Samenvatting van Inhoud voor KAESER KOMPRESSOREN M43
Pagina 1
Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL Fabrikant: KAESER KOMPRESSOREN SE 96410 Coburg • PO Box 2143 • GERMANY • Tel. +49-(0)9561-6400 • Fax +49-(0)9561-640130 http://www.kaeser.com...
Pagina 2
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing /KKW/M43 2.04 nl SBA-MOBILAIR 20150210 134454...
Pagina 3
Inhoudsopgave Over dit bedrijfsvoorschrift Gebruik van het document ....................Bijkomende documenten ....................Auteursrecht ........................Symbolen en aanduidingen ....................1.4.1 Waarschuwingen ....................1.4.2 Waarschuwingen voor materiële schade ............1.4.3 Overige aanwijzingen en symbolen ..............Technische gegevens Typeplaatje ........................Overzicht opties - optieplaatje ..................2.2.1 Olienevelaar ......................
Pagina 4
Inhoudsopgave Veiligheid en verantwoordelijkheid Fundamentele instructies ....................Doelmatig gebruik ......................Oneigenlijk gebruik ......................Verantwoordelijkheid van de exploitant ................3.4.1 Leef de wettelijke voorschriften en erkende regels na ........3.4.2 Personeel kiezen ....................3.4.3 Testintervallen en veiligheidsvoorschriften in acht nemen ......... 3.4.4 Sticker Gevaarlijke goederen laten aanbrengen ..........
Pagina 5
Inhoudsopgave 6.5.1 Trekstang monteren .................... 6.5.2 Remstangenstelsel monteren ................6.5.3 Remstangenstelsel monteren ................Onderstel aanpassen ....................... 6.6.1 Trekinrichting verstellen ..................6.6.2 Trekinrichting verstellen ..................6.6.3 Kogelkoppeling door trekoog vervangen ............Inbedrijfstelling Veiligheid waarborgen ...................... Punten die vóór elke inbedrijfstelling in acht moeten worden genomen......7.2.1 Waar u bij de eerste inbedrijfstelling op moet letten ...........
Pagina 11
Lijst van tabellen Tab. 1 Gevarenniveaus en hun betekenis (persoonlijk letsel) ............... Tab. 2 Gevarenniveaus en hun betekenis (materiële schade) .............. Tab. 3 Typeplaatje ..........................Tab. 4 Optieplaatje ..........................Tab. 5 Opties olienevelaar ........................Tab. 6 Opties persluchtverdeler ......................Tab. 7 Opties uitrusting voor lage temperaturen ...................
Pagina 12
Lijst van tabellen Tab. 55 Checklist uitrusting voor lage temperaturen ................Tab. 56 Storing “motor slaat niet aan of blijft staan” ................Tab. 57 Storing “motor bereikt maximale toerental niet” ................. Tab. 58 Storing “Controlelampje dooft niet” ..................... Tab. 59 Storing “bedrijfsdruk te hoog”...
Pagina 13
➤ Geef altijd de gegevens van het typeplaatje op, wanneer u documenten wenst bij te bestellen. Auteursrecht Dit bedrijfsvoorschrift is auteursrechtelijk beschermd. Mocht u deze documentatie in meerdere exemplaren wensen, kan u zich steeds tot KAESER KOMPRESSOREN wenden. Wij verstrekken u graag inlichtingen over het juiste gebruik van de informatie. Symbolen en aanduidingen ➤...
Pagina 14
Over dit bedrijfsvoorschrift Symbolen en aanduidingen Signaalwoord Betekenis Gevolgen bij niet opvolgen PAS OP waarschuwt voor mogelijk gevaar‐ Licht lichamelijk letsel is mogelijk lijke situatie Tab. 1 Gevarenniveaus en hun betekenis (persoonlijk letsel) Waarschuwingsaanwijzingen die in het begin van het hoofdstuk staan, gelden voor het hele hoofd‐ stuk en alle paragrafen/subsecties.
Pagina 15
Over dit bedrijfsvoorschrift Symbolen en aanduidingen 1.4.3 Overige aanwijzingen en symbolen Dit teken wijst op bijzonder belangrijke informatie. Materiaal Hier vindt u informatie over speciale gereedschappen, bedrijfsstoffen of onderdelen. Voorwaarde Hier vindt u voorschriften die voor uitvoeren van een handeling vereist zijn. Op deze plek worden ook de veiligheidsrelevante voorschriften genoemd, die u helpen gevaarlijke situaties te vermijden.
Pagina 16
Technische gegevens Typeplaatje 2 Technische gegevens Typeplaatje Het type en de belangrijkste technische gegevens vindt u op het typeplaatje van de machine. Het typeplaatje bevindt zich aan de buitenkant van de machine (zie afbeelding in hoofdstuk 13.1). ➤ Vul hier de gegevens van het typeplaatje in als referentie: Kenmerk Waarde Identificatienummer voertuig...
Pagina 18
Technische gegevens Overzicht opties - optieplaatje Optie Kenmerk Aanwezig? Defroster Tab. 7 Opties uitrusting voor lage temperaturen 2.2.4 Optie la, lb Uitrusting voor zones met brandgevaar Optie Kenmerk Aanwezig? Vonkenvanger Vonkenvanger en motorluchtafstluitventiel (sluit au‐ tomatisch) Tab. 8 Opties uitrusting voor zones met brandgevaar 2.2.5 Optie ne Brandstofwaterafscheider...
Pagina 19
Technische gegevens Overzicht opties - optieplaatje Onderstel Kenmerk Aanwezig? US-onderstel Hoogteverstelling (rm, rn, ro): met hoogteverstelling Verstelbare koppelingshoogte zonder hoogteverstelling Torsiebescherming trekstang (rp) draaibaar gelagerde adapter Bedrijfsrem (rr, rs): zonder bedrijfsrem met oplooprem EU ≙ Europa, GB ≙ Groot-Brittannië, US ≙ Verenigde Staten van Amerika Tab.
Pagina 21
Technische gegevens Machine (zonder opties) Geluidsdrukniveau: Type Geluidsdrukniveau** [dB(A)] 81,0 (volgens EN ISO 11203) Meetafstand: d = 1 m Meetoppervlak: Q2 = 16,8 dB(A) ** Berekend op basis van het gegarandeerde geluidsniveau (richtlijn 2000/14/EG, basisnorm voor de meting van het geluidsniveau ISO 3744) Tab.
Pagina 22
Technische gegevens Onderstel 2.3.4 Aanvullende specificaties betreffende goedkeuring van de machine Gegevens betreffende de goedkeuring van de machine voor de weg, zoals: ■ dimensionering ■ spoorbreedte ■ van het door de machine ingenomen grondoppervlak vindt u in de maatschetsen, hoofdstuk 13.3. Bovendien zijn op de maatschetsen de posities van de volgende voor de werking relevante inlaat- en uitlaatopeningen aan de machine aangegeven: ■...
Pagina 23
Technische gegevens Onderstel 2.4.2 Banden De maten staan op de zijkant van de banden, zie afbeelding 1. Fig. 1 Voorbeeld maataanduiding zijkant banden Uitsnede zijkant banden Diameter velgen [inch, in] Bandbreedte [mm] Doorsnede hoogte Hoogte-breedteverhouding [%] Doorsnede breedte Profieldiepte Informatie over de banden van uw machine vindt u in de volgende tabel: Kenmerk/aanduiding Waarde Markt...
Pagina 24
Technische gegevens Compressor 2.4.5 Optie rw, rx Gewicht van de machines met stationaire frame-uitvoering Het exacte gewicht van de machine is afhankelijk van haar uitrusting (zie typeplaatje van de machi‐ ne). ➤ Vul het effectieve totaalgewicht* van het typeplaatje in als referentie. Optie Type stationaire frame- Slede...
Pagina 25
Technische gegevens Compressor 2.5.4 Veiligheidsklep Maximale bedrijfsoverdruk: zie typeplaatje machine maximumwerkdruk [bar] − − − Afblaasdruk veiligheidsventiel* [bar] − − − * Het veiligheidsventiel bevindt zich op de olieafscheiderketel Tab. 32 Afblaasdruk veiligheidsventiel 2.5.5 Temperatuur Een automatisch combiventiel regelt het temperatuurniveau van de machine afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Pagina 26
Technische gegevens Motor Kenmerken SIGMA FLUID Koeloliesoort S-460 Viscositeit bij 7,2 mm 6,8 mm 100 °C (D 445; ASTM-test) (DIN 51562–1) Vlampunt 238 °C 220 °C (D 92; ASTM-test) (ISO 2592) Dichtheid bij 15 °C – 864 kg/m (ISO 12185) Stolpunt -46 °C -33 °C...
Pagina 27
Technische gegevens Motor ■ ACEA, klasse E4, E7 ■ API, klasse CF, CI-4 De motor van de machine is bij levering gevuld met motorolie van viscositeitsklasse SAE 10W–40 . Omgevingstemperatuur [°C] Viscositeitsklasse −30 ..30 SAE 0W–30 SAE 5W–30 −30 ..40 SAE 0W–40 SAE 5W–40 −20 ..
Pagina 28
Technische gegevens Opties 2.6.6 Batterijen Kenmerk Waarde Spanning [V] Capaciteit [Ah] Teststroom [A] (volgens EN 50342) Tab. 40 Batterijen Meer informatie Afhankelijk van de uitrusting van de machine is een groter batterijvermogen vereist. Zie hoofdstuk 2.7.2. Opties 2.7.1 Optie ea, ec Olienevelaar Benaming Temperatuurbereik [°C]...
Pagina 30
Veiligheid en verantwoordelijkheid Fundamentele instructies 3 Veiligheid en verantwoordelijkheid Fundamentele instructies Deze machine is gebouwd volgens de recentste technische normen en de geldende veiligheids‐ technische regels. Toch kunnen er tijdens gebruik gevaarlijke situaties ontstaan: ■ gevaar voor lichaam en leven van de gebruiker of derden. ■...
Pagina 31
Veiligheid en verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid van de exploitant 3.4.2 Personeel kiezen Geschikt personeel zijn vaklui die op basis van hun opleiding, kennis en ervaring en op basis van hun kennis van de desbetreffende bepalingen aan hen gedelegeerde werkzaamheden kunnen be‐ oordelen en mogelijke gevaren kunnen herkennen. Het geautoriseerde bedieningspersoneel heeft de volgende kwalificaties: ■...
Pagina 32
Veiligheid en verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid van de exploitant ➤ Olieverversen volgens BGR 500, hoofdstuk 2.11 aanhouden: De ondernemer moet de olie van de compressoren naar behoefte, maar tenminste eenmaal per jaar, laten vervangen en dit noteren. Afwijkingen zijn toegestaan, wanneer u de verdere bruikbaarheid van de olie vaststelt via analyse van de olie.
Pagina 33
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren Gevaren Fundamentele instructies Hier vindt u informatie over de mogelijke gevaarlijke situaties die kunnen ontstaan uit de werking van de machine. Fundamentele veiligheidsaanwijzingen vindt u in dit bedrijfsvoorschrift telkens aan het begin van de hoofdstukken onder het punt "Veiligheid garanderen". Waarschuwingen staan altijd direct voor een handeling die mogelijke gevaren inhoudt.
Pagina 34
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren ➤ Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting mogen alleen uitgevoerd worden door opgeleide en bevoegde elektrovaklieden of door opgeleide personen die onder leiding en toezicht van een elektrovakman staan. ➤ Controleer regelmatig of de elektrische verbindingen goed aangetrokken zijn en of ze in goede staat zijn.
Pagina 35
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren ➤ Vermijd het aanraken van hete componenten. Daartoe behoren o.a. verbrandingsmotor, compressorblok, olie- en drukleidingen, koeler en olieafscheiderketel. Bovendien kunnen componenten, die direct in de buurt of in de lucht‐ stroom van de verbrandingsgas- en/of koelluchtuitlaat liggen, zeer heet worden. ➤...
Pagina 36
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren ➤ Breng geen wijzigingen bij de machine aan, waarmee het totaalgewicht wordt overschreden en/of de bedrijfszekerheid bij transport/bedrijf van de machine wordt beïnvloed. Bij dergelijke wijzigingen komt de goedkeuring van de machine voor de weg te vervallen. ➤...
Pagina 37
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren Transport als aanhanger op de openbare weg ➤ Machines zonder verlichtings- en signaleringsinrichting niet als aanhanger over de openbare weg vervoeren. ➤ Controleer of de aanhanger in goede conditie is (b.v. onderstel, wielen, remmen, signaal- en verlichtingsinrichting).
Pagina 38
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren ➤ De schone aanzuiglucht moet vrij zijn van schadelijke bestanddelen. Schadelijke bestanddelen zijn bijv.: ■ Uitlaatgassen van verbrandingsmotoren ■ Brandbare, explosieve of chemisch instabiele gassen en dampen ■ Zuren of basen vormende stoffen zoals ammoniak, chloor of zwavelwaterstof. ➤...
Pagina 39
Veiligheid en verantwoordelijkheid Gevaren ➤ Houd, voordat u een persluchtslang onder druk zet, het open uiteinde stevig vast. Een vrij uit‐ einde kan gaan zwiepen en letsel veroorzaken. ➤ Bevestig bij een bedrijfsdruk >7 bar de persluchtslangen met veiligheidskabel nabij het daarbij horende uitlaatventiel.
Pagina 40
Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsvoorzieningen Afdeling Gevarenbereik Geautoriseerd personeel Transport Een cirkel van 3 m rond de machine. Personeel om het transport voor te berei‐ den. Geen personeel tijdens het transport. Onder de opgetilde machine. Geen personeel! Inbedrijfstelling In de machine Onderhoudspersoneel Een cirkel van 1 m rond de machine.
Pagina 41
Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidstekens Fig. 2 Plaats van de veiligheidstekens Positie Symbool Betekenis Gevaarlijke stoffen! Duidt machines met een met brandstof gevulde tank aan als gevaarlijke stoffen. Het is verboden de machine in werking te stellen als kappen of panelen geopend zijn! Bij geopende machine is letsel of schade aan de machine mogelijk.
Pagina 42
Veiligheid en verantwoordelijkheid Bij nood Positie Symbool Betekenis Giftige gassen in de werkzone! ➤ Gebruik de machine alleen in de open lucht. ➤ Voer uitlaatgassen naar buiten af. Harde geluiden en persluchtstraal! Gehoorschade en letsel bij geopende kogelkraan zonder aansluiting van een persluchtslang.
Pagina 43
Veiligheid en verantwoordelijkheid Bij nood ➤ Blijf rustig. ➤ Meld de brand. ➤ Schakel indien mogelijk de machine met de bedieningsknoppen uit. ➤ Breng personen die in gevaar zijn, in veiligheid. ➤ Neem mensen die zichzelf niet kunnen redden, mee. ➤...
Pagina 44
Veiligheid en verantwoordelijkheid Garantie Inslikken: ➤ Mond onmiddellijk uitspoelen. ➤ Niet laten braken. ➤ Arts raadplegen. Garantie Dit bedrijfsvoorschrift bevat geen garantietoezeggingen. Inzake garantie zijn onze algemene ver‐ koopsvoorwaarden van toepassing. Een voorwaarde voor de aanvaarding van garantieclaims is de naleving van het doelmatig gebruik van de machine, waarbij rekening dient gehouden te worden met de specifieke gebruiksomstandig‐...
Pagina 45
Opbouw en werking Carrosserie 4 Opbouw en werking Carrosserie De carrosserie is de buitenste opbouw van de machine boven het rijonderstel. Fig. 3 Overzicht carrosserie spansluiting onderste deel vanghaak van kap koelluchtingang vergrendeling greep voor kap Afdekking hijsoog In gesloten toestand vervult de carrosserie verschillende functies: ■...
Pagina 46
Opbouw en werking Opbouw van de machine Opbouw van de machine Fig. 4 Zijaanzichten (kap afgenomen) Instrumentenbord Compressorluchtfilter olieafscheiderketel Inlaatklep brandstoftank compressorblok Oliekoeler persluchtafnamekranen batterij Veiligheidsklep vergrendeling voor vanghaak kap Thermoklep koelwater-expansievat motorluchtfilter waterkoeler hijsoog aandrijfmotor Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 47
Opbouw en werking Werking van de machine Werking van de machine Beschrijving van de werking van de machine (zonder opties) De positieaanduidingen komen overeen met het diagram van de buisleidingen en instrumenten (RI-diagram) in hoofdstuk 13.2. Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 48
Opbouw en werking Werking van de machine Fig. 5 Overzicht machinecomponenten compressorluchtfilter aandrijfmotor inlaatventiel combiventiel (thermoventiel) compressorblok oliekoeler olieafscheidertank motorluchtfilter olieafscheiderpatroon motortoerental-verstelcilinder persluchtverdeler ventilator veiligheidsventiel stuurventiel Lucht wordt uit de omgeving via het luchtfilter aangezogen en daar gereinigd. Vervolgens wordt ze in het compressorblok gecomprimeerd.
Pagina 49
Opbouw en werking Bedrijfspunten en regeling Het compressorblok wordt aangedreven door een verbrandingsmotor In het compressorblok wordt koelolie ingespoten, Deze smeert de bewegende delen en dicht de rotoren ten opzichte van elkaar en van het blokhuis af. Hierdoor ontstaat een directe koeling in de compressieruimte, die een zeer lage bedrijfstemperatuur garandeert.
Pagina 50
Opbouw en werking Lastbedrijf instellen 4.4.2 DEELLAST–regeling De sturing van de machine zorgt ervoor, dat de geproduceerde perslucht aan het werkelijke pers‐ luchtverbruik wordt aangepast. Opdat de bedrijfsoverdruk van de machine constant blijft, verandert het debiet continu binnen het regelbereik van de machine, onafhankelijk van de opgenomen pers‐ luchthoeveelheid.
Pagina 51
Opbouw en werking Opties 4.6.2 Andere veiligheidsvoorzieningen Verder zijn de volgende veiligheidsvoorzieningen aanwezig, die u niet mag veranderen: ■ Veiligheidsventiel: het veiligheidsventiel beschermt het druksysteem tegen ontoelaatbare druktoename. Het ven‐ tiel heeft een vaste instelling (door fabriek ingesteld). ■ Behuizing en afdekplaten van bewegende delen en elektrische verbindingen: functioneren als bescherming tegen aanraking.
Pagina 52
Opbouw en werking Opties Bij persluchtgereedschap dat niet gesmeerd mag worden dient u te letten op: MEDEDELING Smering door gereedschapsolie! Persluchtgereedschap kan beschadigd raken. ➤ Blaas voor de aansluiting van dergelijk persluchtgereedschap de overgebleven olie uit de luchtleiding. 4.7.2 Optie ba Opties uitrusting voor lage temperaturen Om de machine te kunnen gebruiken bij extreem lage temperaturen tot -25 °C, is deze van een uitrusting voor lage temperaturen voorzien.
Pagina 53
Opbouw en werking Opties 4.7.2.2 Optie bc Defroster Om de machine te kunnen gebruiken bij extreem lage temperaturen, is een defroster geïnstalleerd. Bij omgevingstemperaturen tot -25 °C voorkomt het bevochtigen van ventielen en stuurleidingen met antiviresmiddel het bevriezen van de sturings- en regelingsinrichting van een uitgeschakelde machine.
Pagina 54
Opbouw en werking Opties 4.7.3 Optie la, lb Opties bedrijf in zones waar brandgevaar heerst 4.7.3.1 Optie la Vonkenvanger Vonkenvangers voor uitlaatdempers zijn vereist voor dieselmotoren die ingezet worden in gevaren‐ zones en in de bos- en landbouw. In die zones kan een verdwaalde vonk al voor de ontbranding van brandbaar materiaal zorgen De ingebouwde vonkenvanger voorkomt dat gloeiende roetdeeltjes uit de uitlaatgeluiddemper val‐...
Pagina 55
Opbouw en werking Opties MEDEDELING Gevaar voor kortsluiting! De elektrische installatie van de machine kan beschadigd raken. ➤ Bedien de «batterij-hoofdschakelaar» alleen wanneer de machine uitgeschakeld is. ➤ Gebruik de «batterij-hoofdschakelaar» niet als noodstop of hoofdschakelaar. Fig. 9 Batterij-hoofdschakelaar «Batterij-hoofdschakelaar» 4.7.7 Optie ua Optie slanghaspel...
Pagina 56
Opbouw en werking Opties Fig. 10 Compartiment voor veiligheidsketting machine positie compartiment voor veiligheidsketting veiligheidsketting 4.7.9 Opties voor verrijdbare en stationaire machines 4.7.9.1 Optie rb/rm/rr, rb/rm/rs, rc/ro/rr, rg/rp/rr, rc/ro/rs, rd/ro/rr Onderstellen van op de rijbaan verrijdbare machines Optie rg/rp/rr Torsiebescherming trekstang rg/rp/rr is uitgevoerd met een draaibaar gelagerde adapter voor de op‐...
Pagina 57
Opbouw en werking Opties Optie met beschrijving van de kenmerken Optie Naam Kenmerken rb/rm/rr EU-onderstel ■ Onderstel met één as ■ Rubberveer-draaias ■ steunen ■ In de hoogte verstelbare trekdissel ■ Veiligheidsketting* rb/rm/rs EU-onderstel ■ Onderstel met één as ■ Rubberveer-draaias ■...
Pagina 58
Opbouw en werking Opties Optie Naam Kenmerken rd/ro/rr US-onderstel ■ Onderstel met één as ■ Rubberveer-draaias ■ steunen ■ Onbuigzame dissel ■ zonder handrem EU ≙ Europa, GB ≙ Groot-Brittannië, US ≙ Verenigde Staten van Amerika * ≙ landspecifieke speciale accessoires Tab.
Pagina 59
Opstellings- en bedrijfsvoorwaarden Veiligheid waarborgen 5 Opstellings- en bedrijfsvoorwaarden Veiligheid waarborgen De omstandigheden waaronder de machine wordt opgesteld en gebruikt, zijn van essentiële in‐ vloed op de veiligheid. Waarschuwingaanwijzingen staan altijd direct voor een handeling die mogelijke gevaren met zich meebrengt.
Pagina 60
Opstellings- en bedrijfsvoorwaarden Voorwaarden voor de opstelling Fig. 11 Minimale afstanden ten aanzien van bouwputten/bermen en wanden 1. Houd voldoende afstand (minstens 1,5 m) tot randen van bouwputten en bermen. 2. Stel de machine zo horizontaal mogelijk op. De machine mag echter tijdelijk in een schuine stand, de 15° niet overschrijdt, worden ge‐ bruikt.
Pagina 61
Montage Veiligheid waarborgen 6 Montage Veiligheid waarborgen Hier vindt u veiligheidsaanwijzingen om montagewerkzaamheden op een veilige manier uit te voe‐ ren. Waarschuwingen staan altijd direct voor een handeling die mogelijke gevaren met zich meebrengt. Wanneer u waarschuwingsaanwijzingen negeert, kan dit tot levensgevaarlijk letsel leiden! Veiligheidsaanwijzingen opvolgen Wanneer u veiligheidsinstructies negeert, kan dit tot levensgevaarlijk letsel leiden! ➤...
Pagina 62
Montage Trekinrichting monteren OPGELET Gevaar voor afklemmen! Er bestaat aanzienlijk gevaar voor het afklemmen van vingers. ➤ Draag veiligheidshandschoenen. ➤ Wees voorzichtig tijdens het werken. 1. Maak de transportbeveiligingen los. 2. Verwijder spanband en schuimstof van de trekinrichting. 6.3.1 In de hoogte verstelbare trekinrichting monteren Optie rb/rm/rr, rb/rm/rs Fig.
Pagina 63
Montage Trekinrichting monteren Optie rb/rm/rr Optie rb/rm/rs 1. Krik de trekinrichting met geschikte onder‐ 1. Draai het steunwiel zover omlaag tot de ma‐ legger zover op tot de machine horizontaal chine horizontaal staat. staat. 2. Trek beide borgclips eruit. 2. Zet de klemhendel van de steunen om, om 3.
Pagina 65
Montage Onbuigzame trekinrichting (US-trekinrichting) monteren Onbuigzame trekinrichting (US-trekinrichting) monteren Optie rd/ro/rr Fig. 14 Niet in de hoogte verstelbare trekinrichting Leveringstoestand trekinrichting rd/ro/rr onderlegger transportframe Steun (gedraaid) Steun (leveringstoestand) 1. Trekinrichting met geschikte onderlegger opbokken. 2. Veiligheidssplitpen van de steun verwijderen. 3.
Pagina 66
Montage Remstangenstelsel monteren en instellen Fig. 15 Trekstang inschroeven scharnierkop trekstang moer Optie rb/rm/rs , rc/ro/rs Optie rc/ro/rr , rg/rp/rr 1. Zet de handrem volledig los. 1. Zet de handrem volledig los. 2. Trek trekstang van de oploopinrichting volle‐ 2. Schroef trekstang minimaal 15 mm diep in dig uit.
Pagina 67
Montage Remstangenstelsel monteren en instellen Optie rb/rm/rs , rc/ro/rs Fig. 17 Remstangenstelsel M10 compensatieprofiel moer bowdenkabel aslager trekstang moer lange moer nippel bowdenkabel tussenstuk 1. Steek beide bowdenkabels in het aslager. 2. Borg beide bowdenkabels met moeren 3. Voer beide nippels van de bowdenkabels in het compensatieprofiel.
Pagina 68
Montage Remstangenstelsel monteren en instellen 6.5.3 Optie rc/ro/rr , rg/rp/rr Remstangenstelsel monteren Compensatieprofiel rechthoekig t.o.v. remstangenstelsel uitrichten Het aslager is een inrichting voor opname en arrêtering van de buitenste kabel van de bow‐ denkabel. Het aslager is onder de as gepositioneerd. Fig.
Pagina 69
Montage Onderstel aanpassen Remstangenstelsel instellen 1. Draai moer met de hand aan. 2. Controleer of het compensatieprofiel in een rechte hoek t.o.v. het remstangenstelsel is uitge‐ richt. 3. Trek handremhendel 3 maal krachtig aan en zet weer los. 4. Wiel voorwaarts draaien en daarbij de moer aandraaien tot remweerstand merkbaar is. Het wiel moet met de hand in de rijrichting draaibaar zijn.
Pagina 70
Montage Onderstel aanpassen OPGELET Gevaar voor afklemmen! Er bestaat aanzienlijk gevaar voor het afklemmen van vingers in de verstelinrichting. ➤ Draag veiligheidshandschoenen. ➤ Wees voorzichtig tijdens het werken. ➤ Neem de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 3.5 in acht. 6.6.1 Optie rb/rm/rr Trekinrichting verstellen Doel van de instellingen van de trekinrichting is de aanpassing van trekoog c.q.
Pagina 71
Montage Onderstel aanpassen 3. Noodzakelijke instelling van het tandschijfscharnier uitvoeren. 4. Borgknevel aandraaien (vertandingen moeten in elkaar grijpen). 5. Trek de borgclip eruit. 6. Borgknevel losdraaien tot de vertanding in de tandschijfscharnier vrij is. 7. Noodzakelijke instelling van het tandschijfscharnier uitvoeren (let op horizontale positie).
Pagina 72
Montage Onderstel aanpassen Fig. 21 Hoogteverstelling trekinrichting rb/rm/rs borgclip trekoog borgknevel kogelkoppeling tandschijfscharnier 1 borgprincipe borgclip tandschijfscharnier 2 oploopdemper disselboom handrem tussenstuk 1. Trek de borgclip eruit. 2. Borgknevel losdraaien tot de vertanding in de tandschijfscharnier vrij is. 3. Noodzakelijke instelling van het tandschijfscharnier uitvoeren.
Pagina 73
Montage Onderstel aanpassen 12. Controleer de borgpositie van de borgclippen. De borgclippen moeten zo ver worden ingestoken, dat het been met de welving naar buiten over de omvang van de borgknevel schuift (beveiliging tegen eruit vallen), zie ook afbeelding Controleer vormsluiting ■...
Pagina 74
Montage Onderstel aanpassen Optie rb/rm/rr Fig. 22 Kogelkoppeling door trekoog vervangen Kogelkoppeling tandschijfscharnier adapter voor kogelkoppeling schroef borgclip zijstuk borgknevel Trekoog borgknevel Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 75
Montage Onderstel aanpassen Kogelkoppeling demonteren Trekoog demonteren 1. Beide borgclips verwijderen. 1. Beide borgclips verwijderen. 2. Borgknevel losdraaien en verwijderen. 2. Borgknevel losdraaien en verwijderen. 3. Borgknevel maar 1–2 omdraaiingen los‐ 3. Borgknevel maar 1–2 omdraaiingen los‐ draaien. draaien. 4. Zijdelen losschudden 4.
Pagina 76
Montage Onderstel aanpassen Optie rb/rm/rs Fig. 23 Kogelkoppeling door trekoog vervangen Bovendeel trekinrichting Afstandsbeugel voor kogelkoppeling Kogelkoppeling Trekstang Moer, zelfborgend Afstandsbus voor trekoog Onderlegschijf Bevestigingsoog van de schokdemper Montagebouten Trekoog Schokdemperschroef Nieuwe moer, zelfborgend Bevestigingsschroef Vouwbalg Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 77
Montage Onderstel aanpassen Afstandselementen voor trekoog in acht nemen Naargelang toepassing van kogelkoppeling of trekoog, moeten er verschillende afstandselementen worden gemonteerd om het verschil in grootte tussen trekoog en trekadapter te compenseren. Trekadapter Type (voorbeeld) Afstandselement Kogelkoppeling AK160–B Afstandsbeugel Trekoog D40–F Afstandsbus Tab.
Pagina 78
Montage Onderstel aanpassen Kogelkoppeling monteren Trekoog monteren Om het verschil in grootte tussen trekoog en ko‐ Om het verschil in grootte tussen trekstang en gelkoppeling te compenseren moet er gebruik trekoog te compenseren moet er gebruik wor‐ worden gemaakt van de afstandsbeugel. den gemaakt van de afstandsbus.
Pagina 79
Montage Onderstel aanpassen Optie rc/ro/rr Fig. 25 Kogelkoppeling door trekoog vervangen moer, zelfborgend Adapter steunbeugel Trekoog schroef (verticale schroefverbinding) Trekstang Kogelkoppeling Nieuwe moer, zelfborgend Kogelkoppeling demonteren Trekoog demonteren 1. Zet de moeren van de verticale schroef‐ 1. Zet de moeren van de verticale schroefver‐ verbindingen los en verwijder ze.
Pagina 80
Montage Onderstel aanpassen Kogelkoppeling monteren Trekoog monteren 1. Schuif kogelkoppeling met adapter in de 1. Schuif het trekoog in de trekstang. trekstang. 2. Positioneer het trekoog zodanig, dat de 2. Positioneer de adapter zodanig, dat de schroeven probleemloos ingebracht kunnen schroeven probleemloos ingebracht kunnen worden.
Pagina 82
Montage Onderstel aanpassen Fig. 27 Afstandsbus trekstang afstandsbus buitendiameter trekstang buitendiameter afstandsbus Afhankelijk van het gebruik van trekoog of kogelkoppeling moet als extra element een afstandsbus worden gemonteerd om het verschil in grootte tussen trekstang en trekoog/kogelkoppeling te com‐ penseren. ➤...
Pagina 83
Montage Onderstel aanpassen Optie rd/ro/rr Fig. 28 Trekoog vervangen (trekinrichtingen - US-uitvoering) moer, zelfborgend Steunpoot schroef (horizontale schroefverbinding) trekstang adapter kogelkoppeling moer, zelfborgend trekoog schroef (verticale schroefverbinding) Kogelkoppeling demonteren Trekoog demonteren 1. Zet de moeren van de horizontale 1. Zet de moeren van de verticale schroef‐...
Pagina 84
Montage Onderstel aanpassen Kogelkoppeling monteren Trekoog monteren 1. Richt de adapter volgens de boorgaten in 1. Schuif het nieuwe trekoog in de trekstang. de trekstang uit. 2. Positioneer het trekoog zodanig, dat de 2. Schuif de adapter in de trekstang. schroeven probleemloos ingebracht kunnen worden.
Pagina 85
Inbedrijfstelling Veiligheid waarborgen 7 Inbedrijfstelling Veiligheid waarborgen Hier vindt u veiligheidsaanwijzingen om de inbedrijfstelling op een veilige manier uit te voeren. Waarschuwingen staan altijd direct voor een handeling die mogelijke gevaren met zich meebrengt. Wanneer u waarschuwingsaanwijzingen negeert, kan dit tot levensgevaarlijk letsel leiden! Veiligheidsaanwijzingen opvolgen Wanneer u veiligheidsinstructies negeert, kan dit tot levensgevaarlijk letsel leiden! ➤...
Pagina 86
Inbedrijfstelling Voorwaarden voor opstelling en werking controleren 7.2.2 Bijzondere maatregelen vóór inbedrijfstelling na opslag/buitenbedrijfstelling ➤ Voordat de machine na een lange periode van stilstand/buitenbedrijfstelling in bedrijf wordt ge‐ steld, moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd: Periode opslag/ Maatregelen buitenbedrijfstelling langer dan 5 maanden ➤...
Pagina 87
Inbedrijfstelling Aandachtspunten bij koud weer (gebruik in de winter) Te controleren Zie hoofdstuk OK? ➤ Is de bandenspanning in orde? – Tab. 54 Checklist opstellingsomstandigheden Aandachtspunten bij koud weer (gebruik in de winter) De elektrische installatie van de machine kan worden gestart tot een omgevingstemperatuur van −10 ℃.
Pagina 88
Inbedrijfstelling Aandachtspunten bij koud weer (gebruik in de winter) Fig. 29 Aansluitschema startkabels Batterij starthulp (externe voedende batte‐ pluspool batterij machine rij) niet-geïsoleerd metalen onderdeel van het Batterij machine (ontvangende batterij) motorblok van de machine (massa) Pluspool starthulp minpool hulpvoertuig Veiligheidsaanwijzingen opvolgen: 1.
Pagina 89
Inbedrijfstelling Aandachtspunten bij koud weer (gebruik in de winter) 2. GEVAAR! Explosiegevaar! Ontsteking van een eventueel aanwezig knalgasmengsel door vonken. ➤ Sluit de minpool van de hulpbatterij in geen geval aan op de minpool van de batterij van de machine. Bij het vastklemmen en losmaken van de startkabel-pooltangen kunnen er vonken ont‐...
Pagina 90
Inbedrijfstelling Aandachtspunten bij koud weer (gebruik in de winter) Optie bb Fig. 30 Voorverwarming koelwater carrosserie machine motor aansluitpunt koelwater-voorverwarming voorverwarming koelwater voedingskabel 1. GEVAAR! Levensgevaar door elektrische spanning! Zware of levensgevaarlijke verwondingen omwille van kortsluiting met de elektrische koelwa‐ tervoorverwarming ➤...
Pagina 91
Bedrijf Veiligheid waarborgen 8 Bedrijf Veiligheid waarborgen Hier vindt u veiligheidsaanwijzingen om het bedrijf op een veilige manier uit te voeren. Waarschuwingen staan altijd direct voor een handeling die mogelijke gevaren met zich meebrengt. Wanneer u waarschuwingsaanwijzingen negeert, kan dit tot levensgevaarlijk letsel leiden! Veiligheidsaanwijzingen opvolgen Wanneer u veiligheidsaanwijzingen negeert, kan dit tot levensgevaarlijk letsel leiden! ➤...
Pagina 92
Bedrijf Starten, lastbedrijf instellen en uitschakelen Condensaatvorming in persluchttanks Perslucht, die in tanks wordt opgeslagen, is onderhevig aan afkoeling. De perslucht scheidt vocht af, dat zich ophoopt op de bodem van de tank. Corrosie kan de tank beschadigen. ➤ Tap regelmatig condensaat af. Meer informatie Informatie over het geautoriseerde personeel vindt u in hoofdstuk 3.4.2.
Pagina 93
Bedrijf Starten, lastbedrijf instellen en uitschakelen 8.2.1 Starten 1. OPGELET! Zware schade aan de motor door hulpmiddelen voor koude start! Hulpmiddelen voor koud starten, zoals ether of motorstartspray, kunnen zware schade aan de motor veroorzaken. ➤ Gebruik geen hulpmiddelen voor koude start. 2.
Pagina 94
Bedrijf Olienevelaar laten werken 8.2.3 Uitschakelen 1. OPGELET! Thermische overbelasting van de turbolader! Schade aan de turbolader door plotseling uitschakelen van de motor na hoge belasting. ➤ Laat de motor vóór het uitzetten nog een paar minuten lastvrij lopen, zodat de turbolader afkoelt.
Pagina 95
Bedrijf Uitrusting voor lage temperaturen gebruiken Hoeveelheid olietoevoer instellen: Het oliegehalte van de perslucht wordt afgestemd op het betreffende gebruik en moet dus door de exploitant zelf worden berekend. Dat is afhankelijk van het gebruikte persluchtgereedschap en de aangesloten persluchtslangen. De hoeveelheid toegevoerde gereedschapsolie kan door het afstellen van het doseerwiel worden geregeld: ■...
Pagina 96
Bedrijf Uitrusting voor lage temperaturen gebruiken 8.4.2 Optie bc Defroster gebruiken Fig. 33 Defroster inschakelen/uitschakelen Positie afsluitventiel Stuurleiding (bypassleiding) I – open deksel olieafscheiderketel 0 – gesloten Stuurleiding (bij gebruik van ontdooier) Defroster Machine met defroster gebruiken Gebruik bij temperaturen lager dan 0 °C (winterbedrijf). Na het dagelijks gebruik van de machine moeten de persluchtleidingen en ventielen met antivries‐...
Pagina 97
Bedrijf Batterij-hoofdschakelaar bedienen Reservoir voor antivriesmiddel is leeg. ➤ Defroster altijd kortdurend, na het dagelijks gebruik, inschakelen. Schakel de defroster altijd kortdurend, zoals beschreven, in. Het antivriesmiddel in het reser‐ voir wordt bij permanent bedrijf, bij ingeschakelde defroster, onnodig en snel verbruikt. Meer informatie Voor het vullen van de defroster met antivriesmiddel zie hoofdstuk 10.8.2.
Pagina 98
Bedrijf Slanghaspel gebruiken Machine in bedrijf stellen: 1. Schakel de «batterij-netscheider» in. De batterij is met het boordnet van de machine verbonden. De machine kan worden gestart. 2. Sluit de kap. Machine buiten bedrijf stellen: 1. Schakel de «batterij-hoofdschakelaar» uit. De batterij zijn van het elektriciteitsnet van de machine gescheiden.
Pagina 99
Bedrijf Machine na gebruik reinigen Voorwaarde Aansluitslang is geplaatst. Persluchtafnamekraan is gesloten. 1. Trek de slangkoppeling van de houder 2. Draai de transport-borgschroef los. 3. Zet de klemschroef los. 4. Klap de zwengel 5. Rol de persluchtverlengslang af tot gewenste lengte. 6.
Pagina 100
Bedrijf Machine na gebruik reinigen ■ Vlakstraalsproeier ongeveer 30 cm ■ Vuilfrees ongeveer 30 cm Beweeg tijdens het reinigen steeds de waterstraal. Daardoor vermijdt u beschadigingen. Reinigen met droogijsstralen is ten strengste verboden! Er kan niet te overziene gevolgscha‐ de optreden. MEDEDELING! Machineschade door harde waterstraal! Directe waterstraal kan gevoelige onderdelen beschadigen of vernielen.
Pagina 101
Fouten herkennen en oplossen Fundamentele instructies 9 Fouten herkennen en oplossen Fundamentele instructies Aan de hand van de volgende tabellen kunt u de oorzaken van fouten bepalen en maatregelen vin‐ den om de fouten te verhelpen. 1. Voer alleen handelingen uit die in dit bedrijfsvoorschrift zijn beschreven! 2.
Pagina 102
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen aan de motor analyseren Mogelijke oorzaak Maatregelen Wie helpt u verder? Gespeci‐ KAESER Motor‐ aliseerde Service handlei‐ werk‐ ding plaats Aansluitingen en/of kabels in de Vastzetten, indien nodig kabels – elektrische bedrading los of ge‐ laten vervangen.
Pagina 103
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen op de compressor analyseren 9.2.3 Controlelampje dooft niet. Mogelijke oorzaak Maatregelen Wie helpt u verder? Gespeci‐ KAESER Motor‐ aliseerde Service handlei‐ werk‐ ding plaats Aansluitingen en/of kabels in de Vastzetten, indien nodig kabels –...
Pagina 104
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen op de compressor analyseren 9.3.2 Bedrijfsdruk te laag Mogelijke oorzaak Maatregelen Wie helpt u verder? Gespeciali‐ KAESER Ser‐ seerde werk‐ vice plaats Proportionele regelaar ontregeld Controleren, indien nodig laten – of defect. vervangen. Inlaatklep opent niet of slechts Repareren, indien nodig laten –...
Pagina 105
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen op de compressor analyseren 9.3.4 Machine wordt te heet Mogelijke oorzaak Maatregelen Wie helpt u verder? Gespeciali‐ KAESER Ser‐ seerde werk‐ vice plaats Ventilatorwiel machine defect. Schoepen of volledige ventila‐ – torwiel laten vervangen. Oliekoeleroppervlak vervuild.
Pagina 106
Fouten herkennen en oplossen Fouten en storingen op de compressor analyseren 9.3.6 Na het uitschakelen van de machine stroomt er olie uit het luchtfilter van de compressor Mogelijke oorzaak Maatregelen Wie helpt u verder? Gespeciali‐ KAESER Ser‐ seerde werk‐ vice plaats Terugslagfunctie van de inlaat‐...
Pagina 107
Onderhoud 10.1 Veiligheid waarborgen 10 Onderhoud 10.1 Veiligheid waarborgen Hier vindt u veiligheidsaanwijzingen om onderhoudswerkzaamheden op een veilige manier uit te voeren. Waarschuwingen staan altijd direct voor een handeling die mogelijke gevaren met zich meebrengt. Wanneer u waarschuwingsaanwijzingen negeert, kan dit tot levensgevaarlijk letsel leiden! Veiligheidsaanwijzingen opvolgen Wanneer u veiligheidsaanwijzingen negeert, kan dit tot levensgevaarlijk letsel leiden! ➤...
Pagina 108
Onderhoud 10.2 Onderhoudsschema's's opvolgen ■ Draai de persluchtafnamekranen voorzichtig open. ■ Controle: de manometer geeft 0 bar aan! ➤ Open of demonteer ventielen niet. Werken aan het aandrijfsysteem Het aanraken van roterende, sterk verhitte of stroomvoerende componenten kan tot zware verwon‐ dingen leiden.
Pagina 109
Onderhoud 10.2 Onderhoudsschema's's opvolgen ➤ Voer de onderhoudswerkzaamheden uit in overeenstemming met de volgende tabel: Componentengroep: Handeling Motor: Olie verversen. 10.3.4 Motor-BA Oliefilter vervangen. Motor-BA Controleer brandstofleidingen Motor-BA en slangklemmen. Onderstel/chassis: Wielbouten aandraaien. Reminstallatie laten controleren/ afstellen. h ≙ bedrijfsuren; motor-BA ≙ bedrijfsvoorschrift van de motorfabrikant Tab.
Pagina 110
Onderhoud 10.2 Onderhoudsschema's's opvolgen 10.2.3.1 Onderhoudsschema machine ➤ Voer de onderhoudswerkzaamheden tijdig uit in conform de volgende tabel: Componentengroep: Handeling Motor: Vervuilingsindicator motorlucht‐ 10.3.2 filter controleren. Controleer motoroliepeil. 10.3.4 Motor-BA Motorluchtfilter reinigen. 10.3.2 Motorolie verversen. 10.3.4 Vervang het oliefilter van de mo‐ 10.3.5 Motor-BA tor.
Pagina 111
Onderhoud 10.2 Onderhoudsschema's's opvolgen Componentengroep: Handeling Controleer brandstofretourleidin‐ gen op lekken en stevige beves‐ tiging. Laat verstuivers controleren. Inspuitpomp laten controleren. Batterijvloeistofpeil controleren 10.3.7 en batterijkabelaansluitingen on‐ derhouden. Compressor: Controleer vervuilingsindicator 10.4.7 compressor-luchtfilter. Koeloliepeil controleren. 10.4.1 Compressor-luchtfilter reinigen. 10.4.7 Compressor-oliekoeler reinigen. 10.5 Veiligheidsventiel(en) laten con‐...
Pagina 112
Onderhoud 10.2 Onderhoudsschema's's opvolgen Componentengroep: Handeling Controleer alle schroefverbindin‐ gen, scharnieren, vergrendelin‐ gen, grepen en spansluitingen van de kap op slijtage en stevi‐ ge bevestiging. Rubberen dichtingen onderhou‐ 10.6 den. Kraanophanging laten controle‐ ren. Overige werkzaamheden: Controleer, voor zover toegan‐ kelijk alle schroefverbindingen, leidingen en spanklemmen van de machine op slijtage en stevi‐...
Pagina 113
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Optie: Handeling Optie bc – defroster: Winterbedrijf: 10.8.2 Vloeistofpeil van defroster con‐ troleren. Optie la – vonkenvanger: Vonkenvanger reinigen 10.8.3 Vonkenvanger met perslucht uit‐ blazen Optie lb – motorluchtafsluitventiel: Motorluchtafsluitventiel reinigen/ 10.8.4 controleren. Optie ne – brandstof-waterafscheider: Verontreinigingen aftappen 10.3.3.3 Element waterafscheider ver‐...
Pagina 114
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door heet koelmiddel! Ernstig letsel door verbranding aan heet koelmiddel. ➤ Laat de machine afkoelen voordat u het koelsysteem opent. OPGELET Gevaar voor brandwonden als gevolg van koelmiddel dat antivriesmiddel bevat! ➤ Voorkom dat ogen en huid in contact kunnen komen met koelmiddel. Bij contact onmid‐ dellijk met stromend water spoelen.
Pagina 115
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 1. Controleer peil van het koelmiddel in het koelmiddel-buffervat. minimummarkering Indien koelmiddel lager dan : koelmiddel bijvullen. 2. Sluit de kap. Oorzaken tekort aan koelmiddel vaststellen en laten verhelpen. 10.3.1.2 Koelmiddel controleren Om de kwaliteit en standtijd van het koelmiddel te waarborgen moet de koelvloeistof volgens het onderhoudsschema worden gecontroleerd.
Pagina 116
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 10.3.1.3 Koelmiddel mengen Nooit alleen water zonder koelmiddel gebruiken. Water alleen werkt bij motorbedrijfstemperaturen corrosief. Bovendien biedt water alleen geen voldoende bescherming tegen koken of bevriezen van het koelmiddel. Het koelmiddel is een mengsel van zuiver water en speciale koelmiddeltoevoegingen (anticorro‐ sie-/antivriesmiddel, additieven).
Pagina 117
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 9. Koelmiddelpeil controleren. Als het koelmiddelpeil in het koelmiddelbuffervat is gedaald: koelmiddel bijvullen. 10. Controleer visueel op lekken. 11. Sluit de kap. 10.3.1.5 Koelmiddel aftappen Voorwaarde De machine moet afgekoeld zijn. De minkabels van de batterij zijn losgekoppeld. Koelmiddel aftappen: De totale hoeveelheid koelmiddel van de motor kan door het losdraaien van de sluitschroef op de waterkoeler worden afgetapt.
Pagina 118
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 10.3.2 Motorluchtfilter onderhouden Het luchtfilter volgens de onderhoudstabel reinigen en wanneer de vervuilingsindicator dit aan‐ geeft. Het filterelement moet uiterlijk na één jaar of 3 reinigingsbeurten vervangen worden. ■ De motor in bedrijf zetten zonder gemonteerd filterelement is niet toegestaan! ■...
Pagina 119
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden ➤ Controleer de vervuilingsindicator van de luchtfilter. De gele zuiger heeft het rode gebied van de indicatieschaal bereikt: Reinig of vervang filterele‐ ment. Luchtfilter reinigen: Fig. 39 Motorluchtfilter onderhouden filterhuizen stofafscheidingsventiel Filterelement ventielzone Filterdeksel afvoergleuf spanklem vervuilingsindicator Fig.
Pagina 120
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 3. Filterelement reinigen: ■ Blaas het oppervlak van het filterelement met droge perslucht (≤ 5 bar!) schuin van binnen naar buiten uit, tot er geen stofontwikkeling meer is. ■ Buis moet zo lang zijn dat deze tot de bodem van het filterelement komt. ■...
Pagina 121
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Materiaal Reserveonderdelen Opvangbak Reinigingsdoek Voorwaarde De machine is uitgeschakeld. Machine moet horizontaal staan. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine is afgekoeld. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend. De minkabel van de batterij is losgekoppeld.
Pagina 122
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Fig. 41 Brandstofsysteem ontluchten brandstoftank bovenste deel brandstofhoofdfilter brandstofvoorfilter filterpatroon brandstofhoofdfilter elektrische brandstofpomp brandstofretourleiding 1. Maak de minkabel vast aan de batterij. 2. «Startschakelaar» op positie “II” draaien. Brandstofsysteem wordt ontlucht. 3. «Startschakelaar» op positie "0" zetten. Ontluchtingsprocedure is beëindigd.
Pagina 123
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 4. Vang naar buiten lopende brandstof op. 5. Deksel van brandstofvoorfilter losmaken en verwijderen. 6. Neem het filterelement uit. 7. Plaats nieuw filterelement. 8. Deksel van brandstofvoorfilter weer op het onderste deel voegen en vastzetten. 9. Steek de brandstofleiding op het deksel. 10.
Pagina 124
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Fig. 43 brandstofwaterafscheider filterkop transparante afscheidertank element waterafscheider sluitschroef Waterafscheider controleren: De brandstof in de transparante afscheidertank is van buiten af zichtbaar. ■ Omdat water een grotere densiteit heeft dan brandstof, zet het zich op de bodem van de af‐ scheidertank af.
Pagina 125
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 3. Schakel de machine uit. 4. Schroefverbindingen vastdraaien. 10.3.4 Motorolie vervangen Motorolie moet worden vervangen: ■ volgens de onderhoudstabel, ■ naargelang de vervuiling van de aanzuiglucht, ■ maar minimaal een keer per jaar. Informatie over het olieverversen bij sterke stofbelasting van de omgevingslucht vindt u in de bedrijfshandleiding van de motorfabrikant.
Pagina 126
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Fig. 44 Motorolie aftappen dop olievulopening motorblok oliefilter oliecarter motor oliepeilstok sluitschroef 1. Open de kap. 2. Verwijder de dop van de olievulopening. 3. Plaats de opvangbak onder de aftapopening van de bodemplaat. 4. Draai de sluitschroef eruit en vang de eruit lopende motorolie op. 5.
Pagina 127
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 3. Bij een te lage stand motorolie bijvullen. 4. Klem de minkabels van de batterij vast. De machine in bedrijf stellen en laten proefdraaien Voorwaarde Batterij is aangekoppeld 1. Schakel de machine in en laat haar ongeveer 5 minuten in nullasttoerental draaien. 2.
Pagina 128
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Fig. 45 Olieaftapventiel motoroliecarter Afsluitventiel motoroliecarter Onderste deel carrosserie Sluitschroef motoroliecarter Stand afsluitventiel geopend Motorolie aftappen: 1. Dop olievulopening motor openen en verwijderen. 2. Zet de lekbak klaar. 3. Sluitschroef motoroliecarter losdraaien en wegnemen. 4. Open afsluitventiel motoroliecarter Motorolie stroomt in opvangbak.
Pagina 129
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Fig. 46 Motoroliefilter vervangen Motoroliefilter Motor Draairichting voor het losschroeven van Oliepeilstok de oliefilter 1. Open de kap. 2. Lekbak klaarzetten. 3. Let op de draairichting voor het losschroeven van de oliefilter. 4. Schroef motoroliefilter los. Wegstromende motorolie opvangen. 5.
Pagina 130
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Materiaal Meettoestel spanning V-riem Reserveonderdeel Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine moet afgekoeld zijn. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend. Minkabel van de batterijen afgeklemd.
Pagina 131
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Fig. 47 Riemspanning met de hand controleren toegestane indrukdiepte aandrijfriem Pijlrichting Drukbelasting circa: 10 Kg Schroef motorgenerator toelaatbare indrukdiepte: 7 – 9 mm Motorgenerator Bevestiging motorblok Riemspanning met meettoestel voor V-riem‐ Riemspanning met de hand controleren en na‐ spanning controleren en naspannen: spannen: 1.
Pagina 132
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden Zodra de aandrijfriemen gedemonteerd zijn, mogen ze niet opnieuw gebruikt worden. Controleer na een looptijd van 15 minuten de riemspanning weer. De gedemonteerde aandrijfriem dient overeenkomstig de milieubepalingen afgevoerd te wor‐ den. Bedrijfsgereedheid tot stand brengen 1.
Pagina 133
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden ➤ Neem de veiligheidstekens van de op de batterij aangebrachte waarschuwingssticker in acht. De afzonderlijke veiligheidstekens hebben de volgende betekenis: ■ – Vuur, vonken, open vlam evenals roken zijn verboden! ■ – Draag oog-/gezichtsbescherming. Gevaar voor brandwonden! ■...
Pagina 134
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden MEDEDELING! Kapot gaan van batterij! Door de batterij bij te vullen met zuiver zuur stijgt de concentratie elektrolyt, de batterij kan ka‐ pot gaan. ➤ Vul uitsluitend gedestilleerd water bij. 2. Controleer of de zuurstand van de batterij. Het zuurpeil komt niet tot de aangegeven markering op de batterij.
Pagina 135
Onderhoud 10.3 Motor onderhouden 4. Maak eerst de minkabel en daarna de pluskabel los. 5. Schroef de batterijbevestiging los. 6. De montage verloopt in omgekeerde volgorde. 7. Controleer of de batterij goed en stevig geplaatst zijn. 8. Sluit de kap. Batterij vervangen: Als de batterij wordt vervangen, moet de nieuwe batterij dezelfde capaciteit en stroomsterkte heb‐...
Pagina 136
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden 10.4 Compressor onderhouden ➤ Voer de onderhoudswerkzaamheden uit volgens het onderhoudsplan in hoofdstuk 10.2.3.1. 10.4.1 Koelolieniveau controleren De koeloliestand wordt gecontroleerd bij de olievulopeningen van de olieafscheidertank. Wanneer de sluitschroef is verwijderd, moet olie zichtbaar zijn Materiaal Schroefsleutel Reinigingsdoek...
Pagina 137
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden 10.4.2 Koelolie (bij)vullen Materiaal Koelolie Trechter Reinigingsdoek Schroefsleutel Voorwaarde De machine is uitgeschakeld. Machine moet horizontaal staan. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan! De machine moet afgekoeld zijn. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend. De minkabels van de batterij zijn losgekoppeld.
Pagina 138
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden 10.4.3 Koelolie vervangen In principe moet alle olie uit de volgende componenten afgetapt worden: ■ compressorblok ■ olieafscheiderketel ■ Oliekoeler ■ olieleidingen ➤ Vervang de oliefilter altijd samen met de koelolie. Materiaal Nieuwe koelolie, voor vulhoeveelheid compressor zie hoofdstuk 2.5.7. opvangtank Trechter Reinigingsdoek...
Pagina 139
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden Fig. 50 Compressorkoelolie aftappen olieafscheiderketel Oliekoeler sluitschroef olieafscheidertank sluitschroef oliekoeler olievuldop Combiventiel sluitschroef oliefilter 1. Draai de sluitschroef uit de olievuldop op de olieafscheidertank. 2. Opvangbak onder sluitschroef van de olieafscheidertank (opening in bodemplaat) klaarzetten. 3. Draai de sluitschroef eruit en vang de koelolie op. 4.
Pagina 140
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden 10.4.3.2 Optie oe Koelolie via afsluitventielen aftappen Materiaal nieuwe koelolie opvangtank nieuwe afdichtingen voor sluitschroeven Trechter Reinigingsdoek Voorwaarde De machine is uitgeschakeld Machine staat horizontaal De machine is op bedrijfstemperatuur De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend.
Pagina 141
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden 10.4.4 Compressoroliefilter vervangen Materiaal reserveonderdeel gereedschap opvangtank Reinigingsdoek Voorwaarde De machine moet zijn uitgeschakeld. De machine is volledig drukloos. De manometer geeft 0 bar aan. De machine moet afgekoeld zijn. De persluchtverbruikers zijn afgekoppeld en de afnamekranen zijn geopend. Minkabel van de batterijen afgeklemd.
Pagina 142
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden De machine in bedrijf stellen en laten proefdraaien 1. Machine inschakelen en in NULLAST-bedrijf laten draaien tot de bedrijfstemperatuur is bereikt. 2. Aftapkranen sluiten. 3. Schakel de machine uit. 4. Wacht totdat de machine automatisch ontlucht is. Manometer geeft 0 bar aan! 5.
Pagina 143
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden 5. Sproeier met schroevendraaier uitschroeven uit het inschroefstuk. 6. Inschroefstuk, zeef, sproeier en dichtring met wasbenzine of spiritus reinigen. 7. Sproeier, zeef en dichtring op slijtage controleren. Bij sterke slijtsporen: vervangen. 8. Sproeier en zeef weer in/op inschroefstuk monteren. 9.
Pagina 145
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden Ruim de oude olieafscheiderpatronen met afdichtingen, met koelolie verontreinigde arbeids‐ middelen en componenten volgens de milieuvoorschriften op! Optie ba Olieafscheiderpatroon vervangen: Voer het vervangen van de olieafscheiderpatronen met defrosteropbouw op dezelfde manier als hierboven beschreven uit. Leeg daarbij ook de defroster en zet bijbehorende schroefverbindingen los.
Pagina 146
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden ➤ Open de kap. Vervuilingsgraad luchtfilter controleren: Een filter moet worden vervangen, wanneer de gele zuiger aan de binnenzijde van de vervuilings‐ indicator het gebied van de indicatieschaal met de rode achtergrond heeft bereikt. Fig. 55 vervuilingsindicator vervuilingsindicator rood bereik indicatieschaal...
Pagina 147
Onderhoud 10.4 Compressor onderhouden Filterelement reinigen: Fig. 56 Onderhoud compressorluchtfilter vleugelmoer Inlaatklep onderlegschijf vervuilingsindicator filterkap compressorblok Filterelement Fig. 57 Filterelement reinigen persluchtpistool met uitblaasbuis (eindstuk circa 90° gebogen) Filterelement 1. Vleugelmoer losdraaien en de onderlegschijf verwijderen. 2. Filterkap verwijderen. 3. Filterelement verwijderen. 4.
Pagina 148
Onderhoud 10.5 Koelers reinigen 6. Filterelement zorgvuldig op mogelijke beschadigingen controleren. Filterelement beschadigd: filterelement vervangen. 7. Zet het gereinigde of nieuwe filterelement in de filterbehuizing. Let daarbij op dat het filterele‐ ment goed gepositioneerd is en de afdichtingen hun functie kunnen vervullen. 8.
Pagina 149
Onderhoud 10.5 Koelers reinigen MEDEDELING De machine kan worden beschadigd door een krachtige water- of stoomstraal! Een directe water- of stoomstraal kan de elektrische onderdelen en de afleesinstrumenten beschadigen of vernietigen. ➤ Elektrische onderdelen, zoals de schakelkast, generator, starter of afleesinstrumenten, moeten worden afgedekt.
Pagina 150
Onderhoud 10.6 Onderhoud rubberen dichtingen 9. Sluit de kap. 10. Stel de machine in bedrijf en laat haar warmdraaien, zodat waterresten kunnen verdampen. Koeler op lekken controleren: 1. Open de kap. 2. Voer visuele controle op lekken uit: komt er olie/koelwater naar buiten? Is een koeler ondicht? ➤...
Pagina 151
Onderhoud 10.7 Onderstel onderhouden Materiaal Momentsleutel Testtoestel bandenspanning Voorwaarde Machine is uitgeschakeld en veilig geparkeerd. 1. Controleer/stel af aanhaalmoment van de wielbouten. 2. Controleer de banden/velgen op zichtbare schade. Bij beschadiging of slijtage: banden/velgen vervangen. 3. Controleer profieldiepte banden. Conform de landelijke richtlijnen, in de meeste landen minimaal 1,6 mm. Profieldiepte onvoldoende: band verwisselen.
Pagina 152
Onderhoud 10.7 Onderstel onderhouden Smeerpunten Optie Weergave rb/rm/rs rg/rp/rr 10-M2005 Tab. 71 Smeerpunten trekinrichting 1. Controleer of de trekinrichting vlot functioneert. 2. Reinig alle vertandingen , glij- en lagerdelen van de hoogteverstelling van vuil en olie ze in met zuurvrije olie 3.
Pagina 153
Onderhoud 10.7 Onderstel onderhouden 2. Druk de schokdemper met kracht tegen de tegendruk in. Laat de schokdemper in een gespecialiseerde garage vervangen wanneer: ■ de weerstand laag is ■ er zich luchtzakken in het systeem bevinden ■ het eruit trekken van de schokdemper gemakkelijk gaat ■...
Pagina 154
Onderhoud 10.7 Onderstel onderhouden 1. Controleer of de kogelkoppeling vlot functioneert. 2. Reinig de kogelkoppeling. Vet c.q.. olie kogelkommen, scharnieren en lagerpunten. 10.7.3 Reminstallatie onderhouden Bij het instellen van de reminstallatie wordt een slijtage van de remvoering door correctie van de remschoen gecompenseerd.
Pagina 155
Onderhoud 10.7 Onderstel onderhouden Fig. 61 Dikte van de remvoeringen controleren controleopening remvoering 1. Verwijder de stop uit de controleopening. 2. Controleer de dikte van de remvoering. Resterende dikte remvoering minder dan 2 mm: ➤ remblokken in gespecialiseerde werkplaats laten vervangen. 3.
Pagina 156
Onderhoud 10.7 Onderstel onderhouden 4. Met een schroevendraaier stelmoer zo ver loszetten (3 tot 5 tanden), totdat bij het voorwaarts draaien van het wiel geen remmende werking meer optreedt. 5. Trek de handrem aan. 6. Positie van het compensatieprofiel ten opzichte van het remstangenstelsel controleren.
Pagina 157
Onderhoud 10.7 Onderstel onderhouden Optie rb/rm/rs , rc/ro/rs Remstangenstelsel instellen Voorwaarde Remstangenstelsel werd onderhouden Verbindingselementen zijn gemonteerd Lange moet is met de hand aangedraaid 1. Trek handremhendel 3 maal krachtig aan en zet weer los. 2. Wiel voorwaarts draaien en daarbij de verbindingsmoer aandraaien tot remweerstand merk‐ baar is.
Pagina 158
Onderhoud 10.8 Opties onderhouden 7. Smeer de scharnierkop van de trekstang. 8. Breng afstandsstuk aan. Ronding wijst in richting compensatieprofiel. 9. Breng schijf aan. 10. Draai moer op de trekstang. 11. Draai moer met de hand aan. Optie rc/ro/rr , rg/rp/rr Remstangenstelsel instellen Voorwaarde Remstangenstelsel werd onderhouden...
Pagina 159
Onderhoud 10.8 Opties onderhouden Fig. 65 Onderhoud olienevelaar doseerwiel Oliereservoir Sluitschroef met peilstok en geïntegreerde persluchtingang olietoevoerbuis Uitgang werktuigolie Olienevelaar - bovenste deel met olievul‐ ➤ Open de kap. Peil werktuigolie controleren: Het oliepeil van de olienevelaar moet dagelijks worden gecontroleerd. Er bevindt zich op het binnenste deel van de sluitschroef van de olievuldop een peilstok waarop het oliepeil kan worden afgelezen.
Pagina 160
Onderhoud 10.8 Opties onderhouden 10.8.2 Optie bc Onderhoud defroster Het vloeistofpeil van de defroster moet bij temperaturen lager dan 5 °C dagelijks worden gecontro‐ leerd, voordat de machine in bedrijf wordt gesteld. Het onderste deel van de defroster moet maxi‐ maal voor zijn gevuld! Materiaal...
Pagina 161
Onderhoud 10.8 Opties onderhouden 2. Vul het onderste deel met antivries – let op het maximale niveau 3. Schroef het onderste gedeelte voorzichtig vast. 10.8.3 Optie la Vonkenvanger reinigen Om te voorkomen dat er gloeiende verbrandingsresten uit de uitlaatdemper komen moet ca. om de twee maanden de roetopeenhoping in de vonkenvanger worden verwijderd.
Pagina 162
Onderhoud 10.8 Opties onderhouden Fig. 67 Vonkenvanger reinigen Eindbuis uitlaatdemper Aftapopening roethuis met sluitstop Opening in bodemplaat, toegang tot afta‐ Uitlaatdemper met geïntegreerde vonken‐ popeningen vanger 1. Verwijder stop, indien aanwezig. 2. Schroef de sluitstop uit de aftapopening van het roethuis. 3.
Pagina 163
Onderhoud 10.8 Opties onderhouden MEDEDELING Versteld motorluchtafsluitventiel Motorluchtafsluitventiel sluit niet wanneer er een brandbaar gasmengsel uit de omgevings‐ lucht wordt aangezogen! De machine schakelt niet uit. De motor kan kapot gaan en/of explosies of branduitbreiding zijn ook mogelijk. ➤ Pas de stelschroeven van het ventiel niet aan. ➤...
Pagina 164
Onderhoud 10.8 Opties onderhouden Reinig het ventiel met wasbenzine of spiritus en laat hem drogen. Kan de vervuiling niet worden verwijderd: neem contact op met een gespecialiseerde werk‐ plaats of met de KAESER-servicedienst. Motorlucht-afsluitventiel op vlotte werking controleren: 1. Controleer ventiel op overmatige slijtagesporen. 2.
Pagina 165
Onderhoud 10.9 Onderhoudswerkzaamheden noteren 10.9 Onderhoudswerkzaamheden noteren Machinenummer: ➤ Uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden in de lijst completeren: Datum Uitgevoerd onderhoud Urenstand Handtekening Tab. 72 Genoteerde onderhoudswerkzaamheden Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 166
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.1 Let op het typeplaatje 11 Onderdelen, werkingsproducten en service 11.1 Let op het typeplaatje Op het typeplaatje staat alle noodzakelijke informatie voor de identificatie van uw machine. Deze informatie is noodzakelijk, opdat we u een optimale service zouden kunnen bieden. ➤...
Pagina 167
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.3 KAESER AIR SERVICE Benaming Aantal/hoeveelheid nummer motorolie 1925 Tab. 74 Reserveonderdelen motor 11.3 KAESER AIR SERVICE KAESER AIR SERVICE biedt u: ■ bekwame servicetechniekers die hun opleiding in de KAESER-productie genoten, ■ een verhoogde bedrijfszekerheid, omdat schade voorkomen wordt, ■...
Pagina 168
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 169
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 170
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 171
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 172
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 173
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 174
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 175
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 176
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 177
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 178
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 179
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 180
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 181
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 182
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 183
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 184
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 185
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 186
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 187
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 188
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 189
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 190
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 191
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 192
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 193
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 194
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 195
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 196
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 197
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 198
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 199
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 200
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 201
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 202
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 203
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 204
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 205
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 206
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 207
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 208
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 209
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 210
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 211
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 212
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 213
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 214
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 215
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 216
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 217
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 218
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 219
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 220
Onderdelen, werkingsproducten en service 11.5 Onderdelen voor preventief onderhoud en reparaties Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 221
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.1 Buiten bedrijf stellen 12 Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.1 Buiten bedrijf stellen Een buitenbedrijfstelling kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen noodzakelijk zijn: ■ De machine is (voorlopig) niet nodig. ■ De machien wordt (gedurende langere tijd) stilgelegd. ■...
Pagina 222
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.1 Buiten bedrijf stellen Buitenbedrijfstelling van de machine gedurende meerdere weken bij strenge vorst: MEDEDELING! De batterij kan bevriezen! Lege batterijen kunnen al bij -10 ℃ bevriezen. ➤ Batterijen veilig tegen vorst opslaan. ➤ Batterijen liefst volledig geladen opslaan. 2.
Pagina 223
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Handelingen voor “langere buitenbedrijfstelling/opslag” hoofdstuk ➤ Breng op het bedieningspaneel een bordje aan waarop staat dat de ma‐ – chine buiten gebruik is gesteld. Tab. 76 Checklist “Langere buitenbedrijfstelling/opslag” ➤ Breng op het bedieningspaneel het volgende bordje aan waarop staat dat de machine buiten gebruik is gesteld: Opgelet! 1.
Pagina 224
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 12.2.2 De machine als aanhanger over de weg vervoeren De verrijdbare machine is toegelaten als aanhanger voor vervoer over de openbare weg. De ma‐ chine is ontworpen voor transport met een maximumsnelheid van 100 km/uur. Wanneer de machi‐ ne over de openbare weg wordt vervoerd, moeten de verkeersregels en -voorschriften die in het betreffende land gelden, in acht worden genomen.
Pagina 225
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 4. Zorg ervoor dat er zich in en op de machine geen los gereedschap bevindt. 5. Sluit de kap en vergrendel deze. 6. Controleer of de sticker Gevaarlijke stoffen op de machine is aangebracht, zie hoofdstuk 3.4.4. 7.
Pagina 226
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Fig. 70 Kogelkoppeling ALKO-EU Koppelingsgreep Kogelkop van de aanhangerkoppeling Kogelkoppeling (trekkend voertuig) Cilinder arrêteerindicatie (eruit gedrukt) MEDEDELING! Aanzienlijk gevaar voor letsel door afknellen! Vingers kunnen verpletterd worden door het sluitingsmechanisme van de koppeling. ➤ Grijp niet met de vingers in de geopende kogelkoppeling. ➤...
Pagina 227
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport De slijtaanduiding op de koppelingsgreep geeft aan: ■ Slijtagegrens van de koppelingskogel van het trekkende voertuig. ■ Slijtagegrens van de kogelkoppeling. Fig. 71 Slijtageaanduiding kogelkoppeling ALKO-EU Kogelkoppeling groene zone (in orde) slijtage-aanduiding rode zone (slijtagegrens overschreden) –...
Pagina 228
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Optie rd/ro/rr Machine met kogelkoppeling (US-uitvoering) aankoppelen: Zet de geopende kogelkoppeling op de kogelkop van de aanhangerkoppeling van het trekkende voertuig en wacht tot de kogelkoppeling vastklikt. Fig. 72 Kogelkoppeling ALKO-US Koppelingsgreep borgbout Kogelkoppeling montage-opening voor borgbout Kogelkop van de aanhangerkoppeling kogelkoppeling juist beveiligd (trekkend voertuig)
Pagina 229
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 12.2.2.3 Transportgereedheid van de aangekoppelde machine tot stand brengen Optie rb/rm/rs, rc/ro/rr, rg/rp/rr, rc/ro/rs Fig. 73 Handrem met gasveerondersteuning loszetten Handremhendel Markering: "dode punt"-zone ontgrendelingsknop handremhendel Optie rb/rm/rr, rb/rm/rs Machine met in hoogte verstelbaar onderstel voorbereiden voor transport: Optie rb/rm/rs Fig.
Pagina 230
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 7. Bevestig de veiligheidskettingen/veiligheidskabel op de trekkende voertuig, zie afbeeldingen 76 en 77. 8. Verwijder de wielkeggen. Optie rc/ro/rr, rg/rp/rr, Machine met niet in hoogte verstelbaar onderstel voorbereiden voor transport: rc/ro/rs 1. Draai het steunwiel volledig omhoog (aanslag). 2.
Pagina 231
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Optie rb/rm/rr Extra beveiliging tegen loskomen van het trekkende voertuig Als extra beveiliging van de machine tegen loskomen van het trekkende voertuig (landspecifieke bijzondere uitvoering) kan de trekinrichting met nog twee veiligheidskettingen uitgerust zijn. Het is beslist noodzakelijk de beide veiligheidskettingen te bevestigen aan het trekkende voertuig. Optie rb/rm/rr Fig.
Pagina 232
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Fig. 77 Bevestiging veiligheidskabel Veiligheidskabel Veiligheidskabelgeleiding (oog) sluiting (karabijnhaak) MEDEDELING! Onbedoelde rembediening! Bij rijden door bochten kan door een te korte veiligheidskabel de rem worden geactiveerd. Dat kan tot hogere slijtage van de reminstallatie van de machine leiden. ➤...
Pagina 233
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Optie rb/rm/rs, rc/ro/rr, rg/rp/rr, rc/ro/rs Fig. 78 Handrem met gasveerondersteuning bedienen Handremhendel Gasveer Markering: "dode punt"-zone ➤ Trek bij het parkeren van de machine altijd de handrem aan. 12.2.3.1 Optie rb/rm/rr Machine met in hoogte verstelbaar onderstel parkeren Bij parkeren op een helling moet de machine vóór het afkoppelen tegen wegrollen worden bevei‐...
Pagina 234
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Het automatische steunwiel moet bij afgekoppelde machine altijd zover omlaag gedraaid zijn, dat de nok de verdikking niet raakt. Alleen dan wordt het automatisch inklappen van de wielo‐ phanging geblokkeerd (zie afbeelding 79/A). Als bij een afgekoppelde machine het steunwiel weer verder omhoog wordt gedraaid, drukt de ver‐ dikking tegen de nok van de bevestigingsbout (zie afbeelding 79/B).
Pagina 235
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 9. Zo nodig steunwiel verder omlaag draaien. 10. Trekkend voertuig langzaam van de machine verwijderen. 12.2.3.3 Optie rc/ro/rr, rg/rp/rr, rc/ro/rs Machine met niet in hoogte verstelbaar onderstel (met handrem) parkeren Bij parkeren op een helling moet de machine vóór het afkoppelen tegen wegrollen worden bevei‐ ligd.
Pagina 236
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 2. Schuif de wielblokken onder de wielen. 3. Demonteer de verlichtings- en signaleringsinrichting. 4. Draai de steun naar beneden. 5. Trek de borgbout uit de kogelkoppeling. 6. Trek de koppelingsgreep naar boven en draai de steunen verder naar beneden. Kogelkoppeling moet uit de aanhanginrichting van het trekkende voertuig zijn geklinkt.
Pagina 237
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport 12.2.4 Machine met kraan transporteren Bijkomende voorzorgsmaatregelen bij sneeuw en ijzel treffen: Bij winterse omstandigheden kan zich een aanzienlijke hoeveelheid sneeuw en/of een aanzienlijke ijslaag op de machine vormen. Het zwaartepunt van de machine kan in negatieve zin veranderd zijn (schuine ligging). Overschrijding van de toegelaten belasting voor de hijsinrichting van kraan en machine is mogelijk.
Pagina 238
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Optie sc Fig. 82 Transport met heftruck Framesleuven Heflus 1. Sluit de deuren of kap en vergrendel ze. 2. Heftruck voor de dwarszijde van de machine plaatsen, tegenover de heflussen, en hefvorken gelijkrichten. 3. Met de heftruck de hefvorken over de volle lengte in de heflussen van de sleuven schuiven. De machine moet volledig op de hefvorken staan.
Pagina 239
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.2 Transport Fig. 83 Spankabels als vrachtbeveiliging MEDEDELING! Kabels kunnen de carrosserie beschadigen! Bij het transport optredende bewegingskrachten kunnen beschadigingen aan de carrosserie‐ delen veroorzaken. ➤ Geen kabels over carrosseriedelen gebruiken. ➤ Alleen kabels over onderstel gebruiken. 2.
Pagina 240
Buitenbedrijfstelling, opslag, transport 12.3 Opslag 12.3 Opslag Vocht leidt tot corrosie, in het bijzonder van de verbrandingsmotor, het compressorblok en in de olieafscheidertank. Bevriezend vocht kan onderdelen, zoals membranen van ventielen en afdichtingen, beschadigen. De volgende maatregelen gelden ook voor machines die nog niet in bedrijf zijn genomen. Wanneer u vragen hebt over deskundige opslag en inbedrijfstelling, kunt advies inwinnen bij KAESER.
Pagina 241
Appendix 13.1 Aanduiding 13 Appendix 13.1 Aanduiding Fig. 84 Aanduiding VIN-nummer *) Typeplaatje machine, met installatieseri‐ * identificatienummer van het voertuig alnr. Optieplaatje Typeplaatje motor, met motor-serienummer 13.2 Stroomdiagram van leidingen en instrumenten (P+I-diagram) Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 242
Appendix 13.2 Stroomdiagram van leidingen en instrumenten (P+I-diagram) Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 243
Appendix 13.2 Stroomdiagram van leidingen en instrumenten (P+I-diagram) Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 244
Appendix 13.2 Stroomdiagram van leidingen en instrumenten (P+I-diagram) Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 245
Appendix 13.3 Maatschets 13.3 Maatschets 13.3.1 Optie rb/rm/rr Maattekening van onderstel ■ Optie rb - onderstel in EU-uitvoering ■ Optie rm - onderstel met hoogteverstelling ■ Optie rr - onderstel zonder bedrijfsrem Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...
Pagina 277
Appendix 13.4 Elektrisch schema's 13.4.3 Optie te Aansluiting van de verlichtings- en signaleringsinrichting Bedrijfsvoorschrift Bouwcompressor Nr.: 9_6943 24 NL...