HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING
Vooruit en achteruit rijden
1. Trek de noodstopschakelaar op het platformbedie-
ningsstation uit en activeer de rijschakelaar.
2. Plaats de rijregelaar naar wens op vooruit of achteruit.
WAARSCHUWING
DE RICHTING VAN DE RIJ- EN STUURFUNCTIE KAN OMGEKEERD ZIJN T.O.V.
NORMAAL BEDRIJF. CONTROLEER DE ZWART/WITTE RICHTINGPIJLEN OP HET
CHASSIS EN HET PLATFORMBEDIENINGSSTATION VOORDAT U GAAT RIJDEN.
VERPLAATS DE RIJREGELAARS IN DE RICHTING DIE OVEREENKOMT MET DE
RICHTINGPIJLEN.
ACHTERUIT
REV
WAARSCHUWING
ALS HET SCHEEFSTANDALARM KLINKT WANNEER HET PLATFORM GEHEVEN
IS, MOET DE MACHINE WORDEN STOPGEZET EN MOET HET PLATFORM VOLLE-
DIG WORDEN NEERGELATEN. PLAATS DE MACHINE DAN ZO DAT HIJ HORIZON-
TAAL STAAT ALVORENS HET PLATFORM TE HEFFEN.
4-4
VOORUIT
FW D
4.8
STOPZETTEN EN PARKEREN
OPMERKING: Wanneer de machine voor een nacht wordt gepar-
keerd, moeten de accu's goed opgeladen worden
zodat ze de volgende dag bedrijfsklaar zijn.
Om de machine stop te zetten en te parkeren, gaat u als volgt te
werk:
1. Rijd de machine naar een redelijk goed beveiligd
gebied.
2. Zorg dat het platform geheel omlaag staat.
3. Druk op de noodstopschakelaar op het platformbedie-
ningsstation.
4. Druk op de noodstopschakelaar op het grondbedie-
ningsstation. Zet de keuzeschakelaar Platform/Grond
op de middelste stand (uit).
5. Bedek het platformbedieningsstation zo nodig om de
instructieplaatjes, waarschuwingsstickers en bedie-
ningselementen tegen ongunstige omstandigheden te
beschermen.
6. Blokkeer minstens twee wielen wanneer de machine
gedurende lange tijd geparkeerd wordt.
– JLG Hoogwerker –
3123597