het typeplaatje 11 Onderdelen, werkingsproducten en service 11.1 Let op het typeplaatje Op het typeplaatje staat alle noodzakelijke informatie voor de identificatie van uw machine. Deze informatie is noodzakelijk, opdat we u een optimale service zouden kunnen bieden. ➤...
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.3 KAESER AIR SERVICE Benaming Aantal/hoeveelheid Nummer Motorolie 1925 Tab. 65 Reserveonderdelen motor 11.3 KAESER AIR SERVICE KAESER AIR SERVICE biedt u: ■ bekwame servicetechniekers die hun opleiding in de KAESER-productie genoten, ■ een verhoogde bedrijfszekerheid, omdat schade voorkomen wordt, ■...
Pagina 121
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 122
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 123
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 124
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 125
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 126
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 127
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 128
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 129
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 130
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 131
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 132
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 133
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 134
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 135
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 136
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 137
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 138
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 139
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 140
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 141
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 142
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 143
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 144
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 145
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 146
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 147
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 148
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 149
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 150
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 151
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 152
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 153
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 154
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 155
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 156
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 157
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 158
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 159
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 160
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 161
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 162
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 163
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 164
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 165
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 166
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 167
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 168
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 169
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 170
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 171
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 172
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 173
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 174
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 175
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 176
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 177
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 178
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 179
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 180
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 181
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 182
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 183
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 184
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 185
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 186
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 187
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 188
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 189
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 190
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 191
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 192
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 193
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 194
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 195
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Reserveonderdelen voor onderhoud en reparatie Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.1 Buiten bedrijf stellen 12 Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.1 Buiten bedrijf stellen Een buitenbedrijfstelling kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen noodzakelijk zijn: ■ De machine is (voorlopig) niet nodig. ■ De machien wordt (gedurende langere tijd) stilgelegd. ■...
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.1 Buiten bedrijf stellen Buitenbedrijfstelling van de machine gedurende meerdere weken bij sterke vorst: 1. OPGELET! De batterij kan bevriezen! Lege batterijen kunnen al bij −10 °C bevriezen. ➤ Batterijen veilig tegen vorst opslaan. ➤ Batterijen liefst volledig geladen opslaan. 2.
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Handelingen voor “langere buitenbedrijfstelling” zie hoofdstuk OK? ➤ Breng op het bedieningspaneel een bordje aan waarop staat dat de ma‐ – chine buiten gebruik is gesteld. Motor-BV = Bedrijfsvoorschrift van de motorfabrikant. Tab. 67 Checklist “Langere buitenbedrijfstelling” ➤...
Pagina 199
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Bijkomende lading (werktuigen en toebehoren): Toegelaten belasting (totale massa, steunlast, asbelasting) van de machine mag niet worden over‐ schreden. Neem de nationale wetten in acht! Wanneer bijkomende lading verboden is, moet deze in het trek‐ kende voertuig worden opgeborgen.
Pagina 200
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 1. WAARSCHUWING! Instabiel rijgedrag bij transport over de openbare weg! Persoonlijk letsel door ongevallen tijdens het transport is mogelijk. Problemen bij wegligging van machine en/of trekkend voertuig. Schade aan trekinrichting van machine en/of trekkend voertuig. ➤...
Pagina 201
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 5. Indien de arrêteerindicatie niet zichtbaar is: ■ Kogelkoppeling omlaag drukken tot het koppelingsmechanisme hoorbaar arrêteert. ■ Indien nodig koppelingsgreep omlaag drukken tot de horizontale positie bereikt is. 6. Controleer of de arrêteerindicatie zichtbaar is. Wanneer de arrêteerindicatie zichtbaar is, het koppelingsmechanisme correct vergrendelen.
Pagina 202
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Optie sh Voer na het aankoppelen de volgende handelingen uit: Optie sh Fig. 45 Veiligheidsteken: wielkeggen borgen 1. WAARSCHUWING! Ontbrekende wielkeggen! Niet tegen wegrollen beveiligde machines kunnen dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. ➤...
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 1. OPGELET! Onbedoelde rembediening! Bij rijden door bochten kan door een te korte veiligheidskabel de rem worden geactiveerd. Dat kan tot hogere slijtage van de reminstallatie van de machine leiden. ➤ Gebruik een voldoende lang veiligheidskabel. 2.
Pagina 204
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Optie sb, sd, se Voer, om de machine te parkeren, de volgende handelingen uit: Bij parkeren op een helling moet de machine vóór het afkoppelen tegen wegrollen worden bevei‐ ligd. 1. Zet de kabel van de verlichtings- en signaleringsinrichting los. 2.
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 12.2.2.1 Optie sf Diefstalbeveiliging gebruiken OPGELET Schade aan de machine door excessieve statische belasting van de assen ➤ Leg nooit een graafschop als diefstalbeveiliging op de kap van de machine. Gebruik uitsluitend de als optie leverbare veiligheidsketting om een geparkeerd machine tegen diefstal te beveiligen.
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 3. Hang de kraanhaak in. 4. Sluit de deuren en vergrendel ze. 5. Breng de machine voorzichtig omhoog. Neem bij het plaatsen van de machine het volgende in acht! 1. OPGELET! Een onjuiste plaatsing kan tot schade aan de machine leiden! Componenten van de machine, met name het frame, kunnen bij het neerzetten worden be‐...
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 12.2.5 Transport als vracht De soort van verpakking wordt bepaald door het transportmiddel en de wijze van beveiliging van de goederen. De verpakkingen en de wijze van beveiliging van de goederen worden gekozen in functie van een perfecte uitleveringstoestand bij de klant, mits de lading deskundig wordt behandeld.
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.3 Opslag Vóór het versturen van de machine als luchtvracht moet op het volgende gelet worden: De machine wordt bij luchttransport als gevaarlijk goed beschouwd. Indien hiermee geen rekening gehouden wordt, kan dat tot zware straffen leiden! 1.
Appendix 13.1 Typering 13 Appendix 13.1 Typering Fig. 51 Typering VIN-nummer *) (gestempeld onder de re‐ typeplaatje motor, met motor-serienummer flector) gecombineerd plaatje voor steunlast en op‐ * voertuigidentificatienummer ties typeplaatje machine, met installatie-serie‐ nummer 13.2 Stroomdiagram van leidingen en instrumenten (P+I-diagram) Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 210
Appendix 13.2 Stroomdiagram van leidingen en instrumenten (P+I-diagram) Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 211
Appendix 13.2 Stroomdiagram van leidingen en instrumenten (P+I-diagram) Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 212
Appendix 13.2 Stroomdiagram van leidingen en instrumenten (P+I-diagram) Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...
Pagina 230
Appendix 13.5 Aansluiting van de verlichtings- en signaleringsinrichting 13.5 Optie tc Aansluiting van de verlichtings- en signaleringsinrichting Bedrijfsvoorschrift Mobilair Nr.: 9_9446 01 NL...