Gereedmaken van de spuitmachine
Rijtechniek
STEERRING DRAWBAR en SELF TRACK
Een getrokken veldspuit met trekstang met knik-
besturing (TRACKER) gedraagt zich anders dan een
gewone aanhanger.
Bovendien ligt in de stand voor het veldwerk het zwaar-
tepunt van het voertuig anders ten opzichte van de
middellijn dan bij een gewone aanhanger.
Vergeleken bij een conventionele aanhanger is een
TRACKER minder stabiel in de bochten, met name op
hellingen.
Om kantelen te voorkomen moeten de volgende regels
aangehouden worden:
1. Vermijd korte, krappe bochten
2. Minder snelheid voordat u een bocht in gaat of gaat
keren, en rijd met constante lage snelheid in bochten.
3. Vermijd te grote snelheidsverminderingen, rem nooit
hard en stop niet plotseling in een bocht, of wanneer
u keert op een helling met de veldspuit in de stand
voor veldwerk.
4. Wees voorzichtig bij het keren op oneffen terrein
5. Stel de spoorbreedte zo breed mogelijk in
6. Het is voor een goede stabiliteit essentieel dat de
hydraulische demping goed werkt
7. Houd de stabilisatiekettingen van de hefarmen van de
tractor strak
8. Om de veiligheid te waarborgen gelden de volgende
beperkingen voor TRACKERS (met uitgeklapte
spuitbomen):
Snelheid tijdens keren, max.
Helling van het terrein bij keren, max. 8º
Spoorbreedte, min.
MAX. 4 KM/U
N.B.! HARDI aanvaardt
geen enkele verantwoor-
delijkheid voor eventuele
schade veroorzaakt door
het omkantelen van de
spuitmachine.
STEERRING DRAWBAR
De STEERING DRAWBAR trekstang met knikbesturing
wordt met de hand bediend via de DAH.
De schakelaar op de DAH bedieningskast wordt opzij
geduwd om de trekstang mee te laten sturen.
Dit wordt gebruikt bij het keren of om bij te sturen bij het
rijden op hellingen.
4 km/u
zie het gedeelte
"Spoorbreedte"
T029-0012
NL 06 02
T029-0011
T029-0013
T029-0014
25