Inhoudsopgave
Advertenties
2) Na 20 seconden opent de waterinlaatklep om gedurende een bepaalde tijdsduur
ontdooiingswater toe te voeren (reinigingswater voor de waterbak).
* De toevoerduur van het ontdooiingswater varieert tussen de watertemperaturen
boven en onder 13°C.
* Tijdens de eerste cyclus wordt de watertemperatuur niet gedetecteerd en wordt
aangenomen dat deze onder 13°C is, waardoor de toevoerduur van het ontdooiingswater
langer is.
* De toevoerduur van het ontdooiingswater kan worden gewijzigd in de onderhoudmo-
dus (zie "3. [b] ONDERHOUDMODUS").
3) De openingstimer begint met aftellen wanneer de waterbak begint open te gaan.
Wanneer de Hall IC niet binnen 3 minuten wordt ingeschakeld, wordt op het display "EE"
weergegeven en stopt de machine gedurende 60 minuten. Als de fout opnieuw optreedt
wanneer de machine het proces hervat, wordt op het display "EE" weergegeven en
wordt de machine uitgeschakeld (wordt in de foutenhistorie vastgelegd als "E3").
[c] ONTDOOICYCLUS
1) Nadat de waterbak is geopend, gaat de heetgasklep open totdat de eindtemperatuur
voor ontdooien is bereikt.
2) Wanneer de eindtemperatuur voor ontdooien niet is bereikt, zelfs niet terwijl de
backup-timer voor ontdooien loopt (30 minuten nadat de waterbak begint open te
gaan), wordt op het display "E2" weergegeven en stopt de machine.
Wanneer de heetgasklep niet open gaat, kan de machine stoppen met de fout "E2".
* De eindtemperatuur voor ontdooien kan worden gewijzigd in de onderhoudmodus
(zie "3. [b] ONDERHOUDMODUS").
[d] WATERBAK GAAT DICHT
1) Wanneer de vriescyclusthermistor detecteert dat de verdampertemperatuur boven
de eindtemperatuur voor ontdooien is gekomen, sluit de heetgasklep, start de
ventilatormotor en begint de waterbak te sluiten.
6
Advertenties
Inhoudsopgave
