TIG-kouddraadaanvoerunit
Instellen drukknoppen toorts
Met de instelling F5 kunnen de kanteltoetsen T1 en T3 (2) worden ingesteld:
Linkerdisplay
F5
Tab. 12
Instellen van de kanteltoets
6.4.2 Interval met draadretour 2-takt en 4-takt
(traploos instelbare, continue beweging vooruit en terug)
Deze intervalfunctie wordt ingeschakeld met de functie F7 (ON).
Met de functie tof wordt de draadtoevoer voor de vooraf ingestelde duur gestopt.
De draadtoevoersnelheid wordt ingesteld met de functie SPE.
Met de functie F2 wordt de snelheid van de draadretour ingesteld.
De volgende tabel bevat de bijbehorende parameterinstellingen:
Functie
Beschrijving
F7
Draadretourfunctie
tof
Intervalpauze draadtoevoer
SPE
Draadtoevoersnelheid
F2
Snelheid van de draadretour
Tab. 13
Instellingen draadretour
2T
Interval
F7=OFF
Interval
F7=ON
Afb. 10
Voorbeeld intervalfuncties
BAL.0420.0 • 2018-10-22
Rechterdisplay
A
T1 = Draadtoevoer
T3 = Draadretour
b
T1 = Verhoging van de draadtoevoersnelheid in de standby-modus tijdens het lassen
T3 = Verlaging van de draadtoevoersnelheid in de standby-modus tijdens het lassen
C
T1 = Draadtoevoer en verhoging van de draadtoevoersnelheid in de standby-modus
tijdens het lassen
T3 = Draadretour en verlaging van de draadtoevoersnelheid in de standby-modus tijdens
het lassen
Uitleg voor instellen
Tab. 10 Displayweergaven uitgebreide functies op pagina NL-13
Tab. 9 Displayweergaven na inschakelen op pagina NL-11
Tab. 9 Displayweergaven na inschakelen op pagina NL-11
Tab. 10 Displayweergaven uitgebreide functies op pagina NL-13
t1
ton
tof
dt
ton
dt
tof
6 Inbedrijfstelling
T2
t2
m/min
Motor
rE
m/min
Motor
rE
NL - 15