Inhoudsopgave
Advertenties
Gereedmaken van de spuitmachine
Aankoppelen van de veldspuit
Trekstangen
De trekstangen zijn gemonteerd met een centraal
draaipunt en worden standaard als vaste trekstang of
optioneel als gestuurde trekstang geleverd. De ge-
stuurde functie kan hydraulisch worden bediend of
automatisch (TRAIL CONTROL).
Overzicht – trekstangsystemen
COMMANDER STANDAARD
TREKSTANG
2200/2800
Ja
3200/4200
Ja
De volgende verlengstukken voor de trekstangen zijn
leverbaar. Deze verlengbare trekstangen – zowel
de vaste als de gestuurde – zijn leverbaar voor een hoge
of een lage aanspanning aan de tractor. Elke
trekstang is leverbaar in een korte of een lange versie.
Overzicht – trekstangverlengstukken
Trekstangversies
Draaibaar trekoog Ø 33 mm
Draaibaar trekoog Ø 36 mm
Vast trekoog Ø 40 mm
Trekoog Ø 50 mm (ISO 5692)
Alle trekstangen zijn leverbaar in een lange en korte versie
Draaibaar trekoog
Vast trekoog
Trekoog
(ISO 5692)
STEERING
TRAIL
DRAWBAR
CONTROL
Ja
Ja
Ja
Ja
Chart NL 035
COMMANDER
COMMANDER
2200/2800
3200/4200
HOGE en LAGE HOGE en LAGE
aanspanning
aanspanning
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Chart NL 034
T251-0026
Montage van de trekstang
De trekstang wordt in de
opening van de
trekstangbalk
geschoven,
vastgemaakt met
twee pennen door
de gaten A en
geborgd met
twee
borgpennen.
SELF
TRACK
Ja
Nee
Steunpoot
Wanneer de spuitmachine aan de tractor gekoppeld is
wordt de steunpoot in de hiervoor bestemde steun
bewaard.
Ja
Ja
Ja
Steunpoot wegnemen: til de poot op, verwijder de
borgpen en trek de steunpoot weg.
De steunpoot kan dan aan de trekstang worden
bevestigd en geborgd met de borgpen.
NL 05 02 01
T142-0034
T251-0025
9
Advertenties
Inhoudsopgave
