RC10.4 70, RC10.4 90
8.1
Tips om energie te sparen
• Kies een goed geventileerde en tegen zonnestralen beschermde opstellings-
plaats.
• Laat levensmiddelen eerst afkoelen alvorens deze in het toestel te leggen.
• Open de koelkast niet vaker dan nodig.
• Laat de deur niet langer openstaan dan nodig.
• Ontdooi de koelkast zodra er zich een ijslaag gevormd heeft.
• Voorkom onnodig lage temperaturen.
• Verwijder regelmatig stofafzettingen van de condensor.
8.2
Koelkast gebruiken
De koelkast conserveert verse levensmiddelen. Bovendien kunt u in het vriesvak
diepgevroren levensmiddelen conserveren.
A
LET OP!
Zorg ervoor dat drank of voedsel in glazen flessen niet te sterk afkoelt.
Vloeistoffen zetten uit als ze bevriezen en kunnen daardoor het glas bre-
ken.
Let op dat er zich alleen voorwerpen in de koelkast bevinden die op de
gekozen temperatuur gekoeld mogen worden.
➤ Schakel de koelkast in door vijf seconden op de
➤ Druk op de
-knop tot de led van de gewenste bedrijfsmodus (hoofdstuk
„Bedienings- en indicatie-elementen" op pagina 83) brandt.
I
INSTRUCTIE
Na het inschakelen heeft de koelkast ongeveer 60 s nodig tot de com-
pressor opstart.
Temperatuur instellen (uitsluitend PERFORMANCE- en SILENT-modus)
U kunt de temperatuur instellen met behulp van de
➤ Druk herhaaldelijk op de
✓ Het display geeft de geselecteerde temperatuur weer:
– één balkje = laagste koelvermogen
– drie balkjes = middelste koelvermogen
– vijf balkjes = hoogste koelvermogen
NL
-knop totdat de gewenste temperatuur is ingesteld.
Bediening
-knop te drukken.
-knop.
87