Ingebruikname
1. Rol het gehele netsnoer van de snoerhouder 7 af.
Opmerking:
verzekert u zich ervan, dat de thermostaat 3 en
de standenschakelaar 2 op MIN, resp. op 0 staan.
2. Steek de netstekker in een stopcontact.
3. Zet de standenschakelaar 2 op "III" en de
thermostaat 3 op MAX. Het indicatielampje
"Power" 1 brandt.
Opmerking:
met de standenschakelaar 2 regelt u hoe snel het
apparaat opwarmt. Als het heel snel moet opwarmen,
kiest u het verwarmingsniveau "III" en als langzaam
opwarmen gewenst is, kiest u het verwarmings
niveau "I".
Met de thermostaat 3 stelt u de gewenste tempera
tuur in.
4. Als de gewenste temperatuur van de ruimte is
bereikt, draait u de thermostaat 3 langzaam
terug, totdat u een zachte "klik" hoort en het
indicatielampje "Power" 1 uitgaat. De ruimtelijke
temperatuur van dat ogenblik wordt nu gehouden.
Het kan zijn dat het indicatielampje "Power" 1
tussendoor weer brandt en uitgaat. Dit betekent
dat de ingestelde ruimtelijke temperatuur kortstondig
te laag was en dat het apparaat weer heeft ver
warmd.
Opmerking:
als u een ruimte heel snel wilt verwarmen, activeert
u de ventilatiekachel schakelaar 4. Als de ventila
tiekachel schakelaar 4 op ON staat, brandt het
ventilatiekachel indicatielampje 4 en er wordt warme
lucht door de ventilatiekachel opening 5 in de
ruimte geblazen.
5. Als u het apparaat wilt uitschakelen, zet u eerst
de ventilatiekachel schakelaar 4 op OFF. Draai
dan de standenschakelaar 2 op "0" en daarna
de thermostaat 3 op MIN.
6. Haal de stekker uit het stopcontact.
Bescherming tegen bevriezing
U kunt de olieradiator zo instellen, dat deze auto
matisch aanspringt en verwarmt, als de kamertem
peratuur ca. 5°C bedraagt:
1. Steek de netstekker in een stopcontact.
2. Zet de standenschakelaar 2 op "I", "II" of"III"
en de thermostaat 3 op MIN.
De olieradiator wordt nu ingeschakeld, als de ka
mertemperatuur ca. 5°C bedraagt. Zodra de ka
mertemperatuur hoger ligt dan ca. 5°C, wordt de
olieradiator automatisch weer uitgeschakeld.
Ventilatiekachel
U kunt de olieradiator ook als ventilatiekachel ge
bruiken:
1. Steek de netstekker in een stopcontact.
2. Zet de ventilatiekachel schakelaar 4 op ON.
Het rode ventilatiekachel indicatielampje 4
brandt en er wordt warme lucht door de ventila
tiekachel opening 5 in de ruimte geblazen.
3. SOm de ventilatiekachel uit te schakelen, zet u
de ventilatiekachel schakelaar 4 op OFF.
Het rode ventilatiekachel indicatielampje 4
dooft.
- 10 -